SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Session 2009-2010 | Zitting 2009-2010 | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
7 décembre 2009 | 7 december 2009 | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Question écrite n° 4-6037 | Schriftelijke vraag nr. 4-6037 | ||||||||||||
de Helga Stevens (Indépendant) |
van Helga Stevens (Onafhankelijke) |
||||||||||||
à la ministre de l'Intérieur |
aan de minister van Binnenlandse Zaken |
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Projet européen REACH112 - Accès des personnes handicapées aux services de secours - Non-participation de la Belgique | Europees REACH112-project - Toegang tot de noodhulpdiensten voor personen met een handicap - Niet-deelname van België | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
télécommunication téléphone premiers secours facilités pour handicapés Institut belge des services postaux et des télécommunications |
telecommunicatie telefoon eerste hulp faciliteiten voor gehandicapten Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie |
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
|
|
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4834 | Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4834 | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Question n° 4-6037 du 7 décembre 2009 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 4-6037 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||||||
Le 1er septembre 2009, le nouveau projet européen REACH112 a débuté. Le point de départ du projet est le constat que les personnes handicapées ont des difficultés à communiquer avec la téléphonie vocale traditionnelle. Il est particulièrement urgent d'améliorer l'accès des personnes handicapées aux services de secours. REACH112 veut améliorer les choses en développant des méthodes de communication grâce auxquelles le groupe cible pourra communiquer dans toute situation, que cette communication ait lieu sous la forme de conversation texte en temps réel, au moyen de la langue des signes, de la lecture labiale, de la voix ou d'une combinaison simultanée. Total Conversation, un concept de communication pour tous, est à la base du projet. Ce dernier sera déterminant dans les améliorations de la communication entre tous les citoyens (y compris les personnes handicapées) et du traitement des appels par les services de secours dans l'Union européenne. Parmi les pays qui participent au projet figurent entre autres nos pays voisins, les Pays-Bas, la France et la Grande-Bretagne. Malheureusement, la Belgique brille par son absence. J'aimerais poser les questions suivantes à ce sujet : 1. Comment peut-on expliquer la non-participation de la Belgique au projet REACH112 ? La Belgique a-t-elle reçu une demande officielle de participation ? Quel rôle l'Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) et particulièrement le groupe de travail Services de secours ont-ils joué dans l'évaluation de cette demande éventuelle ? 2. La Belgique participe-t-elle actuellement à d'autres projets européens en matière de télécommunications ? Dans l'affirmative, quels sont-ils ? Dans la négative, comment peut-on expliquer la passivité belge ? |
Op 1 september 2009. is het nieuwe Europese project REACH112 van start gegaan. Het uitgangspunt van het project is de vaststelling dat personen met een handicap het moeilijk vinden om met de huidige traditionele spraaktelefonie te communiceren. Heel specifiek is er dringend behoefte aan een verbetering van de toegang tot noodhulpdiensten voor personen met een handicap. REACH112 wil hierin verbetering brengen door communicatiemethodes te ontwikkelen waarmee de doelgroep in elke situatie kan communiceren, ongeacht of die plaatsvindt door het voeren van rechtstreekse tekstconversatie in real-time, gebarentaal, liplezen, spraak of een simultane combinatie daarvan. Aan de basis hiervan staat Total Conversation, een communicatieconcept voor iedereen. Het project zal richtinggevend zijn bij verbeteringen in de communicatie tussen alle burgers (met name personen met een handicap) en in de toegankelijkheid van de oproepbehandeling door noodhulpdiensten in de Europese Unie (EU). Tot de aan het project participerende landen behoren onder meer onze buurlanden Nederland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. België is jammer genoeg een opvallende afwezige. Graag had ik hierover volgende vragen gesteld: 1. Hoe is de Belgische afwezigheid in het REACH112-project te verklaren? Heeft België een officiële vraag tot participatie ontvangen? Welke rol heeft het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (IBPT), en specifiek de werkgroep nooddiensten, gespeeld in het beoordelen van deze eventuele vraag? 2. Participeert België momenteel in andere Europese projecten rond telecommunicatie? Zo ja, welke? Zo nee, hoe is de Belgische passiviteit te verklaren? |
||||||||||||
Réponse reçue le 17 février 2010 : | Antwoord ontvangen op 17 februari 2010 : | ||||||||||||
1. Le Service public fédéral (SPF) Intérieur n’a reçu aucune demande officielle de participation. En ce qui concerne le rôle de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT), je renvoie vers la réponse du ministre pour l’Entreprise et la Simplification. 2. Le “lead” dans tous les projets de télécommunication est mon collègue, le ministre pour l’Entreprise et la Simplification. En ce qui concerne spécifiquement les services d’urgence, mes services se concertent avec les services de ma collègue de la Santé publique et, dans le giron de l’IBPT, régulièrement avec le secteur des télécommunications belges afin de réaliser un certain nombre de projets pour les services d’urgence, qui promeuvent la réalisation des directives de l’Europe concernant le numéro d’urgence 112. Ainsi, l’on travaille par exemple actuellement à la localisation d’appels GSM, ce qui importe bien entendu pour chaque citoyen qui émet un appel d’urgence depuis son GSM, mais qui, pour moi, est également une condition indispensable au lancement du projet “SMS pour sourds”. Il importe en effet que les services d’urgence puissent localiser une personne dans le besoin lorsque celle-ci envoie un SMS aux services d’urgence. Durant cette concertation et ce processus décisionnel complexes, les autorités ont déjà adapté la législation belge où il était nécessaire de le faire, afin de forcer une solution finale du secteur des télécommunications en matière de localisation. Réaliser maintenant une solution SMS rapide et non efficace ne serait qu’hypothéquer la réalisation d’une solution sûre et définitive. Ceci ne signifie bien entendu pas qu’il faut tarder à chercher cette solution définitive visant à améliorer le plus rapidement possible l’aide humanitaire pour tous en général, et pour les sourds et les malentendants en particulier. Lorsque l’on renvoie à d’autres exemples, en Europe également, l’on peut alors parler d’initiatives louables, mais avec les risques nécessaires que cela implique, car il n’est pas répondu aux conditions mentionnées. Même dans le cas du projet Reach 112 mis actuellement en avant par l’Europe, les contacts ont révélé qu’on ne savait pour l’instant pas comment réaliser la localisation, alors que ce point est considéré comme une partie essentielle. |
1. De Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken heeft geen officiële vraag tot participatie ontvangen. Wat de rol van het Belgische Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) betreft, verwijs ik naar het antwoord van de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen. 2. De “trekker” in alle telecommunicatieprojecten is mijn collega, de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen. Wat specifiek de nooddiensten betreft, overleggen mijn diensten, tezamen met de diensten van mijn collega van Volksgezondheid, en binnen de schoot van het BIPT, regelmatig met de Belgische telecommunicatiesector om een aantal projecten voor de nooddiensten te realiseren, die de uitvoering van de richtlijnen van Europa inzake het 112-noodnummer mee bewerkstelligen. Zo wordt momenteel bijvoorbeeld onder meer gewerkt aan het kunnen lokaliseren van GSM-oproepen, wat uiteraard van belang is voor elke burger die een noodoproep doet met zijn GSM, maar wat voor mij ook een noodzakelijke voorwaarde is om het project “SMS voor doven” te kunnen opstarten. Het is immers van belang dat de nooddiensten onmiddellijk de persoon in nood kunnen lokaliseren wanneer deze een SMS naar de nooddiensten verstuurt. De overheid heeft tijdens dit complexe overleg en besluitvormingsproces reeds de Belgische wetgeving aangepast waar noodzakelijk om een eindoplossing voor lokalisatie af te dwingen van de telecom-sector. Een snelle, niet-efficiënte SMS-oplossing nu realiseren zou alleen maar een hypotheek leggen op de realisatie van een definitieve en veilige oplossing. Dit betekent uiteraard niet dat moet worden getalmd met het streven naar deze definitieve oplossing om zo snel mogelijk de noodhulp voor iedereen in het algemeen, en voor de doven en slechthorenden in het bijzonder te verbeteren. Wanneer verwezen wordt naar andere voorbeelden, ook in Europa, dan moeten we deze initiatieven uiteraard lovenswaardig noemen, maar met de nodige risico’s omdat niet aan de vermelde voorwaarden is voldaan. Zelfs bij het Reach 112 project dat Europa nu naar voor schuift is uit de contacten gebleken dat men op dit ogenblik niet weet hoe de lokalisatie te realiseren, terwijl dit als een noodzakelijk onderdeel wordt aanzien. |