SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
20 janvier 2014 20 januari 2014
________________
Question écrite n° 5-10914 Schriftelijke vraag nr. 5-10914

de Helga Stevens (N-VA)

van Helga Stevens (N-VA)

au secrétaire d'Etat aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, et secrétaire dÉtat à la Politique scientifique, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Allocation de remplacement de revenus et allocation d'intégration - Allocation d'aide aux personnes âgées - Âge de 65 ans - Budget Inkomensvervangende- en integratietegemoetkoming - Tegemoetkoming en hulp aan bejaarden - Leeftijd van 65 jaar - Budget 
________________
revenu minimal d'existence
personne âgée
statistique officielle
minimumbestaansinkomen
bejaarde
officiële statistiek
________ ________
20/1/2014Verzending vraag
1/4/2014Antwoord
20/1/2014Verzending vraag
1/4/2014Antwoord
________ ________
Question n° 5-10914 du 20 janvier 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10914 d.d. 20 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Voici mes questions au secrétaire d'État :

1) Est-il exact que l'ayant droit qui a demandé une allocation de remplacement de revenus (ARR) et/ou une allocation d'intégration (AI) avant d'avoir 65 ans et qui l'a obtenue parce qu'il satisfaisait aux conditions, puisse continuer à bénéficier de ces allocations après avoir atteint l'âge de 65 ans ?

2) Si cela s'avère, comment cela s'accorde-t-il avec le système d'allocation et d'aide aux personnes âgées (APA) ? Pourquoi ceux qui satisfont aux conditions pour une AI n'entrent-ils pas automatiquement dans le système de l'APA après l'âge de 65 ans ?

3) Combien de personnes qui bénéficient d'une ARR, d'une AI ou des deux, ont-elles plus de 65 ans selon les dernières données disponible à la direction générale des personnes handicapées ? Quel est le rapport entre ce nombre et le nombre total de personnes qui reçoivent une ou deux de ces allocations, en nombres absolus et en pourcentages ? J'aimerais avoir les données aux 31 décembre 2010, 2011, 2012 et 2013.

4) Quel est le montant total du budget des allocations accordées à des personnes de plus de 65 ans aux 31 décembre 2010, 2011, 2012 et 2013 ? Quel est le rapport de ce montant au montant total du budget, tant en valeurs absolues qu'en pourcentages ?

 

Mijn vragen aan de geachte staatssecretaris :

1) Klopt het dat indien de rechthebbende een inkomensvervangende en/of integratietegemoetkoming (IVT en IT) heeft aangevraagd voor de leeftijd van 65, en hij die toegekend kreeg omdat hij voldoet aan de voorwaarden, hij die uitkeringen blijft krijgen nadat hij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt?

2) Zo ja, hoe valt dit dan te rijmen met het stelsel van de tegemoetkoming en hulp aan bejaarden (THAB)? Waarom komen degenen die voldoen aan de voorwaarden van de IT, niet automatisch in het stelsel van de THAB na de leeftijd van 65 jaar?

3) Hoeveel personen die een IVT, IT of beide krijgen, waren ouder dan 65 jaar volgens de laatst beschikbare gegevens van de Directie-generaal personen met een handicap? Hoe verhoudt hun aantal zich ten opzichte van het totaal aantal mensen die een of beide tegemoetkomingen ontvangen, zowel in absolute cijfers als in percentages? Graag op datum van 31.12.2010, 31.12.2011, 31.12.2012 en 31.12.2013.

4) Wat is het totaal budget van de tegemoetkomingen verstrekt aan personen ouder dan 65 jaar op datum van 31.12.2010, 31.12.2011, 31.12.2012 en 31.12.2013? Hoe verhoudt dat aantal zich ten opzichte van het globale budget, zowel in absolute cijfers als in percentages?

 
Réponse reçue le 1 avril 2014 : Antwoord ontvangen op 1 april 2014 :

En réponse à votre question, j’ai l’honneur de vous faire savoir

1) L’article 5 de la loi du 27 février 1987 stipule ce qui suit:

« Le droit à l'allocation de remplacement de revenus ou à l'allocation d'intégration continue à exister après l'âge de 65 ans pour autant qu'il reste payable sans interruption. »

Il est donc exact qu’un ayant droit à une ARR et/ou une AI conserve ces allocations après l’âge de 65 ans.

2) L’ayant droit à une ARR et/ou une AI âgé de 65 ans ou plus peut introduire une demande d’allocation d’aide aux personnes âgées.

Dans ce cas, la Direction générale Personnes handicapées calcule le montant de l’allocation d’aide aux personnes âgées (APA) à laquelle le demandeur pourrait avoir droit. Le montant de l’APA est comparé avec le montant actuel de l’AI ou de l’ARR. Le demandeur perçoit ensuite l’allocation la plus avantageuse (ARR/AI ou APA). La perte de l’allocation de remplacement de revenus et de l’allocation d’intégration n’est donc pas automatique.

3) Le tableau ci-dessous reprend le nombre d’ayants droit à une ARR et/ou une AI de 65 ans ou plus par rapport au nombre total d’ayants droit à une ARR et/ou une AI et le pourcentage (situation à la fin de chaque année mentionnée):

Année

# 65 ans et +

Nombre total

%

2010

26.068

158.662

16,4%

2011

26.570

160.071

16,6%

2012

27.190

163.336

16,6%

2013

27.989

166.903

16,8%


4) Le tableau ci-dessous inclut le montant de l’ARR et/ou de l’AI versé aux personnes de 65 ans ou plus par rapport au montant total de l’ARR et/ou de l’AI et le pourcentage (situation au mois de décembre de chaque année mentionnée):

Année

# 65 ans et +

Nombre total

%

2010

11.905.347 €

96.186.497 €

12,4%

2011

12.628.275 €

100.289.307 €

12,6%

2012

13.229.116 €

105.544.745 €

12,5%

2013

13.741.670 €

109.110.259 €

12,6%

Remarque: pour estimer le montant annuel, les montants susmentionnés doivent être multipliés par douze.

In antwoord op uw vraag, heb ik de eer u mee te delen dat:

1) Art 5 van de wet van 27 februari 1987 bepaalt het volgende:

Het recht op een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming blijft bestaan na de leeftijd van 65 jaar voor zover het zonder onderbreking betaalbaar blijft.”

Het is dus inderdaad correct dat een rechthebbende op een IVT en/of IT deze tegemoetkomingen ook blijft behouden na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar.

2) De rechthebbende op een IVT en/of IT die 65 jaar of ouder is, kan een aanvraag voor een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden indienen.

In dit geval berekent de Directie-generaal Personen met een handicap het bedrag van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) waarop de aanvrager recht zou kunnen hebben.

Het bedrag van de THAB wordt vergeleken met het huidige bedrag van de IT of IVT. De aanvrager krijgt vervolgens de tegemoetkoming die het meest voordelig is (IVT/IT of THAB). De aanvrager verliest de inkomensvervangende en integratietegemoetkoming dus niet automatisch.

3) De onderstaande tabel bevat het aantal rechthebbenden IVT en/of IT van 65 jaar en ouder t.o.v. het totaal aantal rechthebbenden IVT en/of IT en de verhouding (toestand telkens einde vermelde jaar):

Jaar

# 65 jaar en +

Totaal aantal

%

2010

26.068

158.662

16,4%

2011

26.570

160.071

16,6%

2012

27.190

163.336

16,6%

2013

27.989

166.903

16,8%


4) De onderstaande tabel bevat het bedrag IVT en/of IT betaald aan personen van 65 jaar en ouder ten opzichte van het totaal bedrag IVT en/of IT en de verhouding (toestand telkens december vermelde jaar):

Jaar

# 65 jaar en +

Totaal aantal

%

2010

11.905.347 €

96.186.497 €

12,4%

2011

12.628.275 €

100.289.307 €

12,6%

2012

13.229.116 €

105.544.745 €

12,5%

2013

13.741.670 €

109.110.259 €

12,6%

Opmerking: voor een raming van het jaarbedrag dienen de bovenstaande bedragen met twaalf vermenigvuldigd worden.