SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
26 mars 2010 26 maart 2010
________________
Question écrite n° 4-7365 Schriftelijke vraag nr. 4-7365

de Geert Lambert (Indépendant)

van Geert Lambert (Onafhankelijke)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Armes de poing - Croissance des importations - Comparaison entre les licences d'importation et les autorisations de détention d'armes - Contrôle du registre des armuriers Handvuurwapens - Stijgende invoer - Vergelijking van de invoervergunningen met de wapenvergunningen - Controle van de wapenregisters van de wapenhandelaars 
________________
arme à feu et munitions
arme personnelle
commerce des armes
importation
arme de petit calibre
vuurwapen
persoonlijk wapen
wapenhandel
invoer
handvuurwapens
________ ________
26/3/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/4/2010)
29/4/2010Antwoord
26/3/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/4/2010)
29/4/2010Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7366 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7366
________ ________
Question n° 4-7365 du 26 mars 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-7365 d.d. 26 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Selon le Vlaams Vredesinstituut, l'importation sous licence d'armes légères et de petit calibre a fortement augmenté l'année dernière (35 % de plus qu'en 2008) pour la troisième année consécutive. En quatre ans, la valeur totale des licences d'importation pour ces armes a quasiment quadruplé. Ces armes sont principalement demandées par les armuriers. D'après le Vredesinstituut, la forte hausse de l'importation sous licence d'armes à feu peut s'expliquer en partie par les importations croissantes d'armes par des armuriers pour le compte des autorités belges, mais l'essentiel de la hausse concerne des armes dont les armuriers ignoraient l'acheteur au moment de la demande de licence. Ces armes sont donc probablement destinées à des particuliers.

Les services provinciaux des armes et les autorités policières n'exercent toutefois aucun contrôle sur la destination d'une arme après son importation. Ils ne prennent connaissance de l'existence d'une arme qu'au moment de l'introduction d'un dossier.

Celui qui importe des armes sans demander aussitôt un permis commet un délit. Le gouvernement a annoncé récemment qu'il ferait du trafic d'armes une priorité, mais les délits de ce genre ne sont pas systématiquement poursuivis ou contrôlés.

Un contrôle est néanmoins possible. La solution la plus simple serait que les services fédéraux des armes prenne contact avec l'administration flamande afin de comparer les licences d'importation avec les demandes d'autorisation de détention d'armes.

Les registres des armuriers peuvent également faire l'objet d'un contrôle. Ces registres mentionnent quelles armes ont été importées et quelle est leur destination ultérieure.

Voici donc mes questions:

1. Le ministre a-t-il l'intention de se concerter avec le ministre flamand de l'Économie en vue de la transmission des licences d'importation d'armes aux services fédéraux et provinciaux des armes ?

2. Les autorités de police contrôlent-elles les registres des armuriers ?

3. Combien de contrôles opère-t-on annuellement, et combien d'infractions a-t-on constatées lors des contrôles ?

4. La forte hausse des licences d'importation pour les armes de poing a-t-elle un impact sur le nombre de demandes d'autorisations de détention d'armes ?

5. Le ministre croit-il que les services fédéraux des armes savent ce qu'il advient des armes importées ?

 

Volgens een rapport van het Vlaams Vredesinstituut is de vergunde invoer van kleine en lichte vuurwapens het voorbije jaar voor het derde jaar op rij sterk gestegen (35 % meer dan in 2008). Op vier jaar tijd is de totale waarde van de invoervergunningen voor die vuurwapens bijna verdrievoudigd. Die vuurwapens worden voornamelijk aangevraagd door handelaars. De sterke stijging van de vergunde invoer van vuurwapens kan volgens het Vredesinstituut gedeeltelijk worden verklaard door de toegenomen invoer van de wapens door handelaars in opdracht van de Belgische overheid, maar het gros van de stijging betreft vuurwapens waarvan de handelaars nog niet wisten wie ze ging kopen op het moment van de vergunningsaanvraag. Die wapens zijn dus waarschijnlijk bestemd voor particulieren.

De provinciale wapendiensten en politionele overheden oefenen echter geen controle uit op het lot van een wapen nadat het wordt ingevoerd. Ze nemen pas kennis van het bestaan van een wapen wanneer een dossier wordt ingediend.

Wie wapens invoert zonder meteen een vergunning aan te vragen, pleegt een misdrijf. De regering kondigde onlangs aan van de handel in illegale wapens een prioriteit te maken, maar toch worden dergelijke misdrijven niet systematisch opgespoord of gecontroleerd.

Nochtans zou dit kunnen worden gecontroleerd. De eenvoudigste oplossing zou erin bestaan dat de federale wapendiensten contact opnemen met de Vlaamse administratie en de invoervergunningen worden vergeleken met de aangevraagde wapenvergunningen.

Ook kunnen de registers van de wapenhandelaars worden gecontroleerd. In die registers staat welke wapens zijn ingevoerd en wat nadien met die wapens gebeurt.

Vandaar mijn vragen:

1. Is de minister van plan om met de Vlaamse minister van Economie overleg te plegen over het doorspelen van invoervergunningen voor wapens aan de federale en provinciale wapendiensten?

2. Voeren de politionele overheden controles uit op de wapenregisters van de wapenhandelaars?

3. Hoeveel controles gebeuren er jaarlijks, en hoeveel inbreuken werden bij de controles vastgesteld?

4. Heeft de sterke stijging van de invoervergunningen voor handvuurwapens een weerslag op het aantal aangevraagde wapenvergunningen?

5. Meent de minister dat de federale wapendiensten zicht hebben op wat met de ingevoerde wapens gebeurt?

 
Réponse reçue le 29 avril 2010 : Antwoord ontvangen op 29 april 2010 :

1. Au niveau administratif, il existe depuis longtemps une bonne communication directe entre le service de contrôle du commerce d’armes de la région flamande et les provinces (flamandes). Tant en matière de dossiers spécifiques d’importation qu’en général, il y a une bonne collaboration entre ces niveaux. L’information systématique des services provinciaux des armes sur la délivrance de licences d’importation va bientôt débuter.

2. et 3. Ces points relèvent de la compétence de ma collègue de l’Intérieur à qui la question a également été posée.

4. Pour le moment, aucune indication ne permet d’affirmer qu’il existe un rapport entre le nombre augmenté de licences d’importation et le nombre de demandes d’autorisation de détention armes. Probablement, d’une part, une partie des armes importées est réexportée par les armuriers concernés et d’autre part, de plus en plus de chasseurs et de tireurs sportifs se rendent dans les pays voisins pour y acheter leurs armes à des conditions plus intéressantes. Tant que tout cela se fait de manière légale, aucun problème ne se pose.

5. Il est vrai que le niveau fédéral n’a a priori qu’une vue sur les armes importées à l’occasion d’un contrôle des registres chez des armuriers. Cela est en effet encore susceptible d’améliorations. Un nouvel arrêté d’exécution réglera prochainement la traçabilité des armes.

1. Op ambtelijk niveau bestaat er reeds lang een goede en rechtstreekse communicatie tussen de dienst Controle Wapenhandel van het Vlaams gewest en de (Vlaamse) provincies en zowel met betrekking tot specifieke invoerdossiers als meer algemeen wordt er tussen deze niveaus goed samengewerkt. Binnenkort zal een aanvang worden gemaakt met het systematisch ter kennis van de provinciale wapendiensten brengen van de afgegeven invoervergunningen.

2. en 3. Deze punten behoren tot de bevoegdheid van mijn collega van Binnenlandse Zaken, aan wie de vraag ook werd gesteld.

4. Er zijn momenteel nog geen aanwijzingen dat er een verband bestaat tussen het gestegen aantal invoervergunningen en het aantal aangevraagde wapenbezitsvergunningen. Wellicht wordt enerzijds een deel van de ingevoerde wapens opnieuw uitgevoerd door de betrokken wapenhandelaars en begeven anderzijds steeds meer jagers en sportschutters zich naar de buurlanden om er hun wapens tegen gunstiger voorwaarden aan te schaffen. Zolang dit alles gebeurt op een wettige manier, stelt zich geen probleem.

5. Het is een feit dat het federaal niveau a priori slechts een zicht heeft op de ingevoerde wapens naar aanleiding van een controle van registers bij wapenhandelaars. Dit is inderdaad nog voor verbetering vatbaar. Binnenkort komt er een nieuw uitvoeringsbesluit dat de opspoorbaarheid van de wapens zal regelen.