SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
11 janvier 2010 11 januari 2010
________________
Question écrite n° 4-6457 Schriftelijke vraag nr. 4-6457

de Alain Destexhe (MR)

van Alain Destexhe (MR)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Transports en commun - Renforcement de la sécurité - Agents de sécurité de la Société des transports intercommunaux de Bruxelles (STIB) - Permission de contrôler l'identité des personnes contrôlées Openbaar vervoer - Versterkte veiligheid - Veiligheidsagenten van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB) - Toestemming om de identiteit van de gecontroleerde passagiers te controleren 
________________
transport urbain
transport public
sécurité publique
sécurité et gardiennage
document d'identité
stadsvervoer
openbaar vervoer
openbare veiligheid
beveiliging en bewaking
identiteitsbewijs
________ ________
11/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
1/3/2010Rappel
16/3/2010Antwoord
11/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
1/3/2010Rappel
16/3/2010Antwoord
________ ________
Question n° 4-6457 du 11 janvier 2010 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-6457 d.d. 11 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

Le 9 novembre 2009, le service Juridique de la police fédérale diffusait un rapport (publié récemment dans la presse) délimitant les compétences et les pouvoirs des agents de sécurité de la Société des transports intercommunaux de Bruxelles (STIB) en leur interdisant notamment de retenir une personne refusant de s'identifier et qui ne serait pas en possession d'un titre de transport valable, tout en précisant que cette interdiction était par ailleurs valable pour les policiers eux-mêmes !

Outre le fait que ce rapport se soit retrouvé dans la presse en pleine période de campagne contre la fraude lancée par les transports en commun bruxellois, je ne peux bien évidemment que m'interroger quant à la question de savoir comment les agents de sécurité de la STIB pourraient infliger des amendes en l'absence de l'identité de l'usager coupable d'un flagrant délit de fraude.

Cette situation absolument kafkaïenne, d'autant plus ridicule que les agents du service de contrôle de la STIB furent par le passé autorisés par vos services à procéder à des fouilles superficielles ou encore à recourir à l'usage de menottes, amène aujourd'hui certains agents de la STIB à prévenir les personnes qu'ils contrôlent qu'ils ne sont pas obligés de leur montrer leur document d'identité.

À l'heure où le sentiment d'insécurité ne cesse d'augmenter dans notre population, et particulièrement à Bruxelles, récemment encore pointée du doigt par plusieurs journaux étrangers pour l'impuissance de ses services de police (notamment dans le quartier européen) ainsi qu'à la suite des émeutes urbaines qui secouent périodiquement certaines communes de notre capitale, il devient urgent d'éviter que des normes juridiques contradictoires paralysent les politiques de lutte contre l'insécurité et l'incivilité ambiante.

Mes questions sont donc les suivantes:

1. Quelle(s) mesure(s) l'honorable ministre compte-t-elle prendre afin de mettre un terme dans les plus brefs délais à cette situation complètement absurde et enfin permettre aux agents de sécurité des transports en commun de pouvoir contrôler l'identité des voyageurs ne se trouvant pas en possession d'un titre de transport valable ?

2. Ne pense-t-elle pas qu'il serait utile que les forces de maintien de l'ordre soient, par ailleurs, plus souvent présentes, notamment en soirée, à proximité des arrêts de bus et de trams afin de rassurer la population ?

 

De juridische dienst van de federale politie verspreidde op 9 november 2009 een verslag (recentelijk in de pers verschenen) dat de bevoegdheden en het gezag van de veiligheidsagenten van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB) afbakent. Zo is het hun met name verboden een passagier aan te houden die weigert om zijn identiteitspapieren te tonen en die niet in het bezit zou zijn van een geldig vervoersbewijs. Daarbij wordt verduidelijkt dat dit verbod bovendien geldig was voor de politieagenten zelf !

Naast het feit dat dit verslag in de pers is verschenen tijdens een antifraudecampagne die door het Brussels openbaar vervoer is gelanceerd, kan ik niet anders dan vragen stellen bij de vraag hoe de veiligheidsagenten van de MIVB administratieve boetes zouden kunnen opleggen als ze de identiteit niet mogen controleren van de reiziger die zich schuldig maakt aan een flagrant fraudedelict.

Die kafkaiaanse situatie, des te belachelijker omdat de contreleurs van de MIVB in het verleden van uw diensten wel de toestemming kregen om de betrokkenen oppervlakkig te fouilleren of handboeien aan te leggen, brengt sommige beambten van de MIVB er vandaag toe de mensen die door hen gecontroleerd worden te verwittigen dat ze niet verplicht zijn hun identiteitsdocument te tonen.

Onze bevolking voelt zich almaar onveiliger, vooral in Brussel. Verschillende buitenlandse journalisten hebben onlangs nog gewezen op de onmacht van onze politiediensten (onder meer in de Europawijk) en de rellen die in sommige Brusselse gemeenten op gezette tijden ontstaan . Het wordt dus de hoogste tijd dat men iets doet om te voorkomen dat tegenstrijdige juridische normen het beleid ter bestrijding van de onveiligheid en van het gebrek aan burgerzin verlammen.

Ik heb dan ook volgende vragen :

1. Welke maatregelen zal de minister nemen om zo spoedig mogelijk een einde te stellen aan deze volkomen absurde situatie en om de veiligheidsagenten van het openbaar vervoer eindelijk de toelating te geven de identiteit te controleren van de reizigers die geen geldig vervoersbewijs kunnen voorleggen?

2. Vindt ze het anderzijds niet nuttig dat de ordehandhavingsdiensten, onder meer 's avonds, vaker aanwezig zouden zijn in de omgeving van bus- en tramhaltes om de bevolking gerust te stellen?

 
Réponse reçue le 16 mars 2010 : Antwoord ontvangen op 16 maart 2010 :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après réponse à ses questions.

1. Je tiens tout d’abord à rappeler quelles sont les compétences des agents de sécurité de la STIB.

Les agents de sécurité peuvent, en vertu de l’article 13.11. de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière, contrôler les documents d’identité d’une personne qui a commis un délit de droit commun ou un crime, ou une infraction à la réglementation en matière de transport en commun, à la condition que cette personne y consente.

Si la personne n’est pas identifiable et qu’elle a commis un délit de droit commun ou un crime, les agents de sécurité peuvent la retenir en l’attente de l’arrivée des services de police qui pourront contrôler son identité (l’utilisation de menotte par des agents de sécurité est limitée au cas d’absolue nécessité).

Si la personne n’est pas identifiable et n’est pas en possession d’un titre de transport valable dans les zones délimitées par la STIB, les agents de sécurité peuvent seulement l’écarter de cette zone par la force (article 13.10. de la loi susvisée).

En ce qui concerne d’éventuelles mesures à prendre, une première concertation a déjà été menée avec la STIB. Je peux vous assurer que les conclusions nécessaires seront rapidement tirées et que si des mesures doivent être adoptées, je prendrais toutes les initiatives utiles.

2. La sécurité dans les transports en commun, et à leurs abords directs, fait l'objet d'une convention de partenariat, signée le 16 novembre 2005 et entrée en vigueur le 1er janvier2006, entre le Procureur du Roi de Bruxelles, le Procureur général près de la Cour d’appel, le Gouverneur, les Bourgmestres de l’arrondissement Administratif de Bruxelles-Capitale, la Direction de Coordination et d’Appui de la Police Fédérale de Bruxelles, les six zones de police bruxelloises, la Police fédérale des chemins de fer section Bruxelles, la STIB, De Lijn, la TEC et la SNCB.

La coordination stratégique de cette convention est faite par le Gouverneur, au niveau de la Concertation Provinciale de Sécurité, tandis que la coordination opérationnelle est opérée mensuellement au niveau du Directeur Coordinateur de la police fédérale de Bruxelles. De cette coordination opérationnelle ressortent notamment les opérations Full Integrated Police Action- transports en commun( FIPA) Si le besoin se fait sentir d'une plus grande présence policière dans et aux abords des transports en commun, c'est lors de cette coordination qu'elle est organisée. Ce système fonctionne à l'entière satisfaction des partenaires.

Il faut en outre noter que la sécurité dans les transports en commun fait en outre l'objet d'une priorité spécifique dans le Plan Zonal de Sécurité 2009-2012 de la ZP Bruxelles-Ouest, et d'un point d'attention spécifique dans celui de la ZP Bruxelles-Nord.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. Ik wil er in eerste instantie herinneren aan de bevoegdheden van de veiligheidsagenten van de MIVB.

De veiligheidsagenten kunnen, krachtens artikel 13.11 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, de identiteitsdocumenten van een persoon die een gemeenrechtelijk wanbedrijf of een misdaad heeft gepleegd, of een inbreuk op de vigerende reglementering op het openbaar vervoer, controleren, op voorwaarde dat deze persoon hiermee heeft ingestemd.

Indien deze persoon niet identificeerbaar is en deze een gemeenrechtelijk wanbedrijf of een misdaad heeft gepleegd, kunnen de veiligheidsagenten de persoon vatten in afwachting van de aankomst van de politiediensten die zijn identiteit zullen kunnen controleren (het gebruik van handboeien door de veiligheidsagenten wordt beperkt tot de gevallen van absolute noodzaak).

Indien de persoon niet identificeerbaar is en niet in het bezit is van een geldig vervoersbewijs in de door de MIVB afgebakende zones, kunnen de veiligheidsagenten hem enkel dwangmatig uit deze zone verwijderen (artikel 13.10 van de bovenvermelde wet).

Wat eventuele te nemen maatregelen betreft, werd reeds een eerste overleg gevoerd met de MIVB. Ik kan u verzekeren dat de vereiste conclusies snel zullen worden getrokken en dat, als de maatregelen moeten worden getroffen, ik alle nodige initiatieven zal nemen.

2. De veiligheid in het openbaar vervoer en in de directe omgeving ervan, maakt het voorwerp uit van een partnerschapsovereenkomst, ondertekend op 16/11/2005 en in werking getreden op 01/01/2006, tussen de procureur des Konings van Brussel, de Procureur-generaal bij het Hof van Beroep, de Gouverneur, de Burgemeesters van het Administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de Directie van de Coördinatie en de Ondersteuning van de Federale Politie van Brussel, de zes Brusselse politiezones, de Federale Spoorwegpolitie afdeling Brussel, de MIVB, De Lijn, de TEC en de NMBS.

De strategische coördinatie van deze overeenkomst gebeurt door de Gouverneur, op niveau van het Provinciaal Veiligheidsoverleg, terwijl de operationele coördinatie maandelijks gebeurt op niveau van de Directeur-Coördinator van de federale politie van Brussel. Uit deze operationele coördinatie volgen met name de operaties Full Integrated Police Action – openbaar vervoer (FIPA). Indien blijkt dat er nood is aan een grote politieaanwezigheid in en rond het openbaar vervoer, dan wordt die tijdens deze coördinatie georganiseerd. Dit systeem werkt tot volle tevredenheid van de partners.

Daarnaast dient men op te merken dat de veiligheid in het openbaar vervoer bovendien een specifieke prioriteit is in het Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012 van de PZ Brussel-West en een specifiek aandachtspunt in dat van de PZ Brussel-Noord.