SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
10 janvier 2014 10 januari 2014
________________
Question écrite n° 5-10823 Schriftelijke vraag nr. 5-10823

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Services publics fédéraux - Travail à domicile - Télétravail - Évolution - Facilités - Sécurisation Federale Overheidsdiensten - Thuiswerk - Telewerk - Evolutie - Faciliteiten - Beveiliging 
________________
ministère
travail à domicile
travail à distance
téléphone mobile
protection des données
espionnage
criminalité informatique
vidéocommunication
statistique officielle
communication mobile
ministerie
thuiswerk
werk op afstand
mobiele telefoon
gegevensbescherming
spionage
computercriminaliteit
videocommunicatie
officiële statistiek
mobiele communicatie
________ ________
10/1/2014Verzending vraag
14/3/2014Rappel
16/4/2014Antwoord
10/1/2014Verzending vraag
14/3/2014Rappel
16/4/2014Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10810
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10811
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10812
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10813
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10814
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10815
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10816
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10817
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10818
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10819
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10820
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10821
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10822
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10824
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10825
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10826
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10827
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10828
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10810
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10811
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10812
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10813
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10814
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10815
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10816
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10817
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10818
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10819
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10820
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10821
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10822
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10824
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10825
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10826
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10827
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10828
________ ________
Question n° 5-10823 du 10 janvier 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10823 d.d. 10 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Par le passé, j'ai déjà posé une série de questions sur le travail à domicile au sein des services publics fédéraux (SPF). Je répète la plupart des questions afin de pouvoir suivre l'évolution. Je souhaiterais en outre attirer l'attention sur un certain nombre d'éléments. Le secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité a indiqué (question écrite 5-8153) que : « Les employés des « shared services » en général et mes services à la Chancellerie en particulier disposent d’une connexion Virtual Private Network (VPN) pour travailler à domicile. Cela signifie qu’ils ont accès à leurs données électroniques de manière sécurisée, comme s’ils se trouvaient sur leur lieu de travail. VPN est un outil d’échanges de données plus sécurisé que Cloud Computing, car avec ce dernier l’administration n’a aucune idée de l’endroit où les données sont réellement conservées. De plus, le Patriot Act qui a été adopté récemment par les États-Unis d’Amérique, n’est pas de nature à atténuer les inquiétudes des États belge et européens en matière de sécurité des données électroniques. ». Je précise que je fais une distinction entre le travail à domicile et le télétravail occasionnel et structurel (par exemple, un jour par semaine).

Je souhaiterais poser les questions suivantes :

1) Pour les cinq dernières années, combien de travailleurs de tous les services et organisations relevant de votre compétence :

a) travaillent à domicile de façon occasionnelle ?

b) travaillent à domicile de façon structurelle ?

Pouvez-vous me communiquer ces données en chiffres absolus et en pourcentages, avec une ventilation annuelle, et m'indiquer également le nombre total de personnes travaillant dans vos SPF/SPP/... ?

2) Le travail à domicile est-il encouragé auprès de vos collaborateurs ? Pourquoi/pourquoi pas ?

3) Le travail à domicile représente-t-il une économie pour vos services ? Disposez-vous de chiffres à ce sujet ? Avez-vous fait réaliser des études en la matière ? Dans l'affirmative, quel en était le résultat ? Dans la négative, jugez-vous utile une telle étude et la ferez-vous réaliser ? Pouvez-vous expliquer votre réponse ?

4) Des initiatives ont-elles déjà été prises dans vos services pour promouvoir le travail à domicile ? Dans l'affirmative, pouvez-vous expliquer votre réponse ? Dans la négative, pourquoi ?

5) Comptez-vous prendre à l'avenir des initiatives à ce sujet ? Pourquoi/pourquoi pas ?

6) Quels services facilitant la communication sont-ils présents ? Peut-on tenir des vidéoconférences ? Le cloud sharing est-il possible et de quelle manière ?

7) Partagez-vous l'inquiétude du secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, eu égard aux nombreuses nouvelles communiquées en matière de cybercrime et d'espionnage ? Considérez-vous vos services comme une cible potentielle pour de telles actions ?

8) À la suite des nombreuses nouvelles communiquées en matière de cybercrime et d'espionnage, avez-vous amélioré la sécurisation des données de vos SPF (par exemple, par rapport au cloud sharing) ? De quelle manière ?

9) Avez-vous également pris des mesures supplémentaires en ce qui concerne la sécurisation des télétravailleurs ? Dans l'affirmative, comment ? Dans la négative, cela ne vous paraît-il pas nécessaire ? Pouvez-vous expliquer votre réponse ?

10) Les GSM ou d'autres appareils mobiles sont pratiques en cas de télétravail. Pouvez-vous indiquer, pour 2013, en chiffres absolus :

a) combien de travailleurs ont reçu un GSM/smartphone ;

b) combien ont reçu un ordinateur portable ;

c) combien ont reçu un autre appareil mobile.

11) Lorsque le télétravail a été proposé et développé, vos services ont-ils obtenu des avantages en comparaison avec d'autres SPF  ? Dans l'affirmative, quels sont selon vous les points forts de vos services à cet égard ?

12) Quelles possibilités d'amélioration du télétravail entrevoyez-vous encore ?

13) Pour le reste, remarquez-vous encore des tendances ou des évolutions en cette matière dans vos services, y compris par rapport à d'autres services publics ?

 

In het verleden stelde ik reeds een aantal vragen over thuiswerk bij de Federale Overheidsdiensten (FOD). Om de evolutie hiervan op te volgen, herhaal ik de meeste vragen. Graag zou ik verder de aandacht willen vestigen op een aantal andere elementen. De staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit schreef (schriftelijke vraag 5-8153): "De werknemers van Shared Services in het algemeen, en van mijn Diensten op de Kanselarij in het bijzonder, beschikken voor hun thuiswerk over een Virtual Private Network (VPN)-verbinding. Dit betekent dat zij op een professioneel beveiligde manier toegang hebben tot hun elektronische gegevens net alsof ze op kantoor werken. VPN is een meer beveiligde manier van gegevensuitwisseling dan cloud computing, waarbij de overheid geen enkel idee heeft waar de gegevens in realiteit bewaard worden. Bovendien is de Patriot Act die onlangs in de Verenigde Staten van Amerika van kracht is geworden niet van aard om de bezorgdheid van de Belgische en Europese Overheden inzake beveiliging van elektronische gegevens te milderen." Voor de duidelijkheid: ik maak een onderscheid tussen occasioneel en structureel (dus bijvoorbeeld een dag per week) thuiswerk of telewerk.

Graag had ik de volgende vragen gesteld:

1) Hoeveel, en dit voor de laatste vijf jaar, werknemers van alle diensten en organisaties die onder uw beheer vallen:

a) werken occasioneel thuis;

b) werken structureel thuis?

Kan u deze cijfers, opgedeeld per jaar, in absolute en procentuele vorm meedelen, en dus ook meedelen hoeveel mensen er in totaal bij uw FOD/POD/… werken?

2) Wordt thuiswerk aangemoedigd ten aanzien van uw medewerkers? Waarom wel/niet?

3) Weet u of thuiswerken een kostenbesparing voor uw diensten betekent? Heeft u hier cijfers over? Heeft u hier al studies over laten uitvoeren? Zo ja, wat was het resultaat? Zo neen, acht u zo een studie nuttig en wilt u deze laten uitvoeren? Kan u toelichten?

4) Zijn er bij uw diensten al initiatieven genomen om thuiswerk te promoten? Zo ja, kan u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?

5) Bent u van plan om in de toekomst hieromtrent initiatieven te nemen? Waarom wel/niet?

6) Welke diensten die de communicatie faciliteren zijn aanwezig? Kan men videoconferenties houden? Is cloud sharing mogelijk en op welke manier?

7) Deelt u de ongerustheid van de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, gelet op de vele berichten over cybercrime en spionage? Ziet u uw diensten als een mogelijk doelwit van dergelijke acties?

8) Heeft u na de vele berichten over cybercrime en spionage de beveiliging van de data van uw FOD verbeterd (bijvoorbeeld in verband met cloud sharing)? Op welke manier?

9) Heeft u ook extra maatregelen qua beveiliging genomen wat betreft telewerkers? Zo ja, hoe? Zo neen, acht u dit niet nodig? Kan u toelichten?

10) Gsm's of andere mobiele apparaten zijn handig bij telewerk. Kan u voor 2013 aanduiden in absolute cijfers:

a) hoeveel werknemers een gsm/smartphone hebben ontvangen;

b) hoeveel een laptop hebben ontvangen;

c) hoeveel een ander mobiel toestel hebben gekregen.

11) Hebben uw diensten bij het aanbieden en uitwerken van telewerken voordelen in vergelijking met andere FOD? Zo ja, wat zijn volgens u sterke punten van uw diensten hierin?

12) Waar ziet u nog mogelijkheden tot verbetering wat betreft telewerken?

13) Merkt u voor de rest nog trends of evoluties op inzake deze materie bij uw diensten, ook ten aanzien van andere overheidsdiensten?

 
Réponse reçue le 16 avril 2014 : Antwoord ontvangen op 16 april 2014 :

En ce qui concerne le SPF Mobilité:

1) a)  Nombre de collaborateurs prestant en travail à domicile occasionnel pour les deux dernières années, l’application informatique de gestion du temps ne permettant pas de conserver les données au-delà du 01/01/12 :

2012 – 289 (23%)

2013 – 312 (24%)

b)  Nombre de télétravailleurs réguliers par rapport au nombre total de collaborateurs au sein du département, déduit du nombre de contrôleurs/inspecteurs ayant leur résidence administrative à domicile, exclus par arrêté royal du télétravail :

2009 – 32 sur 1062 (3%)

2010 – 56 sur 1113 (5%)

2011 – 76 sur 1137 (6,7%)

2012 – 101 sur 1141 (8,85%)

2013 – 173 sur 1186 (14,6%)

2)  Le travail à domicile et le télétravail régulier sont encouragés depuis 2008, avec le lancement du projet global « Travail alternatif » visant à introduire des méthodes de prestation alternatives associées à des mesures pointant l’amélioration du bien-être et de la santé des membres du personnel, dans un esprit de mobilité durable, par exemple en encourageant l’utilisation de bureaux satellites.

Dans le cadre du projet Mobi4U (projet résolument tourné vers l’optimalisation d’un climat de travail agréable au sein de l’organisation, couplé à un travail encourageant les collaborateurs à l’orientation résultats et davantage de responsabilisation) lancé début mars 2013 sur les nouveaux modes de travail, l’implémentation du télétravail régulier s’est poursuivie, notamment en sortant de la phase-pilote et en le proposant à l’ensemble du département.

3) Dans le cadre du projet Mobi4U sur les nouveaux modes de travail, une réorganisation spatiale est en cours, avec un réaménagement des étages du siège principal. Cette réorganisation permet d’intégrer le personnel sis Gare du Nord, et de cesser la location desdits locaux. Cette réorganisation a pu être possible, notamment grâce au télétravail. En outre, le SPF Mobilité et Transports s’est engagé sur la voie du développement durable depuis plusieurs années et est enregistré EMAS depuis 2007. Le 2 décembre 2013, le Comité de direction a signé une charte de politique environnementale, s’engageant, davantage encore, à réduire la consommation de papier, à maîtriser la consommation d’eau et d’énergie, à optimaliser le taux d’occupation de ses bâtiments et à éviter les déplacements inutiles, notamment en tenant compte des nouveaux modes de travail.

4) Le travail à domicile est toujours encouragé auprès des collaborateurs pour répondre, par exemple et entre autres, aux difficultés ponctuelles rencontrées par certains pour se rendre sur leur lieu de travail (en cas de grève notamment).

Depuis 2008, le télétravail régulier a toujours été encouragé auprès des responsables dont les services se prêtent à cette forme de travail alternatif, entre autres par le biais de séances d’information et d’un accompagnement spécifique qui leur est proposé.

5) Avec l’introduction de Mobi4U et des nouveaux modes de travail, notre SPF souhaite se montrer plus ambitieux encore en matière de travail alternatif, notamment en maximalisant l’accessibilité au télétravail au plus grand nombre. Un plan d’action, dans ce sens, est en cours de rédaction pour 2014-2015.

6) À ce jour, nous ne proposons, outre la téléphonie évidemment, que des fonctionnalités d’e-mail et de chat. Nous attendons l’initiative d’UCC (Unified Communications and Collaboration) pour déterminer de quelle manière nous allons offrir plus de fonctionnalités, comme la vidéoconférence. Le cloud sharing n’est actuellement pas prévu.

7) Nous partageons bien sûr l’inquiétude du Secrétaire d’état à l’Environnement, à l’Energie et à la Mobilité. La  mesure dans laquelle le SPF Mobilité et Transports est une cible potentielle est évidemment difficile à déterminer. Nous soupçonnons toutefois qu’il doit y avoir des cibles bien plus « lucratives ».

8) Nos mesures sont basées sur la norme ISO 27002. Cet ensemble de mesures a pour but d’assurer la sécurité des données. Par ailleurs, nous essayons de détecter les comportements déviants dans le réseau pour repérer d’éventuelles attaques non encore identifiées. Toutes les données sont actuellement stockées dans notre propre data center.

9)Cette année, une nouvelle plateforme de travail à domicile et de travail à localisation flexible, basée sur Windows 8, DA (Direct Access) en PKI (Public Key Infrastructure), sera déployée. La strong authentication sera basée sur l’e-ID.

10) 100% des télétravailleurs reçoivent un gsm professionnel et un laptop (en lieu et place de leur desktop). Pour l’année 2013 ont été fournis :

a)  47 gsm

b)  43 laptops

c)  Autre appareil mobile : 0

11) Avec la généralisation du télétravail à l’ensemble du département en juin 2013, le SPF Mobilité et Transports souhaite continuer d’accroître son attractivité en tant qu’employeur. D’autant plus grâce au projet Mobi4U sur les nouveaux modes de travail, couplant climat de travail agréable, meilleur équilibre entre vie privée et vie professionnelle et travail encourageant les collaborateurs à l’orientation résultats et à davantage de responsabilisation.

12) Un plan d’action concernant le télétravail est en cours de rédaction pour 2014-2015 bâti autour de 4 axes : maximaliser l’accessibilité au télétravail, revoir la réglementation interne, simplifier la procédure administrative et offrir supports et accompagnement sur mesure, notamment par le biais de workshops thématiques ou d’outils de support pratiques destinés aux chefs et à leurs équipes pour une gestion autonome du télétravail.

13) La volonté de concilier au mieux vie privée et vie professionnelle est en croissance continue, comme l’indique le nombre de télétravailleurs, sans cesse en augmentation d’une année à l’autre. Suivant cette tendance, et dans le cadre du projet Mobi4U, le SPF Mobilité et Transports entend continuer à encourager travail à domicile, télétravail régulier, et utilisation des bureaux satellites, avec une offre de bureaux étendue dès le mois de février 2014.

Pour ce qui concerne le SPF Santé Publique et Environnement:

1a)

Chiffres absolus /
Absolute cijfers

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Travail à domicile de façon occasionnelle/ Occasioneel thuiswerken

0

0

0

0

49

172

Travail à domicile de façon structurelle/ Structureel thuiswerken

87

168

182

193

583

546


1b)

% de l'effectif total /
% van personeelsbestand

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Effectif au 31 décembre/ personeelsbestand op 31 december

1322

1352

1366

1330

1241

1191

% travail à domicile de façon occasionnelle/ Occasioneel thuiswerken

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

3,95%

14,44%

% travail à domicile de façon structurelle/ Structureel thuiswerken

6,58%

12,43%

13,32%

14,51%

46,98%

45,84%

Remarque : Ces  chiffres ne concernent que les membres du personnel du SPF Santé publique et en aucun cas les membres du personnel des institutions scientifiques.

2) Nous souhaitons, dans la mesure du possible, permettre à nos membres du personnel de faire du télétravail, à condition que le contenu de leur fonction, le fonctionnement de leur service, leurs compétences personnelles ainsi que leur attitude le permettent. De fait, nous sommes d’avis que le télétravail correspond à notre philosophie du « travail orienté résultats » à laquelle nous aspirons au sein de notre organisation.  Le télétravail offre également la possibilité de trouver un meilleur équilibre entre vie privée/professionnelle.

3) Nous n’avons pas mener d’études visant à déterminer l’impact budgétaire ou les opportunités liés à l’instauration du télétravail. Nous travaillons actuellement sur un projet pilote, « New world of work », qui vise à étendre aussi au bureau la notion de « travailler indépendamment du lieu et du temps ».  Concrètement, l’objectif consiste à utiliser l’espace disponible plus intelligemment. Etant donné qu’une grande partie du personnel télétravaille, il n’est pas nécessaire de prévoir un bureau fixe pour chaque personne. Au lieu de cela, nous travaillons avec le système du « flex office ». Nous sommes ainsi à même d’économiser l’espace. Cette espace libéré est en partie utilisé pour réaliser des économies, mais aussi pour accroître la qualité de l’environnement de travail, en  l’équipant d’espaces de silence et de parloirs supplémentaires. Ainsi, on compense les désavantages du travail en paysager. Nous avons l’intention d’effectuer une évaluation au terme de ce projet pilote pour, peut-être, l’étendre davantage par la suite.

4) Oui, notre organisation a entamé le déploiement du télétravail de manière progressive en 2008. Dans un premier temps, seuls quelques membres du personnel de chaque direction générale ont pu  télétravailler. Ensuite, nous avons mis sur pied un projet pilote pour étendre le télétravail aux services dans lesquels les fonctions s’y prêtaient le plus et où il y avait le plus d’enthousiasme. Par la suite, nous avons progressivement déployé le télétravail dans toute l’organisation. A cet effet, nous avons mené une campagne de communication comprenant : des séances d’information, un guide sur le télétravail, une page intranet avec des FAQ, un concours photo, logo et affiche. Le projet télétravail est achevé depuis 2013 et est devenu un processus à part entière chez nous.   

5) Pas applicable

6) Les télétravailleurs disposent d’un système de Voice Over IP (Avaya) sur leur pc, leur permettant de téléphoner et d’être appelé sur leur numéro de bureau fixe et ce, via internet. A côté de cela, il existe le système Lync, permettant d’envoyer des messages brefs , de partager des fichiers, de téléphoner et de mener des télé/vidéoconférences.

En outre, on encourage l’utilisation du site SharePoint pour partager l’information.

Il est possible de mener une vidéoconférence via les logiciels Lync, Webex et Skype.

Les utilisateurs peuvent partager des documents dans le cloud via Dropbox, Yousendit, Onedrive et Google Drive.

7) Ces messages sont suivis par les différents services et surtout par le Security Office.  Les incidents sont signalés. Le monitoring des systèmes a été et est toujours adapté là où c’est nécessaire et possible. Au sein de notre SPF, certains sujets doivent en effet être plus sécurisés que d’autres.

8) Cf. question et réponse du point 7. On accorde plus d’attention au monitoring.

9) Jusqu’à présent, aucune mesure supplémentaire n’a été prise pour les télétravailleurs. Le groupe de collaborateurs ayant accès à des informations sensibles ou travaillant avec disposent d’outils cryptés qu’ils sont tenus d’utiliser.

10) En 2013, 420 utilisateurs ont reçu un pc portable. Cinquante utilisateurs emploient un Ipad fourni par le SPF.

Notre SPF a instauré une nouvelle politique depuis le 01/07/2013 concernant l’octroi de téléphones portables et/ou de smartphones. En fonction des besoins liés à sa fonction, chaque membre du personnel se voit attribuer un profil « équipement », auquel est lié un équipement bien précis. Notre SPF ne met plus de téléphones portables ou de smartphones à disposition de quelque personne que ce soit mais octroie pour des profils spécifiques un montant forfaitaire que le membre du personnel utilise dans le cadre de son travail. Les télétravailleurs ne reçoivent pas de forfait pour un téléphone portable ou un smartphone étant donné qu’ils peuvent parfaitement communiquer avec leur portable via le système Avaya décrit ci-dessus.  Ils reçoivent un pc portable, un casque et un forfait mensuel de 25 euros comme contribution pour l’abonnement internet à domicile.

11) Comme indiqué ci-dessus, nos télétravailleurs sont équipés d’un pc portable, d’un casque et reçoivent un forfait mensuel de 25 euros comme contribution pour l’abonnement internet à domicile. Ce forfait mensuel est une manière de travailler claire, transparente et simple d’un point de vue administratif.

12) Nous menons nous-même un suivi de l’efficacité du télétravail. Dans notre enquête de satisfaction effectuée en octobre 2013, nous avons posé la question suivante à nos membres du personnel : « Au sein de mon équipe, la collaboration « à distance » (par ex : télétravail) est-elle professionnelle et efficace ? ». Au total, 68% des membres du personnel de notre SPF ont participé à l’enquête. Il en ressort que :

- 36,4% sont parfaitement d’accord

- 49,1% sont plutôt d’accord

- 10,4% ne sont pas vraiment d’accord

- 4,1% ne sont pas du tout d’accord

Grâce à la question ouverte, nos membres du personnel ont eu l’occasion d’émettre des suggestions. Certaines de ces suggestions avaient trait au télétravail. Nous constatons à cet égard que certains membres du personnel souhaiteraient que la mise en place du télétravail ainsi que le nombre de jours par semaine autorisés pour télétravailler soient définis par la hiérarchie et soient pareils pour tous. Néanmoins, nous estimons que ce n’est pas souhaitable, étant donné que nous sommes une grande organisation avec différentes fonctions et services. Nous suivons donc le cadre réglementaire et nous nous en remettons au dirigeant pour l’appliquer. Il est essentiel que les dirigeants motivent suffisamment leurs choix à cet égard auprès de leurs collaborateurs.

13) Notre SPF ainsi que d’autres organisations ont pris part au projet Optified « Out of office » qui offre la possibilité de travailler en bureaux satellites dans les provinces, ce qui représente une autre forme de « travail indépendamment du lieu et du temps ». 

Pour ce qui concerne le SPF Economie :

En ce qui concerne le SPF Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie, je renvoie l’honorable membre vers la réponse apportée par mon collègue, le ministre de l’Economie, des Consommateurs et de la Mer du Nord, à la question n° 5-10813.



Voor wat de FOD Mobiliteit  betreft:

1) a) Aantal medewerkers die occasioneel thuiswerk deden de laatste twee jaar, de informaticatoepassing voor tijdsbeheer is echter niet geschikt om gegevens van vóór 01/01/12 te bewaren:

2012 – 289 (23%)

2013 – 312 (24%)

b) Aantal regelmatige telewerkers tegenover het totaal aantal medewerkers binnen de afdeling, verminderd met het aantal controleurs/inspecteurs dat thuis hun administratieve standplaats hebben, uitgesloten bij koninklijk besluit betreffende het telewerk:

2009 – 32 op 1062 (3%)

2010 – 56 op 1113 (5%)

2011 – 76 op 1137 (6,7%)

2012 – 101 op 1141 (8,85%)

2013 – 173 op 1186 (14,6%)

2) Het regelmatige thuis- en telewerk wordt sinds 2008 aangemoedigd, met de lancering van het algemene project "Alternatief werken" om alternatieve prestatiemethodes in te voeren, verbonden aan maatregelen met het oog op de verbetering van het welzijn en de gezondheid van de personeelsleden, in een geest van duurzame ontwikkeling, bijvoorbeeld door het gebruik van satelietkantoren aan te moedigen.

In het kader van het Mobi4U-project (project dat volstrekt is gericht op de optimalisatie van een aangenaam werkklimaat binnen de organisatie, gekoppeld aan een werk dat de medewerkers aanmoedigt om resultaatgericht en met meer verantwoordelijkheidszin te werken) dat begin maart 2013 werd opgestart over het nieuwe werken, werd de uitvoering van het regelmatige telewerk voortgezet, namelijk door uit de testfase te stappen en het aan te bieden aan de volledige afdeling.

3) In het kader van het Mobi4U-project rond het nieuwe werken, is een ruimtelijke reorganisatie aan de gang, met een herinrichting van de verdiepingen van de hoofdzetel.

Deze reorganisatie maakt het mogelijk dat het personeel van het Noordstation (CCN) kan verhuizen naar het City Atrium en dat de huur van de lokalen in het CCN kan worden stopgezet. Deze reorganisatie kon worden gerealiseerd, meer bepaald dankzij het telewerk. Daarnaast heeft de FOD Mobiliteit en Vervoer zich ertoe verbonden om sinds verschillende jaren het pad van de duurzame ontwikkeling te kiezen en is sinds 2007 EMAS-geregistreerd. Op 2 december 2013 heeft het Directiecomité een milieubeleidscharter ondertekend, waarmee het zich er nog meer toe verbindt om het papierverbruik te verminderen, om het water- en energieverbruik te beperken, de bezettingsgraad van zijn gebouwen te optimaliseren en de nutteloze verplaatsingen te vermijden, met name door rekening te houden met het nieuwe werken.

4) Het thuiswerk wordt altijd aangemoedigd bij de werknemers om, bijvoorbeeld en onder andere tegemoet te komen aan de specifieke problemen van sommige werknemers om op hun werkplaats te geraken (vooral bij stakingen).

Sinds 2008 werd het regelmatige telewerk altijd aangemoedigd bij de verantwoordelijken van wie de diensten zich lenen tot deze alternatieve arbeidsvormen, onder andere door informatiesessies en een specifieke begeleiding die hen werd voorgesteld.

5) Met de invoering van Mobi4U en het nieuwe werken, wenst onze FOD zich nog ambitieuzer te tonen op het gebied van alternatieve werkvormen, met name door het telewerk voor het grootst mogelijke aantal medewerkers toegankelijk te maken. In deze zin wordt momenteel een actieplan voor 2014-2015 opgesteld.

6) Vandaag bieden we enkel - naast telefonie uiteraard - enkel mail en chat  functionaliteit aan. We wachten op het initiatief van UCC (Unified Communications and Collaboration) om te bepalen op welke wijze we meer functionaliteiten zoals videoconferentie zullen voorzien. Cloud sharing is vooralsnog niet voorzien.

7) In welke mate de FOD Mobiliteit en Vervoer een mogelijk doelwit is, is natuurlijk moeilijk te bepalen. Echter vermoed ik dat er andere “lucratievere”  doelwitten zijn.

8) Onze maatregelen zijn gebaseerd op de ISO 27002 aanpak. Dit pakket van maatregelen heeft tot doel de veiligheid van informatie te verzekeren. Daarnaast proberen we afwijkende gedragingen in het netwerk te detecteren om eventuele nog niet geïdentificeerde aanvallen op te sporen. Alle data bevinden zich momenteel in een eigen data center.

9) Dit jaar wordt een nieuw thuis & plaatsonafhankelijk werkplatform uitgerold op basis van windows 8, DA (Direct Access) en PKI (Public Key Infrastructure).  De strong authentication gebeurt op basis van de e-ID.

10) 100% van de telewerkers ontvangt een werkgsm en een laptop (in plaats van hun desktop). In 2013 werden bezorgd:

a) 47 gsm's

b) 43 laptops

c) Ander mobiel toestel: 0

11) Met de uitbreiding in 2013 van het telewerk tot de volledige afdeling, wenst de FOD Mobiliteit en Vervoer zijn aantrekkelijkheid als werkgever te blijven vergroten. Des te meer dankzij het Mobi4U-project over het nieuwe werken, dat een aangename werksfeer, een beter evenwicht tussen werk- en privéleven en werk dat de medewerkers aanmoedigt tot resultaatgerichtheid en meer verantwoordelijksgevoel, met elkaar verbindt.

12) Voor 2014-2015 wordt momenteel een actieplan voor het telewerk opgesteld, gesteund op 4 assen: de toegankelijkheid tot het telewerk zo groot mogelijk maken, de interne regelgeving herzien, de administratieve procedure vereenvoudigen en ondersteuning en begeleiding op maat bieden, met name door middel van themaworkshops of praktische ondersteuningsmiddelen voor de diensthoofden en hun teams voor een autonoom beheer van het telewerk.

13) De wil om werk- en privéleven zo goed mogelijk te combineren groeit voortdurend, zoals het aantal telewerkers, dat elk jaar toeneemt, dat aantoont. Overeenkomstig deze tendens, en in het kader van het Mobi4U-project, wil de FOD Mobiliteit en Vervoer thuiswerk, telewerk en gebruik van satelietkantoren, met een uitgebreid kantorenaanbod vanaf de maand februari 2014, blijven aanmoedigen.

Voor wat de FOD Volksgezondheid en Leefmilieu betreft:

1a)

Chiffres absolus/Absolute cijfers

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Travail à domicile de façon occasionnelle/ Occasioneel thuiswerken

0

0

0

0

49

172

Travail à domicile de façon structurelle/ Structureel thuiswerken

87

168

182

193

583

546


1b)

% de l'effectif total/% van personeelsbestand

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Effectif au 31 décembre/ personeelsbestand op 31 december

1322

1352

1366

1330

1241

1191

% travail à domicile de façon occasionnelle/ Occasioneel thuiswerken

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

3,95%

14,44%

% travail à domicile de façon structurelle/ Structureel thuiswerken

6,58%

12,43%

13,32%

14,51%

46,98%

45,84%

Opmerking : deze cijfers hebben enkel betrekking op de personeelsleden van de FOD Volksgezondheid, niet op de personeelsleden van de wetenschappelijke instellingen.

2) Wij willen onze personeelsleden, waar mogelijk, zo veel mogelijk de kans geven aan telewerk te doen, op voorwaarde dat hun functieinhoud en de werking van de dienst alsook hun persoonlijke competenties en attitude dit toelaten. De reden hiervoor is dat wij van mening zijn dat telewerk aansluit bij de filosofie van resultaatgericht werken die wij nastreven in onze organisatie. Ook laat telewerk een betere combinatie tussen werk en privéleven toe.

3) Wij hebben geen studies uitgevoerd die specifiek gericht waren op het onderzoek naar de budgettaire impact of opportuniteiten gelinkt aan de invoering van telewerk. We zijn op dit ogenblik bezig met een pilootproject “New world of work”, waarbij het plaatsonafhankelijk werken ook op kantoor wordt verder gezet. Concreet is het hierbij de bedoeling om de ruimte verstandiger te gebruiken. Doordat een groot aantal personeelsleden telewerkt, is het niet nodig dat voor elke fysieke persoon een vast bureau wordt voorzien. In plaats daarvan, werken we met een systeem “flex office”. Op die manier kunnen we plaats besparen. Deze vrijgekomen ruimte wordt een stuk gebruikt als besparing, maar anderzijds ook om de kwaliteit van de werkomgeving te verhogen, door bijvoorbeeld extra overleg- en stilteruimtes te voorzien. Op die manier worden de nadelen van het werken op een landschapsbureau opgevangen. Het is de bedoeling om na dit pilootproject een evaluatie te doen met het oog op een eventueel verdere uitrol.

4) Ja, onze organisatie is begonnen met de stapsgewijze uitrol van telewerk in 2008. Eerst zijn in elk directoraat-generaal enkele personeelsleden ingestapt in telewerk. Daarna hebben wij een pilootproject opgezet om telewerk uit te rollen in de diensten waarvan de functies zich het meeste leenden voor telewerk en het enthousiasme het grootst was . Daarna hebben we telewerk stapsgewijs uitgerold in de organisatie. Hiertoe hebben we een communicatiecampagne gevoerd bestaande uit: infosessies telewerk, een gids voor telewerk, intranetpagina met FAQ, een fotowedstrijd, logo en affiche. Sinds 2013 is het project telewerk afgerond en is dit bij ons een proces geworden. 

5) Niet van toepassing

6) Telewerkers beschikken over een systeem van Voice Over IP (Avaya) op de pc dat toelaat om te telefoneren en opgebeld te worden op hun vast bureaunummer en dit via internet. Daarnaast bestaat ook het systeem Lync, dat toelaat om korte berichten te sturen, bestanden te delen, te bellen en tele- / videoconferenties te houden.

Het gebruik van Sharepointsites wordt verder aangemoedigd om de informatie te delen

Videoconferentie is mogelijk via de softwares Lync, Webex en Skype.

Gebruikers kunnen documenten in de cloud delen via Dropbox, Yousendit, Onedrive en Google Drive.

7) Deze berichten worden opgevolgd door de verschillende diensten en in het bijzonder door de Security Officer. Incidenten worden gerapporteerd. De monitoring van de systemen werd en wordt aangepast waar nodig en mogelijk. Bepaalde materies in onze FOD dienen extra beveiligd te worden.

8) Zie vraag en antwoord 7. Er is meer aandacht voor monitoring.

9) Er werden tot nu toe geen extra maatregelen genomen voor telewerkers in het algemeen. De groep medewerkers die toegang heeft tot of met gevoelige informatie werkt, beschikt over encryptietools die ze dienen te gebruiken.

10)  In 2013 ontvingen 420 gebruikers een laptop.

50 gebruikers gebruiken een ipad van de FOD

Wat betreft het toekennen van gsmtoestellen en / of smartphones, heeft onze FOD sinds 1/7/2013 een nieuw beleid ingevoerd. Elk personeelslid wordt op basis van de noden verbonden aan diens functie toegewezen aan een profiel ‘Uitrusting’, waar een bepaalde vorm van uitrusting aan is gebonden. Onze FOD stelt geen gsmtoestellen en smartphones meer ter beschikking maar voorziet voor bepaalde profielen in een forfaitair bedrag waarmee we tegemoetkomen in de kosten die het personeelslid hiervoor maakt. Telewerkers zelf krijgen geen forfait voor een gsmtoestel of smartphone aangezien zij via het hierboven beschreven Avaya-systeem op hun portable perfect kunnen communiceren. Zij ontvangen wel een laptop, een koptelefoon en een maandelijkse forfait van 25 euro als tussenkomst in het internetabonnement thuis.

11) Zoals hierboven beschreven worden onze telewerkers uitgerust met een laptop, koptelefoon en krijgen zij een maandelijkse forfait van 25 euro per maand als tussenkomst in het internetabonnement thuis. Deze maandelijkse forfait is een duidelijke, transparante en administratief eenvoudige manier van werken.

12) Wij volgen zelf de effectiviteit van telewerk op. In onze tevredenheidsenquête van oktober 2013 hebben we onze personeelsleden volgende vraag gesteld: “In mijn team verloopt de samenwerking “op afstand” (b.v. telewerk) doeltreffend en professioneel”. In totaal heeft 68% van de personeelsleden van onze FOD deelgenomen aan deze enquête. De antwoorden waren als volgt verdeeld:

· 36,4% helemaal akkoord

· 49,1% eerder akkoord

· 10,4% eerder niet akkoord

· 4,1% helemaal niet akkoord

Onze personeelsleden kregen in de open vraag ook de kans om suggesties te doen. Bepaalde van deze suggesties hadden betrekking op telewerk. Hierbij stellen we vast dat bij sommige personeelsleden de verwachting leeft dat de invoering van telewerk en het aantal dagen per week dat mag getelewerkt worden van bovenaf zou worden bepaald en voor iedereen gelijk zou zijn. Wij zijn evenwel van mening dat dit niet wenselijk is, rekening houdend met het feit dat wij een grote organisatie zijn met verschillende functies en diensten. Wij volgen dus het reglementair kader en laten de concrete invulling over aan de leidinggevende. Het is belangrijk dat leidinggevenden hun keuzes in deze naar hun medewerkers toe voldoende motiveren.

13) Onze FOD is samen met andere organisaties ingestapt in het Optifed-project “Out of office” dat de mogelijkheid aanbiedt om te werken in satellietkantoren in de provincies, dit als alternatieve vorm van plaatsonafhankelijk werken.

Voor wat de FOD Economie betreft:

Wat betreft de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie verwijs ik het geachte lid naar het antwoord van mijn collega, de Minister van Economie, Consumenten en Noordzee, op de vraag nr. 5-10813.