SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
12 mars 2010 12 maart 2010
________________
Question écrite n° 4-7173 Schriftelijke vraag nr. 4-7173

de Alain Destexhe (MR)

van Alain Destexhe (MR)

au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile

aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid
________________
Génocide rwandais de 1994 - Génocidaire présent en Belgique - Condamnation pour crime de génocide par la justice rwandaise - Ordre public - Maintien - Mesures - Office des étrangers - Octroi d'un permis de séjour - Base juridique Rwandese genocide van 1994 - Aanwezigheid van genocidair op Belgisch grondgebied - Veroordeling wegens genocide door het Rwandese gerecht - Openbare orde - Handhaving - Maatregelen - Dienst Vreemdelingenzaken – Toekenning verblijfsvergunning - Rechtsgrond 
________________
Rwanda
crime contre l'humanité
droit de séjour
Rwanda
misdaad tegen de menselijkheid
verblijfsrecht
________ ________
12/3/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 15/4/2010)
1/4/2010Antwoord
12/3/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 15/4/2010)
1/4/2010Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7174 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7174
________ ________
Question n° 4-7173 du 12 mars 2010 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-7173 d.d. 12 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

La presse et les médias ont relayé il y a plusieurs mois l'information selon laquelle M. Eugène Rwamucyo avait obtenu de la part de l'Office des étrangers un permis de séjour d'une durée de cinq ans sur notre territoire, malgré le fait que cet individu soit accusé de participation au génocide rwandais, accusations pour lesquelles il fait actuellement l'objet d'une instruction menée par la justice française.

Je ne peux évidemment que m'insurger face à une telle décision.

Est-il besoin de rappeler que cette autorisation a été octroyée alors que M. Rwamucyo fait actuellement l'objet d'un mandat d'arrêt international délivré en 2006 par Interpol ?

Cette décision ne peut qu'engendrer des effets dévastateurs sur les survivants de cette tragédie, qui sont parfois amenés à côtoyer leurs anciens bourreaux vivant sans être inquiétés sur notre territoire, et présente dès lors un risque évident d'atteinte à l'ordre public, tout en entamant la crédibilité de notre pays à l'étranger.

Il semble par ailleurs que l'Office des étrangers ait manqué de diligence lors de l'analyse de la demande de M. Rwamucyo. En effet, l'argument avancé par l'Office des étrangers pour justifier l'octroi du permis de séjour à M. Rwamucyo tenait essentiellement à la présomption d'innocence dont devait bénéficier celui-ci, alors qu'il apparaît aujourd'hui qu'il a déjà été condamné au Rwanda pour les faits qui lui sont reprochés. Je suis étonné que le dossier d'une personne recherchée par Interpol pour crime de génocide n'ait pas fait l'objet d'une analyse plus fouillée de la part de cet organisme qui aurait pu obtenir, en réalisant les démarches nécessaires, les informations relatives à la condamnation par contumace de M. Rwamucyo.

Face à cette situation, mes questions sont donc les suivantes :

1. Quelles sont les mesures que le gouvernement fédéral entend adopter afin de s'assurer que Monsieur Rwamucyo ne pourra se soustraire à la justice rwandaise en se réfugiant sur notre territoire ?

2. Quelles sont les mesures que le gouvernement entend adopter afin de prévenir tout débordement susceptible de troubler l'ordre public du fait de la présence de M. Rwamucyo dans notre pays qui compte un nombre important de rescapés du génocide rwandais ?

3. Sur quelle base juridique M. Rwamucyo, condamné par la justice rwandaise pour crime de génocide, a-t-il pu se voir octroyer un permis de séjour sur notre territoire ?

 

We vernamen enkele maanden geleden via de media dat Eugène Rwamucyo van de Dienst Vreemdelingenzaken een verblijfsvergunning voor vijf jaar had gekregen. Hij mag dus vijf jaar in België verblijven, ondanks het feit dat hij beschuldigd wordt van deelname aan de Rwandese genocide. Die beschuldigingen worden momenteel onderzocht door het Franse gerecht.

Ik kan me niet neerleggen bij een dergelijke beslissing.

Moet eraan worden herinnerd dat de heer Rwamucyo die vergunning heeft gekregen hoewel Interpol in 2006 tegen hem een internationaal arrestatiebevel heeft uitgevaardigd?

Die beslissing zal ongetwijfeld verwoestende gevolgen hebben voor de overlevenden van die tragedie, die hun vroegere beulen, die hier helemaal niet lastig worden gevallen, op straat soms tegen het lijf lopen. Ze houdt bijgevolg een duidelijk risico in voor de openbare orde en brengt onze geloofwaardigheid in het buitenland in gevaar.

De Dienst Vreemdelingenzaken zou de aanvraag van de heer Rwamucyo trouwens bijzonder onzorgvuldig hebben onderzocht. De Dienst Vreemdelingenzaken heeft zich voor de toekenning van de verblijfsvergunning aan de heer Rwamucyo immers slechts gebaseerd op het vermoeden van onschuld dat betrokkene moest genieten, terwijl nu blijkt dat hij in Rwanda al veroordeeld is voor de feiten die hem ten laste worden gelegd. Het verbaast mij dat Vreemdelingenzaken het dossier van iemand die door Interpol wordt gezocht wegens genocide niet grondiger heeft onderzocht. Mocht de dienst de nodige stappen ondernomen hebben, had hij de informatie over de veroordeling bij verstek van de heer Rwamucyo kunnen krijgen.

Ik heb dan ook volgende vragen :

1. Welke maatregelen zult u nemen om te garanderen dat de heer Rwamucyo zich niet aan het Rwandese gerecht kan onttrekken door zich op ons grondgebied te verschuilen?

2. Welke maatregelen zal de regering nemen om elke verstoring van de openbare orde te voorkomen ingevolge de aanwezigheid van de heer Rwamucyo in ons land? Er verblijven hier immers een aanzienlijk aantal mensen die aan de Rwandese genocide zijn ontsnapt.

3. Kunt u mij zeggen op welke rechtsgronden de heer Rwamucyo, veroordeeld voor genocidemisdaden, een verblijfsvergunning voor België heeft gekregen?

 
Réponse reçue le 1 avril 2010 : Antwoord ontvangen op 1 april 2010 :

La question de l’honorable sénateur est transmise au secrétaire d’État à la Politique de migration et d’asile comme rentrant dans ses attributions.

De vraag van de geachte senator wordt toegezonden aan de Staatssecretaris voor Migratie- en asielbeleid daar ze tot zijn bevoegdheden behoort.