SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
27 novembre 2013 27 november 2013
________________
Question écrite n° 5-10494 Schriftelijke vraag nr. 5-10494

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Rock Werchter - Officiers supérieurs de police - Entrées gratuites - Déontologie Rock Werchter - Hoge politieofficieren - Vrijkaarten - Deontologie 
________________
manifestation culturelle
police
police locale
déontologie professionnelle
culturele manifestatie
politie
gemeentepolitie
beroepsdeontologie
________ ________
27/11/2013Verzending vraag
17/4/2014Antwoord
27/11/2013Verzending vraag
17/4/2014Antwoord
________ ________
Question n° 5-10494 du 27 novembre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10494 d.d. 27 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les médias ont récemment révélé que de nombreux officiers supérieurs de la police – il est question de plusieurs centaines d'entre eux –pouvaient bénéficier de tickets gratuits pour le festival rock de Werchter et ses annexes. Le parquet aurait diligenté une enquête préliminaire.

Voici mes questions à ce sujet :

1) La ministre confirme-t-elle que le nombre élevé d'entrées gratuites pour le festival de Werchter reçues par des officiers supérieurs de la police peut poser un problème éthique et déontologique ?

2) Quels codes déontologiques s'appliquent en la matière ? Y a-t-il des directives quant à des entrées gratuites ou autres faveurs en nature ? La ministre considère-t-elle que ces directives sont suffisamment claires et efficaces, ou pense-t-elle qu'elles devraient être précisées ?

3) Prendra-t-elle des mesures en ce sens ? Si oui, lesquelles, quand et de quelle manière ? Dans la négative, pourquoi estime-t-elle que cette question n'est pas assez importante pour mériter une action plus explicite ?

 

Recent meldden de media een opmerkelijk hoog aantal hoge politieofficieren dat over vrijkaarten kan beschikken voor het rockfestival – en derivaten – in Werchter. De aantallen waarvan spraken lopen in de vele honderden. Het parket zou hieromtrent een verkennend onderzoek voeren.

Hierover de volgende vragen.

1) Bevestigt de geachte minister dat er mogelijk een ethisch en deontologisch probleem bestaat met het groot aantal vrijkaarten voor hogere politieofficieren voor de festivals in Werchter?

2) Welke deontologische codes gelden hieromtrent? Bestaan er richtlijnen voor de politie inzake het omgaan met vrijkaarten en andere gunsten in natura? Vindt de geachte minister deze richtlijnen voldoende duidelijk en werkzaam of oordeelt de minister dat hieromtrent veel duidelijkere directieven moeten worden verstrekt?

3) Zal zij hieromtrent expliciete maatregelen treffen, zo ja welke en wanneer en op welke wijze? Zo niet, waarom vindt zij deze aangelegenheid onvoldoende relevant voor een meer duidelijke beleidsvoering?

 
Réponse reçue le 17 avril 2014 : Antwoord ontvangen op 17 april 2014 :

Le cadre de référence relatif à l’acceptation d’avantages ou non par le personnel de police est clairement défini au point 26 de l’annexe de l’arrêté royal du 10 mai 2006 fixant le code de déontologie des services de police.

Cette disposition stipule que : “Il est interdit aux membres du personnel de solliciter, d’exiger ou d’accepter, directement ou par personne interposée, même en dehors de leurs fonctions, mais en raison de celles-ci, des dons, gratifications ou avantages quelconques (cf. article 130 de la Loi sur la Police intégrée). Ils peuvent cependant accepter de petits cadeaux symboliques qui leur sont proposés en raison de leur fonction ou de l’exécution de leurs devoirs.”

Il revient le cas échéant, à la zone de police personnellement d’affiner ces consignes dans une ligne d’action spécifique s’appuyant sur l’expertise acquise grâce aux expériences concrètes. La règle relative aux petits cadeaux symboliques a notamment trait aux initiatives mises en œuvre par la zone de police afin de mettre en évidence l’appréciation à l’égard du personnel (par exemple la pension).

En ce qui concerne la présente question relative au nombre élevé de tickets gratuits éventuellement mis à la disposition d’officiers de police, il me semble prématuré de déjà se prononcer puisque l’enquête pénale est encore en cours. Par ailleurs, il ne ressort pas des premiers communiqués publiés dans la presse que les tickets gratuits ont tout d’abord été distribuées au personnel de police.

J’estime en outre que la/les disposition(s) actuelle(s) suffit/suffisent pour entreprendre une action disciplinaire, si tel est requis par l’issue de l’enquête pénale, et qu’il n’est par conséquent pas indiqué de diffuser des directives supplémentaires pour le moment.

Het referentiekader omtrent het al dan niet aanvaarden van voordelen door politiepersoneel wordt duidelijk gedefinieerd in het punt 26 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 mei 2006 houdende vaststelling van de deontologische code.

Deze bepaling stipuleert: “Het is de personeelsleden verboden, zelfs buiten hun functies, maar uit dien hoofde, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenpersonen, giften, beloningen of welke voordelen ook te vragen of aan te nemen (cfr. artikel 130 Wet op de Geïntegreerde Politie). Zij mogen echter wel kleine symbolische ge-schenken aanvaarden die hun wegens hun ambt of wegens de uitvoering van hun plichten worden aangeboden.”

Het komt desgevallend aan de individuele politiezone toe om deze voorschriften verder te verfijnen in een specifieke beleidslijn aan de hand van expertise opgebouwd op grond van concrete ervaringen. De regel inzake de kleine symbolische geschenken heeft o.m. betrekking op initiatieven die vanuit de politiezone worden ontwikkeld, teneinde de waardering voor het personeel in de verf te zetten (bijvoorbeeld pensioen).

Wat betreft de huidige kwestie inzake de mogelijke ter beschikking stelling van -grote aantallen- vrijkaarten aan politieofficieren, lijkt het mij voorbarig om nu reeds een uitspraak te doen daar het strafrechtelijk onderzoek nog lopende is. Uit de eerste berichten in de pers komt trouwens niet naar voren dat de vrijkaarten primair werden verdeeld aan het politiepersoneel.

Ik meen bovendien dat de huidige bepaling(en) volstaa(t)n om disciplinair op te treden indien de uitkomst van het strafrechtelijk onderzoek zulks vereist en dat het derhalve momenteel niet aangewezen is om bijkomen-de directieven te verstrekken.