SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
10 janvier 2014 10 januari 2014
________________
Question écrite n° 5-10813 Schriftelijke vraag nr. 5-10813

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________________
Services publics fédéraux - Travail à domicile - Télétravail - Évolution - Facilités - Sécurisation Federale Overheidsdiensten - Thuiswerk - Telewerk - Evolutie - Faciliteiten - Beveiliging 
________________
ministère
travail à domicile
travail à distance
téléphone mobile
protection des données
espionnage
criminalité informatique
vidéocommunication
statistique officielle
communication mobile
ministerie
thuiswerk
werk op afstand
mobiele telefoon
gegevensbescherming
spionage
computercriminaliteit
videocommunicatie
officiële statistiek
mobiele communicatie
________ ________
10/1/2014Verzending vraag
12/2/2014Antwoord
10/1/2014Verzending vraag
12/2/2014Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10810
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10811
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10812
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10814
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10815
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10816
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10817
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10818
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10819
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10820
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10821
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10822
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10823
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10824
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10825
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10826
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10827
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10828
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10810
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10811
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10812
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10814
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10815
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10816
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10817
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10818
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10819
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10820
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10821
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10822
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10823
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10824
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10825
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10826
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10827
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10828
________ ________
Question n° 5-10813 du 10 janvier 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10813 d.d. 10 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Par le passé, j'ai déjà posé une série de questions sur le travail à domicile au sein des services publics fédéraux (SPF). Je répète la plupart des questions afin de pouvoir suivre l'évolution. Je souhaiterais en outre attirer l'attention sur un certain nombre d'éléments. Le secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité a indiqué (question écrite 5-8153) que : « Les employés des « shared services » en général et mes services à la Chancellerie en particulier disposent d’une connexion Virtual Private Network (VPN) pour travailler à domicile. Cela signifie qu’ils ont accès à leurs données électroniques de manière sécurisée, comme s’ils se trouvaient sur leur lieu de travail. VPN est un outil d’échanges de données plus sécurisé que Cloud Computing, car avec ce dernier l’administration n’a aucune idée de l’endroit où les données sont réellement conservées. De plus, le Patriot Act qui a été adopté récemment par les États-Unis d’Amérique, n’est pas de nature à atténuer les inquiétudes des États belge et européens en matière de sécurité des données électroniques. ». Je précise que je fais une distinction entre le travail à domicile et le télétravail occasionnel et structurel (par exemple, un jour par semaine).

Je souhaiterais poser les questions suivantes :

1) Pour les cinq dernières années, combien de travailleurs de tous les services et organisations relevant de votre compétence :

a) travaillent à domicile de façon occasionnelle ?

b) travaillent à domicile de façon structurelle ?

Pouvez-vous me communiquer ces données en chiffres absolus et en pourcentages, avec une ventilation annuelle, et m'indiquer également le nombre total de personnes travaillant dans vos SPF/SPP/... ?

2) Le travail à domicile est-il encouragé auprès de vos collaborateurs ? Pourquoi/pourquoi pas ?

3) Le travail à domicile représente-t-il une économie pour vos services ? Disposez-vous de chiffres à ce sujet ? Avez-vous fait réaliser des études en la matière ? Dans l'affirmative, quel en était le résultat ? Dans la négative, jugez-vous utile une telle étude et la ferez-vous réaliser ? Pouvez-vous expliquer votre réponse ?

4) Des initiatives ont-elles déjà été prises dans vos services pour promouvoir le travail à domicile ? Dans l'affirmative, pouvez-vous expliquer votre réponse ? Dans la négative, pourquoi ?

5) Comptez-vous prendre à l'avenir des initiatives à ce sujet ? Pourquoi/pourquoi pas ?

6) Quels services facilitant la communication sont-ils présents ? Peut-on tenir des vidéoconférences ? Le cloud sharing est-il possible et de quelle manière ?

7) Partagez-vous l'inquiétude du secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, eu égard aux nombreuses nouvelles communiquées en matière de cybercrime et d'espionnage ? Considérez-vous vos services comme une cible potentielle pour de telles actions ?

8) À la suite des nombreuses nouvelles communiquées en matière de cybercrime et d'espionnage, avez-vous amélioré la sécurisation des données de vos SPF (par exemple, par rapport au cloud sharing) ? De quelle manière ?

9) Avez-vous également pris des mesures supplémentaires en ce qui concerne la sécurisation des télétravailleurs ? Dans l'affirmative, comment ? Dans la négative, cela ne vous paraît-il pas nécessaire ? Pouvez-vous expliquer votre réponse ?

10) Les GSM ou d'autres appareils mobiles sont pratiques en cas de télétravail. Pouvez-vous indiquer, pour 2013, en chiffres absolus :

a) combien de travailleurs ont reçu un GSM/smartphone ;

b) combien ont reçu un ordinateur portable ;

c) combien ont reçu un autre appareil mobile.

11) Lorsque le télétravail a été proposé et développé, vos services ont-ils obtenu des avantages en comparaison avec d'autres SPF  ? Dans l'affirmative, quels sont selon vous les points forts de vos services à cet égard ?

12) Quelles possibilités d'amélioration du télétravail entrevoyez-vous encore ?

13) Pour le reste, remarquez-vous encore des tendances ou des évolutions en cette matière dans vos services, y compris par rapport à d'autres services publics ?

 

In het verleden stelde ik reeds een aantal vragen over thuiswerk bij de Federale Overheidsdiensten (FOD). Om de evolutie hiervan op te volgen, herhaal ik de meeste vragen. Graag zou ik verder de aandacht willen vestigen op een aantal andere elementen. De staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit schreef (schriftelijke vraag 5-8153): "De werknemers van Shared Services in het algemeen, en van mijn Diensten op de Kanselarij in het bijzonder, beschikken voor hun thuiswerk over een Virtual Private Network (VPN)-verbinding. Dit betekent dat zij op een professioneel beveiligde manier toegang hebben tot hun elektronische gegevens net alsof ze op kantoor werken. VPN is een meer beveiligde manier van gegevensuitwisseling dan cloud computing, waarbij de overheid geen enkel idee heeft waar de gegevens in realiteit bewaard worden. Bovendien is de Patriot Act die onlangs in de Verenigde Staten van Amerika van kracht is geworden niet van aard om de bezorgdheid van de Belgische en Europese Overheden inzake beveiliging van elektronische gegevens te milderen." Voor de duidelijkheid: ik maak een onderscheid tussen occasioneel en structureel (dus bijvoorbeeld een dag per week) thuiswerk of telewerk.

Graag had ik de volgende vragen gesteld:

1) Hoeveel, en dit voor de laatste vijf jaar, werknemers van alle diensten en organisaties die onder uw beheer vallen:

a) werken occasioneel thuis;

b) werken structureel thuis?

Kan u deze cijfers, opgedeeld per jaar, in absolute en procentuele vorm meedelen, en dus ook meedelen hoeveel mensen er in totaal bij uw FOD/POD/… werken?

2) Wordt thuiswerk aangemoedigd ten aanzien van uw medewerkers? Waarom wel/niet?

3) Weet u of thuiswerken een kostenbesparing voor uw diensten betekent? Heeft u hier cijfers over? Heeft u hier al studies over laten uitvoeren? Zo ja, wat was het resultaat? Zo neen, acht u zo een studie nuttig en wilt u deze laten uitvoeren? Kan u toelichten?

4) Zijn er bij uw diensten al initiatieven genomen om thuiswerk te promoten? Zo ja, kan u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?

5) Bent u van plan om in de toekomst hieromtrent initiatieven te nemen? Waarom wel/niet?

6) Welke diensten die de communicatie faciliteren zijn aanwezig? Kan men videoconferenties houden? Is cloud sharing mogelijk en op welke manier?

7) Deelt u de ongerustheid van de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, gelet op de vele berichten over cybercrime en spionage? Ziet u uw diensten als een mogelijk doelwit van dergelijke acties?

8) Heeft u na de vele berichten over cybercrime en spionage de beveiliging van de data van uw FOD verbeterd (bijvoorbeeld in verband met cloud sharing)? Op welke manier?

9) Heeft u ook extra maatregelen qua beveiliging genomen wat betreft telewerkers? Zo ja, hoe? Zo neen, acht u dit niet nodig? Kan u toelichten?

10) Gsm's of andere mobiele apparaten zijn handig bij telewerk. Kan u voor 2013 aanduiden in absolute cijfers:

a) hoeveel werknemers een gsm/smartphone hebben ontvangen;

b) hoeveel een laptop hebben ontvangen;

c) hoeveel een ander mobiel toestel hebben gekregen.

11) Hebben uw diensten bij het aanbieden en uitwerken van telewerken voordelen in vergelijking met andere FOD? Zo ja, wat zijn volgens u sterke punten van uw diensten hierin?

12) Waar ziet u nog mogelijkheden tot verbetering wat betreft telewerken?

13) Merkt u voor de rest nog trends of evoluties op inzake deze materie bij uw diensten, ook ten aanzien van andere overheidsdiensten?

 
Réponse reçue le 12 février 2014 : Antwoord ontvangen op 12 februari 2014 :

1.a) Le télétravail occasionnel n’est pas encore possible au Service public fédéral (SPF) Économie.

1.b) Un aperçu de l’évolution du nombre de télétravailleurs entre octobre 2009 et janvier 2014 au SPF Économie est repris ci-dessous.

La dernière colonne indique le pourcentage de télétravailleurs par rapport au nombre total d’agents au SPF.

Année

Mois

Télétrav.

Personnel

%

2009

10

8

2643

0,30%

11

16

2634

0,61%

12

20

2621

0,76%

2010

1

34

2600

1,31%

2

40

2593

1,54%

3

44

2585

1,70%

4

44

2574

1,71%

5

44

2567

1,71%

6

45

2559

1,76%

7

44

2550

1,73%

8

44

2542

1,73%

9

43

2534

1,70%

10

44

2531

1,74%

11

44

2518

1,75%

12

44

2516

1,75%

2011

1

58

2491

2,33%

2

76

2485

3,06%

3

104

2480

4,19%

4

129

2477

5,21%

5

147

2461

5,97%

6

153

2456

6,23%

7

177

2449

7,23%

8

181

2445

7,40%

9

199

2437

8,17%

10

201

2429

8,28%

11

202

2423

8,34%

12

202

2423

8,34%

2012

1

206

2404

8,57%

2

205

2396

8,56%

3

205

2390

8,58%

4

202

2377

8,50%

5

199

2366

8,41%

6

243

2356

10,31%

7

280

2348

11,93%

8

292

2339

12,48%

9

325

2328

13,96%

10

342

2324

14,72%

11

361

2316

15,59%

12

369

2302

16,03%

2013

1

375

2281

16,44%

2

381

2262

16,84%

3

389

2257

17,24%

4

419

2251

18,61%

5

433

2241

19,32%

6

444

2227

19,94%


7

458

2218

20,65%

8

465

2208

21,06%

9

483

2200

21,95%

10

483

2187

22,09%

11

496

2188

22,67%

13

499

2180

22,89%

2014

1

497

2161

23,00%


2) Depuis mai 2012, le SPF Économie offre à tous ses agents la possibilité de télétravailler. Il ne s’agit dans le chef d’un agent ni d’un droit ni d’un devoir. Chaque situation fait l’objet d’une analyse fonctionnelle avec le supérieur hiérarchique, certaines fonctions se prêtant mieux au télétravail que d’autres.

Pour permettre un tel élargissement, la procédure de demande a été simplifiée et numérisée autant que possible.

3) Le SPF Économie analyse les possibilités d’économiser de l’espace dans le cadre du télétravail et du travail à temps partiel (desksharing).

4) Différentes actions de communication ont été menées durant tout le projet pour informer les agents au sujet du télétravail. Des sessions d’information ont été organisées, plusieurs articles ont paru dans le journal du personnel, des renseignements ont été envoyés par mail et placés sur intranet, des affiches et brochures ont été réalisées. De plus, il existe également une plateforme numérique reprenant toute la documentation relative au télétravail. Celui-ci a aussi été soumis à une évaluation à grande échelle à plusieurs reprises.

5) Les actions citées seront poursuivies. A l’avenir, le SPF Economie continuera de créer les conditions permettant de maximaliser le travail à distance.

6) Le télétravailleur peut chatter avec ses collègues via le Sametime Communicator, associé à Lotus Notes. Il peut également téléphoner à l’aide de Voice over IP avec son téléphone USB (= My Instant Communicator). Les conférences vidéo et le cloud computing ne sont toutefois pas encore possibles au sein de notre SPF.

7) Je partage cette inquiétude et, comme toutes les autres institutions publiques, je considère mon administration comme une cible potentielle.

8) Au SPF Économie, l’infrastructure de sécurité nécessaire est déjà présente et à jour aux différents niveaux (clients, réseau, serveurs,...). Une adaptation du code déontologique relatif à l’utilisation des services ICT est en cours afin de sensibiliser davantage nos collaborateurs aux risques existants.

9) Les télétravailleurs ont accès au réseau informatique du SPF Économie exclusivement de manière sécurisée :

  • via la carte e-ID, pour autant que celle-ci ait été activée par l’user management d’ICT auprès de Fedict et

  • via le VPN de Fedict qui contrôle notamment la présence d’un programme antivirus complet sur l’ordinateur client.

Un projet de cryptage des données de tous les ordinateurs portables a été lancé.

10)

a) Au total, 951 appareils étaient en circulation en 2013.

b) Au total, 1 750 ordinateurs portables étaient en circulation en 2013.

c) En 2013, 17 tablettes étaient utilisées.

11). Étant donné que les collaborateurs du SPF Économie disposent en grande partie d’ordinateurs portables, le temps d’attente pour la procédure de demande de télétravail est considérablement moins longue.

12) L’encadrement technique (i.e. joignabilité par téléphone, conférence vidéo) du télétravail peut encore être amélioré.

Il est aussi possible de réfléchir à la mise en place de formes plus flexibles de télétravail, outre le télétravail structurel.

13) Le nombre de télétravailleurs continue d’augmenter, même si cette hausse semble ralentir depuis la seconde moitié de 2013.

1.a) In de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie wordt het occasioneel telewerk nog niet toegepast.

1.b)Hierbij een overzicht van de evolutie van het telewerkcijfer tussen oktober 2009 en januari 2014 binnen de FOD Economie

De laatste kolom geeft het percentage telewerkers weer ten opzichte van het totaal aantal fysieke eenheden in de FOD.

Jaar

Maand

Teller

Noemer

%

2009

10

8

2643

0,30%

11

16

2634

0,61%

12

20

2621

0,76%

2010

1

34

2600

1,31%

2

40

2593

1,54%

3

44

2585

1,70%

4

44

2574

1,71%

5

44

2567

1,71%

6

45

2559

1,76%

7

44

2550

1,73%

8

44

2542

1,73%

9

43

2534

1,70%

10

44

2531

1,74%

11

44

2518

1,75%

12

44

2516

1,75%

2011

1

58

2491

2,33%

2

76

2485

3,06%

3

104

2480

4,19%

4

129

2477

5,21%

5

147

2461

5,97%

6

153

2456

6,23%

7

177

2449

7,23%

8

181

2445

7,40%

9

199

2437

8,17%

10

201

2429

8,28%

11

202

2423

8,34%

12

202

2423

8,34%

2012

1

206

2404

8,57%

2

205

2396

8,56%

3

205

2390

8,58%

4

202

2377

8,50%

5

199

2366

8,41%

6

243

2356

10,31%

7

280

2348

11,93%

8

292

2339

12,48%

9

325

2328

13,96%

10

342

2324

14,72%

11

361

2316

15,59%

12

369

2302

16,03%

2013

1

375

2281

16,44%

2

381

2262

16,84%

3

389

2257

17,24%

4

419

2251

18,61%

5

433

2241

19,32%

6

444

2227

19,94%


7

458

2218

20,65%

8

465

2208

21,06%

9

483

2200

21,95%

10

483

2187

22,09%

11

496

2188

22,67%

13

499

2180

22,89%

2014

1

497

2161

23,00%


2) In de FOD Economie werd het telewerk sinds mei 2012 volledig uitgebreid naar alle medewerkers van de FOD. Het is in hoofde van een medewerker noch een recht, noch een plicht. Elke situatie wordt onderworpen aan een functionele analyse met de hiërarchische meerdere, bepaalde functies zijn geschikter voor thuiswerk dan andere.

Om dergelijke uitbreiding mogelijk te maken, werd de aanvraagprocedure vereenvoudigd en zoveel mogelijk gedigitaliseerd.

3) De FOD Economie onderzoekt de mogelijkheden om in het kader van het thuiswerken en het deeltijdswerk tot een ruimtebesparing te kunnen komen (desksharing).

4) Gedurende de loop van gans het project werden verschillende communicatieacties uitgevoerd om de medewerkers te informeren over telewerk. Er werden infosessies gehouden, er verschenen verschillende artikels in het personeelskrantje, er werd via mail en intranet gecommuniceerd. Er werden affiches en brochures opgemaakt. Bovendien bestaat ook een digitaal platform met alle documentatie rond het telewerk. Het telewerk werd ook meermaals onderworpen aan een grootschalige evaluatie.

5) De hierboven genoemde acties zullen worden voortgezet. In de toekomst zal de FOD Economie verder de omstandigheden creëren opdat het afstandswerken kan worden gemaximaliseerd.

6) De telewerker kan chatten met zijn collega’s via de Sametime Communicator die gekoppeld is aan Lotus Notes. Hij kan ook bellen via Voice over IP met zijn USB phone (= My Instant Communicator). Video conferences en cloud computing zijn echter nog niet mogelijk binnen onze FOD.

7) Ik deel zeker de ongerustheid en zie ik, net als alle andere overheidsinstellingen, mijn administratie zeker als een mogelijk doelwit.

8) Binnen de FOD Economie is op verschillende niveuas (clients, netwerk, servers,..) reeds de nodige security infrastructuur aanwezig en up to date.  Een aanpassing van de deontologische code ter gebruik van ICT-diensten wordt gedaan teneinde onze medewerkers verder te sensibiliseren over de bestaande risico's.

9) Telewerkers hebben toegang tot het informaticanetwerk van de FOD Economie uitsluitend op een beveiligde manier :

  • via de e-ID kaart voor zover hun e-ID kaart door het usermanagement van ICT bij Fedict hiervoor werd geactiveerd en

  • via VPN van Fedict die o.a. op aanwezigheid van antiviruspakket op de client PC controleert.

Een project voor encryptie van gegevens op alle laptops is opgestart.

10) a) In totaal waren er 951 toestellen in omloop in 2013.

b) In totaal waren er 1.750 laptops  in omloop in 2013.

c) In 2013 : 17 tablets in gebruik 

11) Door de grootschalige verspreiding van laptops onder de medewerkers van de FOD Economie, is de wachttijd van de aanvraagprocedure voor het telewerk aanzienlijk korter.

12) De technische omkadering (e.i. telefonische bereikbaarheid, videoconferencing) van het telewerk kan nog worden verbeterd.

Er kan ook nog nagedacht worden over het inzetten van meer flexibele vormen van telewerk naast het structureel telewerk.

13) Het aantal telewerkers blijft nog steeds toenemen, hoewel deze toename lijkt te vertragen sinds de tweede helft van 2013.