SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
18 décembre 2013 18 december 2013
________________
Question écrite n° 5-10675 Schriftelijke vraag nr. 5-10675

de Lies Jans (N-VA)

van Lies Jans (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
la cigarette électronique de elektronische sigaret 
________________
industrie du tabac
tabac
tabagisme
produit de remplacement
risque sanitaire
tabaksindustrie
tabak
nicotineverslaving
vervangingsproduct
gevaren voor de gezondheid
________ ________
18/12/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
18/12/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4346 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4346
________ ________
Question n° 5-10675 du 18 décembre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10675 d.d. 18 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Il y a quelques mois, j'ai posé à la ministre une question relative à ce qu'on appelle la cigarette pour enfants. Face au risque d'effets potentiellement nocifs, la ministre avait demandé un avis en toute urgence au Conseil supérieur de la santé.

Une étude récente du « Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu » néerlandais (Institut pour la Santé publique et l'Environnement) précise que, comme la cigarette ordinaire, la cigarette électronique (appareil contenant de la nicotine) nuit gravement à la santé et provoque tout autant l'assuétude.

Depuis des années, la politique à l'égard des cigarettes électroniques est plus stricte dans notre pays que chez nos voisins. À l'instar des cigarettes traditionnelles, elles ne peuvent être employées dans les cafés et autres lieux publics. Par ailleurs, les appareils qui ne contiennent pas de tabac mais de la nicotine sont considérés comme des médicaments, et doivent par conséquent être vendus en pharmacie. Actuellement, une grande proportion des capsules est donc vendue illégalement sur internet.

Une nouvelle directive du Parlement européen considérera probablement la cigarette électronique comme un produit du tabac ordinaire, ce qui assouplira les conditions de vente dans notre pays.

Je souhaiterais poser les questions suivantes :

1) Le Conseil supérieur de la santé a-t-il déjà rendu un avis relatif à la cigarette électronique ?

2) La ministre tiendra-t-elle compte des conclusions publiées aux Pays-Bas ? Si oui, comment ?

3) En anticipant sur les nouvelles règles européennes, quelle est la vision à long terme quant à une règlementation de la cigarette électronique (avec ou sans nicotine) ?

 

Enige tijd geleden stelde ik aan mevrouw de minister een vraag i.v.m. de zogenaamde kindersigaret. De potentiele schadelijke gevolgen ervan moesten volgens de minister zeker onderzocht worden, er werd daarom bij hoogdringendheid een advies gevraagd aan de Hoge Gezondheidsraad.

Ook de elektronische sigaret (nicotine bevattende toestel) blijkt, volgens nieuw onderzoek van het Nederlandse Rijksinstituut voor Gezondheid en Milieu, net als een gewone sigaret bijzonder schadelijk te zijn voor de gezondheid. En bovendien even verslavend als de gewone variant.

In ons land is het beleid rond elektronische sigaretten al jaren strenger dan in onze buurlanden. Net als traditionele sigaretten mogen ze niet op café en andere openbare plaatsen gebruikt worden. Daarnaast worden de toestellen die geen tabak maar wel nicotine bevatten, beschouwd als geneesmiddelen. D.w.z. dat ze in apotheken verkocht moeten worden. Bijgevolg worden de capsules nu voor een groot deel illegaal via internet verkocht.

In een nieuwe richtlijn van het Europees Parlement zal de e-sigaret naar alle waarschijnlijkheid als een gewoon tabaksproduct worden beschouwd, waardoor de verkoopregels in ons land zullen versoepelen.

Graag had ik volgende vragen aan de minister gesteld:

1) Is er al een advies van de Hoge Gezondheidsraad wat de e-sigaret betreft?

2) Gaat de minister rekening houden met de bevindingen van de Nederlandse collega's? Zo ja, op welke manier?

3) Wat is de lange termijnvisie op de reglementering van de e-sigaret (zowel met, als zonder nicotine), anticiperend op de nieuwe Europese regelgeving?