SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
12 décembre 2013 12 december 2013
________________
Question écrite n° 5-10598 Schriftelijke vraag nr. 5-10598

de Cindy Franssen (CD&V)

van Cindy Franssen (CD&V)

à la ministre de l'Emploi

aan de minister van Werk
________________
l'impact des entreprises de titres-services sur le budget des Centres publics d'action sociale de impact van de dienstencheque-ondernemingen op de budgetten van de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn 
________________
avantage accessoire
CPAS
bijkomend voordeel
OCMW
________ ________
12/12/2013Verzending vraag
17/2/2014Antwoord
12/12/2013Verzending vraag
17/2/2014Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3927 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3927
________ ________
Question n° 5-10598 du 12 décembre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10598 d.d. 12 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Régulièrement s'engagent à l'échelon communal des discussions sur les problèmes des entreprises de titres-services constituées au sein des CPAS.

À différents endroits, la gestion de ces entreprises de titres-services conduirait à de sérieuses pertes pour les CPAS. L'indemnité horaire qu'ils reçoivent pour les activités ménagères a fortement baissé au cours des ans, et par conséquent les pertes s'accumulent. En outre, de nombreuses mesures de soutien ont été supprimées, ce qui fait grimper le coût salarial. Le statut CPAS (avantages extra-légaux, jours de congé...) des travailleurs représente un coût supplémentaire par rapport à un emploi identique dans une entreprise privée de titres-services.

À première vue, la situation des travailleurs en question est plus favorable, mais la pression financière pourrait conduire des administrations locales à fermer des entreprises de titres-services, ce qui, à terme, risque de renvoyer au chômage des forces de travail peu qualifiées.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) La ministre est-elle au courant de ces problèmes au niveau local ?

2) Dispose-t-on de chiffres relatifs à la situation financière des entreprises de titres-services créées par les CPAS ? Si oui, j'aimerais les obtenir.

3) Comment la ministre pense-t-elle contribuer à résoudre le problème ?

 

Tijdens gesprekken op gemeentelijk niveau werden geregeld de problemen aangehaald met betrekking tot de dienstencheque-ondernemingen die werden opgericht in de schoot van de lokale OCMW's.

De OCMW's zouden op diverse plaatsen ernstige verliezen lijden ten gevolge van het beheer van deze dienstencheque-ondernemingen. De uurvergoeding die zij per poetshulp per uur ontvangen, is in de loop der jaren sterk afgenomen en heeft ertoe geleid dat de verliezen zich opstapelen. Bovendien zijn heel wat ondersteunende maatregelen weggevallen waardoor de loonkost sterk is toegenomen. Het duurder OCMW-statuut (extra-legale voordelen, verlofdagen… ) waaronder de werknemers worden tewerkgesteld, is een extra kost tegenover identieke tewerkstelling in de private DCO-sector.

Betrokken werknemers vertoeven op het eerste zicht in een betere tewerkstellingscontext doch door de financiële druk zouden heel wat lokale besturen kunnen beslissen om de DCO's op te doeken. Hierdoor riskeren laaggeschoolde arbeidskrachten op termijn opnieuw in de werkloosheid terecht te komen.

Graag had ik van de Minister het volgende vernomen:

1) Is de minister op de hoogte van deze problemen op het lokale niveau?

2) Zijn er cijfers beschikbaar omtrent de financiële toestand van de door OCMW's opgerichte DCO's? Zo ja, dan had ik deze graag ontvangen.

3) Hoe denkt de minister te kunnen bijdragen aan een oplossing hiervoor?

 
Réponse reçue le 17 février 2014 : Antwoord ontvangen op 17 februari 2014 :

1./2. Une étude de rentabilité est effectuée dans le cadre de l’évaluation du système des titres-services. Ce rapport est à sa dernière phase. Sur base des résultats de cette évaluation, j’aurai une vue objective sur la rentabilité et la qualité de l’emploi dans les entreprises concernées.

3. En 2004, une convention relative à l’utilisation des titres-services dans les Centres publics d’action sociale (CPAS) a été conclue.

Cette convention détermine le volume de travail de référence. C’est le volume de travail des douze mois avant le mois du début du premier contrat de travail titres-services. Chaque année, l’augmentation du nombre d’heures de travail est comparée au nombre de titres-services introduits par le CPAS pendant la même période.

Pour chaque CPAS, l’augmentation du nombre d’heures de travail doit au moins être égale à deux tiers du nombre de titres-services introduits par le CPAS. On peut donc employer un tiers du personnel existant dans la section titres-services.

Je pense que cette convention contribue à une solution au problème.

1./2. In het kader van de evaluatie van het stelsel van de dienstencheques wordt een rentabiliteitsstudie uitgevoerd. Dit rapport wordt momenteel afgerond. Op basis van de resultaten van deze evaluatie zal ik een objectief zicht hebben op de rentabiliteit en de kwaliteit van de arbeid in de betrokken ondernemingen.

3. In 2004 werd een convenant gesloten houdende het gebruik van dienstencheques in de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s).

Dit convenant bepaalt een referentie arbeidsvolume, dit is het arbeidsvolume van de twaalf maanden voor de beginmaand van het eerste arbeidscontract dienstencheques. Ieder jaar wordt de verhoging van het aantal werkuren vergeleken met het aantal dienstencheques door het OCMW in omloop gebracht in dezelfde periode.

De toename van het aantal werkuren dient voor ieder OCMW minimaal twee derde te bedragen van het aantal dienstencheques in omloop gebracht door het OCMW. Er mag dus voor een derde bestaand personeel in de dienstencheque-afdeling worden ingezet.

Ik denk dat dit convenant bijdraagt tot een oplossing voor het probleem.