SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
5 février 2014 5 februari 2014
________________
Question écrite n° 5-11060 Schriftelijke vraag nr. 5-11060

de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
les possibilités, pour les hôpitaux, de distribuer des bénéfices de winstuitkeringsmogelijkheden voor ziekenhuizen 
________________
établissement hospitalier
gestion financière
ziekenhuis
financieel beheer
________ ________
5/2/2014Verzending vraag
22/4/2014Antwoord
5/2/2014Verzending vraag
22/4/2014Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-4675 Requalification de : demande d'explications 5-4675
________ ________
Question n° 5-11060 du 5 février 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-11060 d.d. 5 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le débat sur la question de la possibilité, pour les hôpitaux, de distribuer des bénéfices bat son plein aux Pays-Bas. Le raisonnement sous-jacent est qu'en échange, le patient bénéficierait de soins et de services de meilleure qualité sans qu'il n'en coûte rien au contribuable ni à l'assuré. Le système autoriserait les hôpitaux à se financer sur le marché privé alors qu'à l'heure actuelle, ils sont essentiellement tributaires des prêts bancaires. De plus, les investisseurs auront tout intérêt à ce que les hôpitaux dispensent des soins de qualité étant donné qu'ils attireront ainsi davantage de patients. Le patient comme l'investisseur en tireront profit :  les soins prodigués seront de meilleure qualité et leur coût, plus serré. La distribution de bénéfices sera cependant subordonnée à certaines conditions : ainsi, elle ne sera possible qu'après une évaluation de la qualité par l'inspection des soins de santé, une évaluation positive des réserves financières et l'écoulement d'un délai de trois ans à compter de la date de l'investissement.

C'est pourquoi j'aimerais poser les questions suivantes à la ministre :

1) Que pense-t-elle du débat qui se tient actuellement aux Pays-Bas ?

2) Pense-t-elle qu'un financement des hôpitaux sur le marché privé puisse constituer une plus-value pour le patient ?

 

In Nederland wordt volop gediscussieerd over de vraag om winstuitkeringen mogelijk te maken voor ziekenhuizen. De achterliggende redenering is dat de patiënt een betere kwaliteit en dienstverlening van de zorg in de plaats zou krijgen, zonder dat het de belasting- en premiebetaler geld kost. Het systeem biedt ziekenhuizen mogelijkheden om geld op te halen op de private markt. Nu zijn ziekenhuizen vooral afhankelijk van de leningen van banken. Bovendien hebben investeerders er alle belang bij dat ziekenhuizen een goede zorg leveren aangezien dit betekent dat het ziekenhuis meer patiënten zal aantrekken. Dit levert zowel voor de patiënt als de investeerder voordelen op, namelijk een hogere kwaliteit van zorg tegen een scherpere prijs. Daarbij worden wel voorwaarden opgesteld. Zo is een winstuitkering pas mogelijk na een kwaliteitstoets van de inspectie voor de gezondheidszorg, moet er een positieve beoordeling van de financiële reserves zijn en mag geen winst worden uitgekeerd in de eerste drie jaar volgend op de investering.

Daarom had ik de volgende vragen voor de minister.

1) Wat is haar oordeel over dit debat in Nederland?

2) Denkt ze dat het aantrekken van privaat geld, mits de nodige voorwaarden, een meerwaarde kan betekenen voor de patiënt?

 
Réponse reçue le 22 avril 2014 : Antwoord ontvangen op 22 april 2014 :

Il est difficile d'évaluer sans étude approfondie le caractère transposable d'une réforme d'un pays à un autre. Pour ne prendre que cet exemple, vous savez tout comme moi que le système de financement des soins de santé est différent aux Pays-Bas, avec un rôle accru des assureurs privés. A priori, notre système n'est pas conçu de la même manière. Les « hôpitaux » au sens strict n'adoptent pas en Belgique de forme à but lucratif. Mais il n'est pour autant pas inutile de s'arrêter sur les objectifs de la décision hollandaise, pour voir s'ils doivent également être poursuivis chez nous, et si ou de quelle manière.

Un élément à retenir est selon moi la dépendance vis-à-vis des banques. Chez nous, elle s'exprime beaucoup dans le cadre des investissements hospitaliers en infrastructure (nouvelles constructions, grosses rénovations, etc. Le parc hospitalier belge est vieillissant). Dans ce domaine, nous avons ces dernières années fait, au niveau fédéral, des efforts importants – et ce malgré un contexte budgétaire difficile. J'ai ainsi assuré que le Budget global fédéral des hôpitaux du Royaume soit augmenté chaque année d'une enveloppe de près de 50 millions d'euros, depuis 2010. L'objectif de ces moyens considérables est fondamental: c'est de garantir une réelle qualité d'accueil et des soins de pointe pour les patients, et un environnement de travail performant et agréable pour le personnel. Les régions et communautés participent déjà à cette compétence, elles recherchent également les meilleurs moyens de soutenir efficacement les hôpitaux. Comme vous le savez, le financement de l'infrastructure des hôpitaux est l'une des compétences qui seront dans les mains de régions et communautés (ici, dès le 1er juillet 2014). C'est une manne financière importante, de plus d'un demi-milliard d'euros (566 millions d'euros), qui leur sera transférée pour répondre aux nombreux défis du futur.

Plus généralement, je suis toujours attentive à examiner la manière dont nos voisins (ou plus largement d'autres États) travaillent dans ces domaines importants. Ainsi, la réforme que j'ai lancée en octobre sur le financement global des hôpitaux se base sur une étude comparative menée par le KCE. Les réformes menées dans divers pays (dont les Pays-Bas) ont été examinées en la matière. Lorsque cette réforme aboutira, il me semble important que ceux qui se saisiront des résultats les examinent une fois encore à l'aune des expériences étrangères. L'élément qui fait l'objet de votre question pourra faire partie de ceux examinés. Et j'en viens ainsi à l'autre objectif annoncé par le Gouvernement hollandais, l'amélioration de la qualité. Une autre piste valable pour ce faire est l'instauration de systèmes liant qualité et financement – ce qu'on appelle le « pay for qualité ». J'ai spécifiquement repris cet élément dans le « cahier des charges » de la future réforme, car c'est pour moi une piste intéressante. Pour le surplus, il est trop tôt pour me prononcer: j'ai veillé dans cette réforme à ce que les acteurs, les « parties prenantes » stakeholders), se saisissent du débat. Cette phase de consultation est en cours, elle aboutira à l'automne 2014.

Het valt moeilijk om zonder grondige studie te beoordelen of een hervorming in een land ook in een ander land kan worden toegepast. Om maar één voorbeeld te nemen: u weet net als ik dat het financieringssysteem van de gezondheidszorg in Nederland zeer verschillend is, waar de privéverzekeraars een grotere rol spelen.

Ons systeem is a priori niet op dezelfde manier opgevat. In België hebben de “ziekenhuizen” in de strikte zin geen winstoogmerk. Maar het is echter niet zinloos om even stil te staan bij de doelstellingen van de Nederlandse beslissing, om te zien of wij die, en zo ja onder welke vorm, ook bij ons moeten nastreven.

De afhankelijkheid van de banken lijkt mij een te onthouden element. Bij ons komt die vooral tot uiting bij investeringen in ziekenhuisinfrastructuren (nieuwe constructies, grote renovaties, enz. De Belgische ziekenhuizen hebben hun beste tijd gehad). We hebben op dat gebied op federaal vlak belangrijke inspanningen geleverd, en dit ondanks een moeilijke budgettaire context. Zo heb ik ervoor gezorgd dat het globale federale budget voor de ziekenhuizen van het Rijk sinds 2010 jaarlijks met een enveloppe van bijna 50 miljoen wordt verhoogd. Die aanzienlijke middelen hebben een fundamentele doelstelling: ze moeten de patiënten een echt kwaliteitsvol onthaal en optimale gezondheidszorg garanderen, en het personeel een aangename omgeving verzekeren waarin men uitstekend werk levert. De Gewesten en de Gemeenschappen nemen al aan die bevoegdheid deel, en zij gaan eveneens op zoek naar de beste middelen om de ziekenhuizen doeltreffend te ondersteunen. Zoals u weet, is de financiering van de ziekenhuisinfrastructuur één van de bevoegdheden die in handen van de Gewesten en Gemeenschappen zullen komen (in dit geval vanaf 1 juli 2014). Ze zullen grote financiële middelen tot hun beschikking krijgen – meer dan een half miljard euro (566 miljoen) – om aan de vele toekomstige behoeften tegemoet te komen.

Meer algemeen volg ik altijd aandachtig hoe onze buren (of ruimer: andere landen) in die belangrijke domeinen te werk gaan. Zo baseert de door mij in oktober gestarte hervorming van de globale ziekenhuizenfinanciering zich op een door het KCE uitgevoerde vergelijkende studie. De in verscheidene landen (waaronder Nederland) doorgevoerde hervormingen ter zake werden onderzocht. Wanneer die hervorming zal voltooid zijn, lijkt het mij belangrijk dat zij die er de vruchten van zullen plukken ze nog eens in het licht van de buitenlandse voorbeelden zullen bekijken. Het element waarover uw vraag handelt maakt deel uit van de onderzochte elementen. En hier kom ik op de andere doelstelling die de Nederlandse regering heeft vooropgesteld: de kwaliteitsverbetering. Een waardevol denkspoor om dat te doen is systemen in te voeren die kwaliteit en financiering aan elkaar koppelen, het zogenoemde “pay for quality”. Ik heb dat element specifiek in het lastenboek van de toekomstige hervorming vermeld, want ik vind dat een interessant denkspoor. Voor het overige is het te vroeg om mij al uit te spreken: ik heb er in deze hervorming op gelet dat de “betrokken partijen” (stakeholders) het debat zouden voeren. Die raadplegingsfase is bezig en zal in het najaar van 2014 worden afgerond.