SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
7 décembre 2009 7 december 2009
________________
Question écrite n° 4-6170 Schriftelijke vraag nr. 4-6170

de Nahima Lanjri (CD&V)

van Nahima Lanjri (CD&V)

au secrétaire d'État au Budget, à la Politique de migration et d'asile, à la Politique des familles et aux Institutions culturelles fédérales

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen
________________
Demandes d'asile - Mineurs étrangers non accompagnés - Obtention d'un certificat d'inscription au registre des étrangers Asielaanvragen - Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen - Verkrijgen van een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister 
________________
demandeur d'asile
asile politique
minorité civile
migration illégale
asielzoeker
politiek asiel
minderjarigheid
illegale migratie
________ ________
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
24/2/2010Antwoord
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
24/2/2010Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5056 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5056
________ ________
Question n° 4-6170 du 7 décembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6170 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les mineurs étrangers non accompagnés (MENA) constituent un groupe particulier d'étrangers qui, à mon sens, doivent bénéficier d'une protection optimale. J'ai toutefois été récemment confrontée à un manque de clarté sur le terrain.

Cela concernait un MENA qui avait demandé l'asile. Il était toutefois en possession d'un ordre de reconduire. C'est ladite annexe 38. Le mineur en question avait encore 17 ans; il a eu 18 ans un mois plus tard. Ajoutons que tous les rapports rédigés à son sujet étaient très élogieux.

Comme je l'ai dit, il existe actuellement un manque de clarté sur le terrain concernant les possibilités dont bénéficient de tels MENA.

Voici mes questions :

1) Est-il possible pour un demandeur d'asile non accompagné, âgé de presque 18 ans et qui a reçu un ordre de reconduire d'encore obtenir un certificat d'inscription au registre des étrangers ?

2) Tient-on compte, pour prendre cette décision, de tous les rapports établis au sujet de la personne en question ?

 

De niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) vormen een bijzondere groep vreemdelingen die mijns inziens een optimale bescherming moeten genieten. Onlangs werd ik echter geconfronteerd met een onduidelijkheid op het terrein.

Het betrof een geval van een NBMV die asiel had aangevraagd. Hij was echter in het bezit van een bevel tot terugbrenging. Dat is de zogenaamde bijlage 38. De minderjarige in kwestie was nog net zeventien jaar oud, één maand later werd hij achttien. Voorts waren al de verslagen die werden opgemaakt over hem zeer lovend.

Op het terrein bestaat er nu, zoals gezegd, onduidelijkheid over de mogelijkheden voor dergelijke NBMV.

Graag had ik de staatssecretaris hierover volgende vragen gesteld:

1) Is het voor een alleenstaande minderjarige asielzoeker die net geen achttien jaar oud is en een bevel tot terugbrenging heeft ontvangen mogelijk om nog een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister te verkrijgen?

2) Wordt bij de beslissing rekening gehouden met al de verslagen die over de persoon in kwestie zijn opgemaakt?

 
Réponse reçue le 24 février 2010 : Antwoord ontvangen op 24 februari 2010 :

L’honorable membre trouvera ci-après les renseignements suivants.

1. Les Mineurs Étrangers Non Accompagnés (MENA) constituent en effet une catégorie vulnérable. C’est pourquoi l’Office des Étrangers leur accorde une attention et suivi spécifiques.

En ce qui concerne le séjour, ces mineurs peuvent relever de trois statuts différents :

  1. La demande d’asile pour ceux qui peuvent s’inscrire dans le cadre de la Convention de Genève. La décision d’octroyer ou non le statut de protection est prise par le Commissariat Général aux Réfugiés et aux Apatrides. Mes services se chargent ensuite du suivi administratif et, en conséquence, également de l’octroi ou retrait d’éventuels titres de séjour. Ainsi, dans le cas où la reconnaissance en tant que réfugié est refusée, mes services mettront fin au séjour sous ce rapport.

  2. Le statut de victime de traite des êtres humains et/ou certaines formes graves de trafic des êtres humains en application des articles 61/2 et suivants de la loi relative aux étrangers. Pour pouvoir bénéficier de ce statut, il faut évidemment que les critères tels que prévus dans la loi soient remplis.

  3. La circulaire du 15 septembre 2005 pour ce qui concerne les MENA qui ne répondent pas aux conditions d’accès et de séjour fixées par la réglementation relative aux étrangers ou qui ne relèvent pas du statut de la demande d’asile, de victime ou d’autres statuts prévus par la loi relative aux étrangers.

Cette circulaire prévoit la recherche d’une « solution durable » dans l’intérêt supérieur de l’enfant et permet l’octroi des titres de séjour. Le mineur n’ayant par exemple pas pu faire appel à la protection en tant que réfugié, peut toujours invoquer l’avantage de cette circulaire.

Dans ce cas, la demande devra être introduite par écrit par le tuteur de l’enfant. Si cette condition n’est pas remplie, mes services ne pourront en effet pas assurer le suivi de cette demande.

La circulaire indique que le mineur est mis en possession d’une déclaration d’arrivée pendant la durée du traitement de la demande. Au moment où le mineur concerné est en possession de cette déclaration depuis au moins six mois, la remise d’un Certificat d’Inscription dans le Registre des Étrangers (CIRE) est également prévue, à condition que la solution durable se situe sur le territoire belge.

En réponse à votre question spécifique, il est dès lors à noter que le mineur qui atteint la majorité le mois suivant ne peut plus faire appel aux dispositions spécifiques de la circulaire. En effet, il ne pourra plus être inscrit en tant que mineur dans le registre des étrangers. Les conditions de disposer d’abord depuis au moins six mois d’une déclaration d’arrivée ne pourront plus être remplies.

2. Le bureau compétent au sein de l’Office des Étrangers tient toujours compte de tous les documents transmis par le tuteur. Il en est de même pour tous les éléments du dossier administratif de l’enfant ; des éléments permettant d’adopter un point de vue par rapport à la « solution durable » dans l’intérêt supérieur de l’enfant.

Het geachte lid, vindt hieronder het antwoord op zijn vraag :

1. De Niet Begeleide Minderjarige Vreemdelingen (NBMV) vormen inderdaad een kwetsbare categorie. Daarom krijgen zij de nodige specifieke aandacht en opvolging door de Dienst Vreemdelingenzaken.

Vanuit het oogpunt van het verblijf, zijn er in grote lijnen drie statuten waaronder deze minderjarigen kunnen komen te vallen:

  1. De asielaanvraag voor wie zich kan inschrijven binnen het kader van de Conventie van Genève. De beslissing tot toekenning of niet van het beschermingsstatuut wordt genomen door het Commissariaat Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Mijn diensten nemen vervolgens de administratieve opvolging op zich, en dus ook onder andere de toekenning of de intrekking van eventuele verblijfsdocumenten. Zo zal bijvoorbeeld, wanneer de erkenning als vluchteling geweigerd wordt; door mijn diensten in dit verband een einde gesteld worden aan het verblijf.

  2. Het statuut van de slachtoffer van mensenhandel en/of van bepaalde ernstige vormen van mensensmokkel in toepassing van de artikelen 61/2 en volgende van de Vreemdelingenwet. Om van dit statuut te kunnen genieten, moet vanzelfsprekend voldaan worden aan de criteria zoals deze in de wet zijn voorzien.

  3. De omzendbrief van 15 september 2005 voor wat de NBMV betreft die niet voldoen aan de toegangs- en verblijfsvoorwaarden vastgesteld door de vreemdelingenregelgeving of die niet kunnen vallen onder de het statuut van de asielaanvraag, van de slachtoffers of van andere statuten die voorzien zijn in de Vreemdelingenwet.

Deze omzendbrief voorziet in het zoeken naar een “duurzame oplossing” in het hoger belang van het kind en laat toe verblijfsdocumenten uit te reiken. De minderjarige die bijvoorbeeld geen beroep kon doen op bescherming als vluchteling, kan nog steeds het voordeel van deze omzendbrief inroepen.

De aanvraag zal in dit geval door de voogd van het kind schriftelijk moeten worden ingediend. Zonder dat aan deze voorwaarde is voldaan, kunnen mijn diensten de aanvraag immers niet verder behandelen.

De omzendbrief geeft aan dat de minderjarige in het bezit wordt gesteld van een aankomstverklaring tijdens de duur van de behandeling van de aanvraag. Nadat de betrokken minderjarige deze aankomstverklaring minimum zes maanden heeft, is de afgifte van een Bewijs van Inschrijving in het Vreemdelingenregister (BIVR) ook voorzien. Dit wel op voorwaarde dat de duurzame oplossing zich op het Belgisch grondgebied situeert.

In antwoord op uw specifieke vraag moet dan ook opgemerkt worden dat de minderjarige die binnen een maand meerderjarig wordt geen beroep meer kan doen op de specifieke regeling van de omzendbrief. Tijdens zijn minderjarigheid zal hij immers niet meer ingeschreven kunnen worden in het vreemdelingenregister. Immers kan niet meer worden voldaan aan de voorwaarden om eerst minimum zes maanden over een aankomstverklaring te beschikken.

2. Het bevoegde bureau binnen de Dienst Vreemdelingenzaken houdt steeds rekening met alle documenten die door de voogd werden overgemaakt. Dit is ook het geval voor alle elementen van het administratieve dossier van het kind; elementen die toelaten een standpunt in te nemen met betrekking tot de “duurzame oplossing” in het hoger belang van het kind.