SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
7 décembre 2009 7 december 2009
________________
Question écrite n° 4-6077 Schriftelijke vraag nr. 4-6077

de Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

van Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

au secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice

aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie
________________
Fraude intracommunautaire à la TVA - Examen - Changement d'administrateurs et de gérants Intercommunautaire BTW-fraude - Screening - Wijzigingen bestuurders en zaakvoerders 
________________
TVA
fraude
Union européenne
déclaration d'impôt
contrôle fiscal
administration fiscale
directeur d'entreprise
fraude fiscale
BTW
fraude
Europese Unie
belastingaangifte
fiscale controle
belastingadministratie
ondernemingsdirecteur
belastingfraude
________ ________
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
21/4/2010Antwoord
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
21/4/2010Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3775 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3775
________ ________
Question n° 4-6077 du 7 décembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6077 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Pour prévenir la fraude intracommunautaire à la TVA, lorsqu’une nouvelle entreprise voit le jour, son dossier fait généralement l’objet d’un examen. Tel n’est pas le cas lorsqu’une entreprise est rachetée ou infiltrée par des entrepreneurs éventuellement malveillants.

Pour toute modification de la dénomination, de l’adresse, de la forme juridique ou de l’activité, il faut introduire une déclaration 604B. La procédure à suivre ensuite est identique à celle de la déclaration 604A, il convient donc aussi éventuellement de répondre au questionnaire complémentaire 604Abis.

En revanche, il n’y a plus lieu de déposer une déclaration 604B en cas de changement d’administrateurs et de gérants. Le changement de direction, de propriété ou de structure de propriété n’entraîne en tant que tel aucun effet pour ce qui est du régime de la TVA. En cas de changement porté à la connaissance de l’office de contrôle d’administrateurs ou de gérants dans des personnes morales, le profil des nouvelles personnes mandatées doit être expressément examiné. Cela peut donner lieu à une analyse plus approfondie. L'office de contrôle n'est toutefois généralement informé de tels changements que de manière informelle ou fortuite. Il n’existe en effet aucune procédure informant de manière systématique les offices de contrôle de la désignation de nouveaux administrateurs ou gérants.

Comme les modifications intervenues au niveau de la direction d’une entreprise doivent être déposées au greffe du tribunal de commerce et publiées dans les annexes du Moniteur belge, une analyse de risques réalisée à l’aide de la technique de textmining (ou extraction textuelle) est possible en théorie. La cellule de soutien à la lutte contre les carrousels à la TVA (OCS) a examiné les possibilités d’une telle analyse, mais a jugé son coût et sa complexité excessifs.

Quelles mesures le ministre a-t-il déjà prises pour informer systématiquement les offices de contrôle d'un changement d'administrateurs ou de gérants ?

Est-il possible d'obliger le greffe du tribunal de commerce à communiquer de tels changements d'administrateurs ou de gérants à l'office de contrôle concerné ? Dans l'affirmative, quelles mesures le ministre a-t-il déjà prises pour assurer un transfert aisé de données vers les offices de contrôle ?

 

Ter voorkoming van intercommunautaire BTW-fraude wordt bij de start van een onderneming een screening doorgevoerd. Zo'n screening gebeurt echter niet systematisch wanneer een onderneming wordt overgenomen of geïnfiltreerd door mogelijk malafide ondernemers.

Als de benaming, het adres, de rechtsvorm of de activiteit verandert, moet een aangifte 604B worden ingediend. Daarna moet dezelfde procedure worden gevolgd als bij het formulier 604A, dus eventueel ook met de bijkomende vragenlijst 604Abis.

Als de bestuurders of zaakvoerders wisselen, moet daarentegen geen aangifte 604B worden ingediend. Verandering in het bestuur, van eigendom of in de eigendomsstructuur heeft op zich immers geen gevolgen voor het regime van de BTW. Als een controlekantoor weet krijgt van een wijziging van bestuurders of zaakvoerders in rechtspersonen, moet specifiek het profiel van de nieuwe gemandateerden worden bekeken. Dit kan aanleiding geven tot een diepgaander onderzoek. Maar het controlekantoor wordt meestal slechts informeel of toevallig op de hoogte gebracht van zulke wijzigingen. Er bestaat namelijk geen procedure waardoor de controlekantoren systematisch in kennis worden gesteld van de aanstelling van nieuwe bestuurders of zaakvoerders.

Omdat wijzigingen in het management moeten worden neergelegd bij de griffie van de rechtbank van koophandel en gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad, is een risicoanalyse met behulp van text-mining (een techniek om geautomatiseerd informatie uit tekst te halen) in theorie mogelijk. De Ondersteuningscel BTW-Carrouselfraude (OCS) heeft die mogelijkheid onderzocht maar vond ze te duur en te ingewikkeld.

Welke maatregelen heeft de geachte minister reeds genomen om de controlekantoren systematisch op de hoogte te laten brengen van het wisselen van bestuurders of zaakvoerders?

Is het mogelijk de griffie van de rechtbank van koophandel te verplichten zulke wijzigingen van bestuurders of zaakvoerders door te geven aan het betrokken controlekantoor? Zo ja, welke maatregelen heeft hij dan reeds genomen om een vlotte transfer van gegevens naar de controlekantoren te verzekeren?

 
Réponse reçue le 21 avril 2010 : Antwoord ontvangen op 21 april 2010 :

Étant donné que la question a trait uniquement aux activités de l’administration fiscale et non à l’interaction entre le fisc et d’autres services sur le plan de la lutte contre la fraude, elle relève des compétences du ministre des Finances, à qui elle a également été posée sous le numéro 4-3774.

Aangezien de vraag zuiver betrekking heeft op de werking van de fiscale administratie en niet op de interactie tussen de fiscus en andere diensten op het vlak van fraudebestrijding ressorteert deze vraag onder de bevoegdheid van de minister van Financiën aan wie deze vraag eveneens werd gesteld met nummer 4-3774.