SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
2 mars 2010 2 maart 2010
________________
Question écrite n° 4-7037 Schriftelijke vraag nr. 4-7037

de Ann Somers (Open Vld)

van Ann Somers (Open Vld)

au ministre des Pensions et des Grandes villes

aan de minister van Pensioenen en Grote Steden
________________
Prépension - Ayants-droit avec un nouvel emploi - Supplément patronal - Exonération de cotisations à l'Office national de l'emploi (ONEM) et à l'Office national des pensions (ONP) Brugpensioen - Rechthebbenden met een nieuw werk - Werkgeverssupplement - Vrijstelling van bijdragen voor de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) en de Rijksdienst voor pensioenen (RVP) 
________________
retraite anticipée
condition de la retraite
cotisation sociale
vervroegd pensioen
pensioenvoorwaarden
sociale bijdrage
________ ________
2/3/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 1/4/2010)
23/4/2010Antwoord
2/3/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 1/4/2010)
23/4/2010Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7035
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7036
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7035
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-7036
________ ________
Question n° 4-7037 du 2 mars 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-7037 d.d. 2 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les personnes admissibles à la prépension, mais qui acceptent sur-le-champ un nouvel emploi, peuvent conserver leur supplément patronal tout en sauvegardant leurs droits à la prépension. À cet effet, elles doivent demander à l'Office national de l'emploi (ONEM) une attestation C17T.

En principe, aucune cotisation (3 % pour l'ONEM et 3,5 % pour l'Office national des pensions) ne pourrait être retenue sur le supplément patronal. La pratique est toutefois différente. Les intéressés qui envoient un courriel à l'ONEM ou à l'ONP ne reçoivent manifestement pas de réponse.

1. Est-il exact que les cotisations sur le supplément patronal ne peuvent pas être retenues pour les personnes ayant droit à la prépension, mais qui ont retrouvé immédiatement un autre emploi?

2. Dans l'affirmative, pourquoi cela arrive-t-il quand même, et comment se fait-il que les intéressés ne reçoivent aucune réponse lorsqu'ils demandent des éclaircissements à l'ONEM ou à l'ONP ?

3. Dans la négative, n'avait-on pas approuvé un projet de loi à cet effet, et pourquoi n'a-t-il pas été exécuté ?

4. La ministre fera-t-elle en sorte que la mesure soit exécutée et appliquée correctement ?

5. Quelle procédure les personnes lésées doivent-elles suivre afin de récupérer les cotisations indument retenues ?

 

Wie met brugpensioen kan gaan, maar onmiddellijk een nieuwe baan aanvaardt, kan zijn of haar werkgeverssupplement intussen blijven ontvangen en behoudt eveneens zijn of haar brugpensioenrechten. Daarvoor moet bij de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) een attest C17T worden aangevraagd.

Normaal gezien zouden in dit geval geen bijdragen (3 % voor de RVA en 3,5 % voor de Rijksdienst voor pensioenen) op het werkgeverssupplement mogen worden afgehouden. Uit praktijkgevallen blijkt dat echter toch het geval te zijn. Betrokkenen die daarover mailen naar de RVA of RVP krijgen blijkbaar geen antwoord.

1. Klopt het dat voor mensen die recht hebben op brugpensioen maar meteen weer een nieuwe baan aanvaarden, de bijdragen op het werknemerssupplement niet mogen worden afgehouden?

2. Zo ja, waarom gebeurt het toch en krijgen de betrokkenen geen antwoord van de RVA of de RVP als ze hierover uitleg vragen?

3. Zo neen, was hierover geen wetsontwerp goedgekeurd en waarom werd dat dan niet uitgevoerd?

4. Zal de geachte minister de nodige maatregelen nemen opdat de maatregel correct wordt uitgevoerd en toegepast?

5. Welke procedure moeten de benadeelden volgen om de onterecht afgehouden bijdragen te recupereren?

 
Réponse reçue le 23 avril 2010 : Antwoord ontvangen op 23 april 2010 :

En réponse à ses questions,

1. Conformément à la Convention collective de travail 17tricies du 19 décembre 2006 (Moniteur belge du 26 février 2007), le droit à l’indemnité complémentaire accordé aux travailleurs licenciés dans le cadre de cette convention ou en application d’une convention collective de travail conclue au niveau du secteur et/ou de l’entreprise est maintenu à charge du dernier employeur, lorsque ces travailleurs reprennent le travail comme salarié auprès d'un employeur autre que celui qui les a licenciés et n'appartenant pas à la même unité technique d'exploitation que l'employeur qui les a licenciés.

Le droit à l’indemnité complémentaire accordé aux travailleurs licenciés dans le cadre de cette convention ou en application d’une convention collective de travail conclue au niveau du secteur et/ou de l’entreprise est également maintenu à charge du dernier employeur, en cas d’exercice d’une activité indépendante à titre principal à condition que cette activité ne soit pas exercée pour le compte de l'employeur qui les a licenciés ou pour le compte d'un employeur appartenant à la même unité technique d'exploitation que l'employeur qui les a licenciés.

La pratique d’une activité professionnelle n’étant en principe pas compatible avec le statut du prépensionné, le prépensionné qui reprend le travail perd l’allocation à charge de l’Office national de l’Emploi. Par conséquent, la retenue de 3,5% pour l’Office national des pensions n’est plus due.

2. Lorsque l’ONP reçoit par mail, par téléphone ou par l’intermédiaire de son centre de contact une question relative aux conséquences de la reprise du travail par un prépensionné, une réponse est envoyée dans les plus brefs délais à l’intéressé, par mail ou par lettre. Cette réponse mentionne que les retenues opérées dans le cadre de la prépension conventionnelle ne sont, dans ce cas, plus dues à l’ONP.

3. Sans objet.

4. Les mesures prises sont exécutées conformément à la Convention collective de travail 17tricies du 19 décembre 2006. Les prépensionnés qui reprennent le travail fournissent à leur dernier employeur la preuve de leur réengagement dans les liens d’un contrat de travail ou de l’exercice d’une activité indépendante à titre principal. Dès que l’ONP est informé que le travailleur concerné n’a plus le statut de prépensionné suite à la reprise d’une activité professionnelle, la retenue de 3,5% n’est plus due à l’Office.

5. Si un montant indu a été payé à l’ONP, il est remboursé sur simple demande adressée à l’ONP, après vérification que l’allocation à charge de l’Office national pour l’Emploi n’est plus payée au travailleur.

In antwoord op haar vragen,

1. Overeenkomstig de Collectieve arbeidsovereenkomst 17tricies van 19 december 2006 (Belgisch Staatsblad van 26 februari 2007) behouden de werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze overeenkomst of ingevolge een op sector- en/of ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomst, het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.

De werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze overeenkomst of ingevolge een op sector- en/of ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomst, behouden ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.

Omdat het uitoefenen van een beroepsactiviteit in principe niet verenigbaar is met het statuut van bruggepensioneerde, verliest de bruggepensioneerde die het werk herneemt de uitkering ten laste van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening. Bijgevolg is de inhouding voor de Rijksdienst voor pensioenen van 3,5% niet meer verschuldigd.

2. Wanneer de RVP per e-mail, telefoon of via zijn contact center een vraag krijgt over de gevolgen van het hernemen van het werk door een bruggepensioneerde, dan wordt zo snel mogelijk een antwoord naar de betrokkene gestuurd, per e-mail of per brief. In dit antwoord staat vermeld dat de inhoudingen in het kader van het conventioneel brugpensioen in dit geval niet meer aan de RVP verschuldigd zijn.

3. Niet van toepassing.

4. De genomen maatregelen worden uitgevoerd overeenkomstig de Collectieve arbeidsovereenkomst 17tricies van 19 december 2006. Bruggepensioneerden die het werk hervatten, leveren aan hun laatste werkgever het bewijs dat zij opnieuw in dienst zijn genomen op grond van een arbeidsovereenkomst of dat zij een zelfstandige activiteit in hoofdberoep uitoefenen. Zodra de RVP op de hoogte is gebracht van het feit dat de betrokken werknemer niet langer het statuut van bruggepensioneerde heeft ingevolge het hervatten van een beroepsactiviteit, is de inhouding van 3,5% niet langer verschuldigd aan de Rijksdienst.

5. Indien er een onverschuldigd bedrag aan de RVP werd betaald, dan wordt dit terugbetaald op eenvoudig verzoek gericht aan de RVP, nadat werd nagegaan dat de uitkering ten laste van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening niet meer aan de werknemer wordt betaald.