SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
27 janvier 2010 27 januari 2010
________________
Question écrite n° 4-6587 Schriftelijke vraag nr. 4-6587

de Ann Somers (Open Vld)

van Ann Somers (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid
________________
Politique du chômage - Demandeurs d'emploi âgés de plus de cinquante ans - Transfert des dossiers à l'Office national de l'Emploi (ONEm) - Spécificités régionales Werklozenbeleid - Werkzoekenden ouder dan vijftig jaar - Overdracht van de dossiers naar de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) - Gewestelijke specificiteiten 
________________
Office national de l'emploi
lutte contre le chômage
travailleur âgé
disparité régionale
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
werkloosheidsbestrijding
oudere werknemer
regionale verschillen
________ ________
27/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/2/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
27/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/2/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 4-6587 du 27 janvier 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6587 d.d. 27 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En Flandre, le gouvernement a mis sur pied, en collaboration avec les partenaires sociaux, une politique d'activation pour les chômeurs de plus de 50 ans. Les dossiers des réfractaires à l'emploi sont transmis par le Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) à l'Office national de l'Emploi (ONEm) qui peut prendre les sanctions nécessaires.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes, ventilée par année et par région, pour la période 2008-2009 :

1. Combien de dossiers de chômeurs de plus de 50 ans l'ONEm a-t-il reçus ?

2. Combien de ces dossiers ont-ils été :

a. classés sans suite ;

b. réglés au profit du demandeur d'emploi ;

c. réglés au détriment du demandeur d'emploi ;

3. Combien de chômeurs de plus de 50 ans ont-ils été réellement sanctionnés ?

4. Combien de chômeurs de plus de 50 ans ayant reçu une évaluation négative ont-ils été en appel ?

5. Combien de chômeurs de plus de 50 ans ayant interjeté appel ont-ils obtenu gain de cause ?

6. Le système d'évaluation est-il identique pour les chômeurs flamands, wallons et bruxellois ou l'ONEm tient-il compte de la politique d'activation accrue convenue en Région flamande ?

 

In Vlaanderen heeft de regering samen met de sociale partners een activeringsbeleid voor werkloze 50-plussers op het getouw gezet. De dossiers van de werkonwilligen worden door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) doorgestuurd naar de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), waar de nodige sancties kunnen worden genomen.

Voor de periode 2008-2009, en opgesplitst per jaar en per gewest, kreeg ik van de minister graag een antwoord op volgende vragen :

1. Hoeveel dossiers van 50-plussers ontving de RVA?

2. Hoeveel van die dossiers werden:

a. zonder gevolg geklasseerd;

b. uitgesproken in het voordeel van de werkzoekende;

c. uitgesproken in het nadeel van de werkzoekende?

3. Hoeveel 50-plussers kregen een effectieve sanctie?

4. Hoeveel 50-plussers die een negatieve beoordeling kregen, gingen in beroep?

5. Hoeveel van de 50-plussers die een beroep aantekenden, werden alsnog in het gelijk gesteld?

6. Geldt hetzelfde beoordelingsregime voor Vlaamse, Waalse en Brusselse werklozen of houdt de RVA rekening met de meer activerende aanpak die in het Vlaams Gewest werd afgesproken?