SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Session 2013-2014 | Zitting 2013-2014 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
22 octobre 2013 | 22 oktober 2013 | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question écrite n° 5-10156 | Schriftelijke vraag nr. 5-10156 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes |
aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Diplomates belges à Londres - Amendes impayées - « Congestion charge » - Réclamation | Belgische diplomaten in Londen - Niet betaalde boetes - "Congestion charge" - Terugvordering | ||||||||
________ | ________ | ||||||||
amende profession diplomatique ambassade péage Cour internationale de justice |
geldboete personeel in diplomatieke dienst ambassade tol Internationaal Gerechtshof |
||||||||
________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
________ | ________ | ||||||||
Question n° 5-10156 du 22 octobre 2013 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-10156 d.d. 22 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
L'ambassade belge à Londres refuse depuis dix ans déjà de s'acquitter du péage urbain et des amendes qui découlent du non-paiement. L'arriéré s'élèverait à 400 000 euros. La diplomatie belge conteste le caractère contraignant de cette « congestion charge », qu'elle considère comme un impôt. Pour les Britanniques toutefois, il ne s'agit pas d'un impôt mais d'une redevance en contrepartie d'un service. La Grande-Bretagne envisage actuellement de réclamer cet arriéré par le biais de la Cour internationale de justice. D'où les questions suivantes : 1) Le ministre confirme-t-il que l'ambassade belge à Londres s'attend à se voir réclamer 400 000 euros pour non-paiement du péage urbain et des amendes qui y sont liées ? 2) Qui a pris la décision de ne pas s'acquitter du péage ni des amendes depuis 2003, date d'instauration de cette redevance ? 3) Sur la base de quels arguments la Belgique a-t-elle décidé et décide-t-elle de ne pas payer ces redevances ? 4) D'autres ambassades adoptent-elles la même position ou la Belgique est-elle isolée en la matière ? 5) Le ministre a-t-il été informé que les Britanniques envisageaient une procédure pénale internationale ? 6) Envisage-t-il des solutions ou laissera-t-il ce conflit s'aggraver davantage ? |
Al tien jaar lang weigert de Belgische ambassade in Londen om de specifieke verkeerstol en dito boetes te betalen. Het zou ondertussen over een achterstand van 400 000 euro gaan. De Belgische diplomatie betwist de afdwingbaarheid van deze "congestion charge", die zij als een belasting beschouwen. De Britten stellen echter dat dit geen belasting maar wel een heffing voor een dienst is. Momenteel overweegt Groot-Brittannië om deze achterstal terug te vorderen via het Internationaal Gerechtshof. Hierover de volgende vragen. 1) Bevestigt de geachte minister dat de Belgische ambassade in Londen aankijkt tegen een claim van 400 000 euro wegens het niet betalen van de verkeerstol en de boetes daarvoor? 2) Wie nam de beslissing om vanaf 2003 - invoering van deze heffing - de tol en boetes niet te betalen? 3) Op basis van welke argumenten koos en kiest België ervoor om deze heffingen niet te betalen? 4) Zijn er andere ambassades die een gelijkaardig standpunt innemen of staat België hier geïsoleerd? 5) Is de geachte minister op de hoogte dat de Britten hieromtrent een internationale strafzaak overwegen? 6) Ziet hij hieromtrent oplossingen of zal hij dit conflict verder laten escaleren? |
||||||||
Réponse reçue le 5 décembre 2013 : | Antwoord ontvangen op 5 december 2013 : | ||||||||
1) Le montant de l’impayé communiqué le 11 mars 2013 par le Foreign and Commonwealth Office s’élevait, au 20 décembre 2012, à 315 740 livres sterling (environ 375 730 euros). Cette somme est évaluée à 340 790 livres sterling (environ 405 540 euros) au 30 octobre 2013. 2) En février 2007, la Belgique, suivant l’exemple de la majorité des États membres de l’Union européenne, a décidé de ne plus payer cet impôt. Selon moi, il s’agit d’un impôt et non d’une redevance perçue en raison d’un service particulier, aucun service spécifique n’étant rendu en échange du paiement de la somme considérée. En effet, les revenus générés financent des services destinés à d’autres personnes que celles qui s’acquittent du péage urbain (congestion charge). Tout comme l’impôt sur les carburants, dont le personnel diplomatique et consulaire est exempté, le péage urbain est lui aussi un impôt visant à décourager l’utilisation de la voiture et à stimuler celle des transports en commun. 3) La Convention de Vienne sur les relations diplomatiques du 18 avril 1961 exempte la mission diplomatique (article 23, § 1) ainsi que les agents diplomatiques (article 34) de tous impôts et taxes nationaux, régionaux ou communaux, à l’exception des impôts et taxes perçus en rémunération de services particuliers rendus, lesquels doivent bel et bien être payés, tant par la mission que par le personnel. Par ailleurs, le péage urbain semble être de nature à contrevenir, d’une part, à l’article 25 de la Convention, qui stipule que « l’État accréditaire accorde toutes facilités pour l’accomplissement des fonctions de la mission » et, d’autre part, à l’article 26, qui prévoit que « l'État accréditaire assure à tous les membres de la mission la liberté de déplacement et de circulation sur son territoire ». Par conséquent, eu égard au fait que la congestion charge est un impôt local sur la circulation et aucunement une redevance – comme le prétendent à tort les autorités britanniques –, la mission et son personnel en sont exemptés ; ils ne s’acquittent dès lors pas du paiement de l’impôt, ni des amendes qui en découlent. 4) La position défendue par la Belgique n’isole pas notre pays : les ambassades de 24 des 28 États membres de l’Union européenne ne paient pas la congestion charge. C’est également le cas de nombre d’autres ambassades, dont celle des États-Unis. 5) J’en suis effectivement informé, mais je n’ignore pas par ailleurs que le Royaume-Uni soupèse avec une grande prudence cette possibilité de saisine de la Cour internationale de justice et étudie dans le même temps d’autres options. 6) Il n’est en l’occurrence aucunement question d’un conflit entre États : il s’agit simplement d’une divergence d’interprétation quant à la nature de la congestion charge. |
1) Op 11 maart 2013 heeft het “Foreign and Commonwealth Office” laten weten dat de totale uitstaande schuld op 20 december 2012 315 740 Britse ponden (ongeveer 375 730 euro) bedroeg. Op datum van 30 oktober 2013 wordt deze som op 340 790 Britse ponden (ongeveer 405 540 euro) geraamd. 2) In februari 2007 heeft België beslist om zich aan te sluiten bij de meerderheid van de lidstaten van de Europese Unie om de belasting niet langer te betalen. Het gaat mijns inziens om een belasting en niet om een heffing voor een bepaalde dienst, aangezien er geen specifieke dienst verleend wordt in ruil voor betaling van een bepaalde som. Immers de inkomsten die verkregen worden zijn bedoeld om diensten te verstrekken aan andere personen dan zij die de “congestion charge” betalen. Zoals de belasting op brandstoffen waarvan diplomatiek en consulair personeel is vrijgesteld, is de “congestion charge” een belasting die bedoeld is om autorijden te ontmoedigen en het gebruik van openbaar vervoer te stimuleren. 3) Het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 april 1961 voorziet in een vrijstelling van alle landelijke, gewestelijke of gemeentelijke belastingen ten behoeve de diplomatieke zending (het artikel 23, §1) en het personeel van deze zending (artikel 34), met uitzondering van een heffing die geldt als vergoeding voor een bepaalde verleende dienst, die door de zending en het personeel wel moet betaald worden. De “congestion charge” staat mogelijk ook haaks op artikel 25 dat het volgende bepaalt: “de ontvangende Staat verleent de zending alle faciliteiten ten behoeve van de uitoefening van haar werkzaamheden” en artikel 26 dat stelt dat de ontvangende Staat er zorg voor draagt “dat alle leden van de zending zich vrijelijk op zijn grondgebied kunnen bewegen en er vrijelijk kunnen reizen”. Vermits dus de “congestion charge” een lokale verkeersbelasting is en geen heffing zoals de Britse autoriteiten onterecht beweren, is de zending en het personeel vrijgesteld en worden deze belasting en de daarmee samengaande boetes, niet betaald. 4) België staat niet geïsoleerd met dit standpunt: de ambassades van 24 van de 28 Europese unie-lidstaten betalen deze “congestion charge” niet. Dat is ook het geval voor tal van andere ambassades, waaronder deze van de VS. 5) Ja, ik ben hiervan op de hoogte maar het is mij ook bekend dat UK de mogelijkheid tot het vatten van het Internationaal Gerechtshof met grote voorzichtigheid benadert en ook andere opties bestudeert. 6) Er is geen sprake van een conflict tussen Staten, enkel van een interpretatieverschil over de aard van de “congestion charge”. |