SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
12 novembre 2013 12 november 2013
________________
Question écrite n° 5-10341 Schriftelijke vraag nr. 5-10341

de Cindy Franssen (CD&V)

van Cindy Franssen (CD&V)

au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes

aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden
________________
l'accessibilité de la gare de Merelbeke aux voyageurs à mobilité réduite de toegankelijkheid van het station van Merelbeke voor minder mobiele reizigers 
________________
facilités pour handicapés
gare ferroviaire
Société nationale des chemins de fer belges
faciliteiten voor gehandicapten
spoorwegstation
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
________ ________
12/11/2013Verzending vraag
2/12/2013Antwoord
12/11/2013Verzending vraag
2/12/2013Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3928 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3928
________ ________
Question n° 5-10341 du 12 novembre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10341 d.d. 12 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Il y a quelques années que la gare de Merelbeke a été fermée. Par la suite, un vaste parking et une aire de stationnement pour vélos donnant un accès direct à la voie 1, ont été aménagés sur le site. La voie 2 est accessible via deux escaliers et un tunnel sous les voies. Ces aménagements n'ont toutefois pas tenu compte des voyageurs à mobilité réduite qui ont des difficultés à se rendre à la voie 2.

Le trafic ferroviaire occupe une place importante dans une politique de mobilité durable, surtout pour ce qui concerne les déplacements entre le domicile et le lieu de travail. On prévoit que son importance croîtra encore à l'avenir.

Les transports en commun sont à la disposition de tous, jeunes ou vieux, personnes mobiles ou à mobilité réduite. On tient compte de cet impératif lors de l'aménagement de nouvelles infrastructures publiques (bâtiments, routes, gares, etc.). C'est moins souvent le cas pour les infrastructures plus anciennes.

Je souhaiterais donc obtenir les renseignements suivants.

1) Est-il possible d'examiner quelles solutions on pourrait appliquer pour permettre aux voyageurs à mobilité réduite d'atteindre la voie 2 de manière confortable ?

2) Ce problème se rencontre aussi dans d'autres communes. Existe-t-il un inventaire des endroits où les voyageurs à mobilité réduite éprouvent des difficultés d'accès ? Si oui, cet inventaire peut-il être communiqué ?

3) Le ministre est-il prêt à dégager un budget pour s'attaquer à ce problème ? Dans l'affirmative, dans quel délai ?

 

Enkele jaren terug werd het stationsgebouw van Merelbeke gesloten. Nadien werd op de site een grote parking en een fietsenstalling aangelegd met een directe toegang tot spoor 1. Spoor 2 kan worden bereikt via twee trappen en een tunnel onder de sporen. Daarbij werd echter geen rekening gehouden met minder mobiele reizigers, waardoor zij spoor 2 moeilijk kunnen bereiken.

In het kader van een duurzaam mobiliteitsbeleid neemt het treinverkeer een belangrijke plaats in, vooral voor het woon- werkverkeer. Er wordt verwacht dat het belang daarvan in de toekomst nog zal toenemen.

Het openbaar vervoer is er voor iedereen, jong en oud, mobiel en minder mobiel. Bij de aanleg van nieuwe openbare infrastructuur (gebouwen, wegen, stations,…) wordt daarmee rekening gehouden. Bij oudere infrastructuur is dat minder het geval.

Graag had ik dan ook van de minister het volgende vernomen:

1) Is het mogelijk te onderzoeken welke oplossingen er zijn zodat minder mobiele reizigers spoor 2 op een comfortabele manier kunnen bereiken?

2) Deze problematiek bestaat ook in andere gemeenten. Bestaat er een inventaris van locaties met een probleem voor de toegang voor minder mobiele reizigers? Zo ja, kan het bezorgd worden?

3) Is de minister bereid een budget uit te trekken om die problematiek aan te pakken? Zo ja, binnen welke tijdspanne?

 
Réponse reçue le 2 décembre 2013 : Antwoord ontvangen op 2 december 2013 :

En réponse aux questions de l'honorable membre, le groupe societe nationale des chemins de fer belges (SNCB) communique les éléments suivants:

1) Afin de créer un réseau de gares accessibles sur la base de la répartition géographique, l'importance de la gare, la présence de personnel et l'infrastructure disponible, 100 gares ont été sélectionnées par le Groupe SNCB afin de s'assurer qu'il y ait toujours au moins une gare accessible (avec des quais indépendants) dans un rayon de 15 km. À cet égard, rendre pleinement accessibles les quais de Gand-Saint-Pierre est une priorité dans les environs de Merelbeke.

Lors de travaux de renouvellement et ce, également pour les gares qui ne font pas partie de la liste des 100 gares telles que par exemple Merelbeke, il est regardé au cas par cas comment l'accessibilité des quais peut être améliorée en fonction de la nature du travail et des possibilités financières.

À la gare de Merelbeke, les quais sont rehaussés, des dalles de guidance ont été placées et le passage souterrain étendu.

Pour rendre entièrement accessible les quais de Merelbeke, chaque quai devrait être équipé d'un ascenseur.

Le Groupe SNCB m'informe que, à l'heure actuelle, il n'y a pas de perspectives pour la mise en place d'ascenseurs dans la gare de Merelbeke.

2) Pour pouvoir prendre le train en tant qu’utilisateur de fauteuil roulant, il faut tout d’abord une assistance.

La SNCB fournit une assistance quotidienne dans 131 gares et ce, du premier au dernier train. Il est parfois possible de bénéficier d’une assistance dans d’autres gares. La gare la plus proche pour les voyageurs à mobilité réduite est celle de Gand-Saint- Pierre.

3) Les travaux prévus n’incluent pas aujourd'hui la gare de Merelbeke, mais je rappelle que le Gouvernement a approuvé un investissement de 400 à 450 millions d’euros dans le Plan pluriannuel d'investissement 2013-2025 qui met spécifiquement l'accent sur les ajustements nécessaires pour les personnes à mobilité réduite.

In antwoord op de vragen van het geachte lid deelt de NMBS-groep de volgende elementen mee:

1) Om een netwerk van toegankelijke stations te creëren zijn op basis van geografische spreiding, het belang van het station, de aanwezigheid van personeel en de beschikbare infrastructuur, 100 stations gekozen door de NMBS Groep die er voor zorgen dat er altijd minstens één toegankelijk station (met autonoom toegankelijke perrons) binnen een straal van 15 km is. In de nabijheid van Merelbeke geniet het integraal toegankelijk maken van de perrons in Gent-Sint-Pieters in dit opzicht de prioriteit.

Bij vernieuwingswerken, eveneens voor de stations die niet tot de lijst van 100 stations behoren zoals bijvoorbeeld Merelbeke, wordt geval per geval, bekeken hoe de toegankelijkheid van de perrons verbeterd kan worden, in functie van de aard van de werken en de financiële mogelijkheden.

In Merelbeke zijn de perrons verhoogd, zijn blindegeleidetegels aangebracht en is de onderdoorgang verlengd.

Om de perrons in Merelbeke integraal toegankelijk te maken, zou elk perron moeten voorzien worden van een lift.

De NMBS groep meldt mij dat momenteel er geen vooruitzichten zijnvoor de plaatsing van liften in station Merelbeke.

2) Om als rolstoelgebruiker de trein te kunnen nemen, is in de eerste plaats assistentie nodig.

In 131 stations biedt de NMBS elke dag assistentie en dit van de eerste tot de laatste trein. Ook in andere stations is er soms assistentie mogelijk. Het dichtstbijzijnde station, waar reizigers met beperkte toegankelijkheid terecht kunnen, is Gent-Sint-Pieters.

3) De geplande werken omvatten vandaag het station van Merelbeke niet, maar ik herinner eraan dat de Regering in het Meerjareninvesteringsplan 2013-2025 een investering van 400 tot 450 miljoen euro heeft goedgekeurd die specifiek gericht is op de nodige aanpassingen voor personen met een beperkte mobiliteit.