SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
29 décembre 2009 29 december 2009
________________
Question écrite n° 4-6402 Schriftelijke vraag nr. 4-6402

de Alain Destexhe (MR)

van Alain Destexhe (MR)

au ministre du Climat et de l'Énergie

aan de minister van Klimaat en Energie
________________
Direction Générale Énergie - Tricherie lors d'un examen de recrutement - Cumul et conflit d'intérêt - Sanctions et mesures Directoraat-generaal voor Energie - Bedrog bij een aanwervingsexamen - Cumulatie en belangenconflict - Sancties en maatregelen 
________________
fraude
SELOR
concours administratif
conflit d'intérêt
fraude
SELOR
aanstellingsexamen
belangenconflict
________ ________
29/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/1/2010)
3/2/2010Rappel
23/3/2010Rappel
12/4/2010Antwoord
29/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/1/2010)
3/2/2010Rappel
23/3/2010Rappel
12/4/2010Antwoord
________ ________
Question n° 4-6402 du 29 décembre 2009 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-6402 d.d. 29 december 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

La presse et les médias rapportaient le 9 décembre dernier une tentative de tricherie organisée au sein de la DG  énergie. L’affaire remonte à 2007 lorsque cette dernière confia au Selor la mission d’organiser le recrutement d’un responsable du développement durable en matière d’énergie.

Il ressort que non seulement le profil dressé par la DG énergie à cette occasion était tel qu’il ne pouvait correspondre qu’à l’un des agents contractuels que celle-ci désirait pistonner (pardon, désirait « voir nommé ») mais en plus il apparaît que ce même agent contractuel rédigea lui-même les questions de son propre examen écrit ! Malheureusement pour lui, il fut recalé lors de l’épreuve orale, également organisée par Selor.

Par ailleurs, il semble que l'actuelle directrice générale de la Direction énergie, madame Marie Pierre Fauconnier, cumule son poste avec celui de présidente du conseil d'administration de BRUGEL, le régulateur bruxellois de l’énergie, une situation de conflit d’intérêt difficilement admissible à l’heure où la bonne gouvernance devrait enfin finir par s’imposer dans nos mœurs politiques. A défaut, comment pourrions-nous encore apparaître crédibles une seule seconde lorsque nous nous permettons de donner des leçons en la matière à certains pays africains ?

Face à ces carences, je me permets de poser les questions suivantes :

Quelles sanctions l’honorable ministre entend-il prendre à l’égard des fonctionnaires impliqués dans la tricherie évoquée dans la presse et les médias le 9 décembre 2009 ?

Entend-il mettre fin à la situation de cumul de la directrice générale de la DG énergie, source de conflits d’intérêts potentiel ?

 

De media brachten op 9 december jongstleden verslag uit van een poging tot bedrog in het Directoraat-generaal Energie. De zaak gaat terug tot 2007, toen Selor van het directoraat-generaal de opdracht kreeg de aanwerving te organiseren van een veranwoordelijke voor de duurzame ontwikkeling inzake energie.

Niet alleen bleek dat het profiel dat het DG bij die gelegenheid had opgesteld maar met één bepaalde contractuele ambtenaar kon overeenstemmen, die het DG “graag benoemd zag”, maar bovendien had de betrokken contractuele ambtenaar de vragen voor zijn eigen examen zelf opgesteld! Jammer voor hem slaagde hij niet voor de mondelinge proef die eveneens door Selor was georganiseerd.

Anderzijds zou de huidige directrice van het Directoraat-generaal voor Energie, mevrouw Marie-Pierre Fauconnier, haar functie cumuleren met die van voorzitster van de raad van bestuur van BRUGEL, de Brusselse regulator voor elektriciteit en gas. Het gaat hier duidelijk om een belangenconflict, een situatie die moeilijk aanvaardbaar is op een ogenblik dat goed bestuur eindelijk in onze politieke zeden zou moeten doordringen. Hoe kunnnen we anders nog een seconde geloofwaardig overkomen wanneer we sommige Afrikaanse landen de les spellen?

Gelet op die tekortkomingen wens ik u volgende vragen te stellen :

Welke sancties zal de minister opleggen aan de ambtenaren die betrokken zijn bij het in de media op 9 december 2009 vermelde bedrog?

Zal hij een einde stellen aan de cumulatie van functies van de directrice van het Directoraat-generaal Energie? Die toestand is immers een bron van potentiële belangenconflicten.

 
Réponse reçue le 12 avril 2010 : Antwoord ontvangen op 12 april 2010 :

1) Suite à l’information parue dans la presse et les médias le 9 décembre dernier au sujet d’une éventuelle tentative de tricherie organisée au sein de la Direction générale de l’Énergie, une enquête interne a été immédiatement diligentée auprès de P&O (Personnel et Organisation). Il ressort de cette enquête qu'aucune tricherie n'a eu lieu.

Cette sélection a été organisée en collaboration avec Selor, garant de l’objectivité de la sélection. Selor a décidé du type et du nombre d’épreuves. Les questions de l’épreuve technique ont été rédigées par les experts, relues par P&O. Selor en a vérifié la qualité. L’épreuve orale a été présidée par Selor qui en garantit l’objectivité.

2) Concernant la situation de cumul de la directrice générale de l’Énergie, la règle qui est d’application pour l’ensemble des titulaires de fonction à mandat dans les administrations publiques fédérales prévoit que la liste des mandats est publique et est envoyée chaque année à la Cour des comptes. Il en va évidemment de même pour les mandats de la directrice générale Énergie.

En outre, à la demande de l'intéressée, elle s'est vue déchargée de deux mandats en 2009 (administratrice à l'Institut royal de la Défense et commissaire du gouvernement à l'ONDRAF) et d'un autre mandat en 2010 (commissaire du gouvernement à l'IRE).

En ce qui concerne les conflits de compétences évoqués, il ressort de l’analyse juridique, que mon prédécesseur, M. Verwilghen, avait demandé au service juridique du SPF Économie (Service public fédéral), qu’aucun conflit d’intérêt n’existe dans le chef de Mme Marie-Pierre Fauconnier entre sa fonction de directrice générale Énergie et les différents mandats qu’elle exerce au sein d’autres institutions.

Cette analyse a, par ailleurs, été confirmée par l’administration bruxelloise, ainsi que par les présidents des autres régulateurs régionaux qui constituaient le jury de recrutement du président de BRUGEL.

1) Ingevolge de informatie die verschenen is in de pers en in de media op 9 december laatstleden inzake een eventuele poging tot bedrog, georganiseerd in de schoot van de Algemene Directie Energie, werd onmiddellijk een intern onderzoek ingesteld bij P&O (Personeel en Organisatie). Uit dit onderzoek blijkt dat er geen poging werd.

Deze selectie werd georganiseerd in samenwerking met Selor, die garant staat voor de objectiviteit van de selectie. Selor heeft beslist over het type en aantal proeven. De vragen van de technische proef zijn opgesteld door de experts, zijn nagelezen door P&O. Selor heeft de kwaliteit ervan gecheckt. De mondelinge proef is voorgezeten door Selor, die de objectiviteit hiervan garandeert.

2) Wat de cumulatietoestand van de directeur-generaal Energie aangaat, bepaalt de regel die van toepassing is voor alle mandaathouders in de federale openbare besturen, dat de lijst met mandaten openbaar is en elk jaar naar het Rekenhof wordt overgezonden. Dit is vanzelfsprekend ook het geval voor de mandaten van de directeur-generaal Energie.

Bovendien werd de betrokkene in 2009 op eigen verzoek ontheven van twee mandaten (bestuurster bij het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie en regeringscommissaris bij de NIRAS) en van een ander mandaat in 2010 (regeringscommissaris bij het IRE).

Wat de aangehaalde bevoegdheidsgeschillen betreft, blijkt uit het rechtsonderzoek dat mijn voorganger, de heer M. Verwilghen, de juridische dienst van de FOD Economie (Federale Overheidsdienst) gevraagd had dat er geen belangenconflict zou bestaan tussen mevrouw Marie Pierre Fauconnier functie van directeur-generaal Energie en de verschillende mandaten die zij uitoefent in andere instellingen.

Dit onderzoek werd overigens bevestigd door de Brusselse administratie evenals door de voorzitters van de andere gewestelijke regulatoren die deel uitmaakten van de wervingscommissie van voorzitter de BRUGEL.