SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
7 décembre 2009 7 december 2009
________________
Question écrite n° 4-5474 Schriftelijke vraag nr. 4-5474

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid
________________
Office national de l'Emploi (ONEm) - Traitement des dossiers dans une autre région - Législation linguistique Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) - Behandeling van dossiers in een ander gewest - Taalwetgeving 
________________
Office national de l'emploi
demande d'emploi
régions et communautés de Belgique
emploi des langues
chômeur
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
zoeken naar een baan
gewesten en gemeenschappen van België
taalgebruik
werkloze
________ ________
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
2/3/2010Rappel
24/3/2010Antwoord
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
2/3/2010Rappel
24/3/2010Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 4-4209 Réintroduction de : question écrite 4-4209
________ ________
Question n° 4-5474 du 7 décembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-5474 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans une interview publiée dans le journal De Standaard du 14 août 2009 (Ik heb respect voor wie niet fraudeert, pp. 32-33) , l'administrateur général sortant de l'ONEm dresse un portrait positif du fonctionnement de ses services. L'informatique a permis d'améliorer considérablement le rendement. La mise en place d'une plate-forme informatique centralisée permet de faire glisser la charge de travail entre les bureaux ou départements locaux, même au-delà de la frontière linguistique.

Il s'agit d'une évolution positive, mais l'administrateur-général fait observer que le traitement des dossiers des chômeurs bruxellois, par exemple à Alost, ne se fait peut-être pas conformément aux lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l'emploi des langues en matière administrative.

1)

a) L'affirmation de l'administrateur-général de l'ONEm selon laquelle le traitement des dossiers de chômeurs bruxellois en région flamande ne se fait pas conformément à la loi linguistique est-elle exacte?

b) Dans l'affirmative, les demandeurs d'emploi concernés peuvent-ils éventuellement invoquer des fautes de procédure en cas de décisions prises à leur désavantage?

c) Est-il déjà arrivé que l'ONEm reçoive des plaintes à ce sujet?

2) Combien de dossiers de demandeurs d'emploi sont-ils traités par des services de l'ONEm qui ne sont pas localisés dans la même région que celle dans laquelle résident les demandeurs d'emploi concernés ?

3)

a) Ces pratiques donnent-elles lieu à des adaptations fonctionnelles de la législation linguistique ?

b) Dans l'affirmative, lesquelles ?

 

In een interview met De Standaard op 14 augustus 2009 (‘Ik heb respect voor wie niet fraudeert’, blz. 32-33) schetst afscheidnemende administrateur-generaal van de RVA Karel Baeck een positief beeld over de werking van zijn diensten. Dankzij het gebruik van informatica werd een grote rendementsverbetering bekomen. De installatie van een gecentraliseerd informaticaplatform laat toe om de werklast te verplaatsen tussen lokale bureaus of afdelingen, zelfs over de taalgrens heen.

Een positieve evolutie, maar de administrateur-generaal maakt de bedenking dat het afwerken van dossiers van Brusselse werklozen in bijvoorbeeld Aalst wellicht niet conform de de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken is.

1)

a)Klopt de bewering van de administrateur-generaal van de RVA dat het afhandelen van dossiers van Brusselse werklozen in het Vlaams Gewest tegen de taalwet ingaat?

b)Zo ja, kunnen de betrokken werkzoekenden eventueel procedurefouten inroepen wanneer er beslissingen in hun nadeel worden genomen?

c)Is het al voorgevallen dat de RVA klachten hierover heeft ontvangen?

2)Hoeveel dossiers van werklozen worden behandeld door RVA-diensten die niet in hetzelfde gewest gelokaliseerd zijn dan het gewest waar de betrokken werklozen wonen?

3)

a)Geven deze praktijken aanleiding tot het doorvoeren van een aantal functionele aanpassingen van de taalwetgeving?

b)Zo ja, welke?

 
Réponse reçue le 24 mars 2010 : Antwoord ontvangen op 24 maart 2010 :

1a). Le traitement par déplacement du travail de dossiers de la région bilingue de Bruxelles-Capitale ou d’une autre région linguistique se fait principalement par des collaborateurs de l’équipe spéciale de l’Office nationale de l’Emploi (ONEM) qui font partie de l’administration centrale de l’ONEM, dont le siège est sis 1000 Bruxelles. Ils exécutent ces tâches dans un bureau du chômage situé à proximité de leur domicile.

Jusqu’à présent, le déplacement de travail vers une autre région linguistique se faisait uniquement pour des dossiers de la région bilingue de Bruxelles-Capitale.

Il s’agit uniquement d’un encodage de données. En outre, il est tenu compte le plus possible de la langue du dossier. À mon sens, il n’y a pas d’infraction à la législation sur l’emploi des langues.

1b). Lors de cette procédure, la décision de refuser ou de limiter les allocations de chômage est toujours prise par le directeur du bureau du chômage compétent pour le travailleur et ce, afin d’éviter d’éventuelles contestations.

1c). Jusqu’à présent, l’ONEM n’a pas reçu de plainte à ce sujet.

2). La plupart des dossiers visés ont été traités par des collaborateurs de l’équipe spéciale de l’administration centrale de l’ONEM.

Le nombre de dossiers traités par les services de l’ONEM qui ne sont pas localisés dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale, reste donc limité. En 2009, il s’agissait de 1 800 dossiers (jusqu’au 31 août), soit 1,18 % du nombre de dossiers traités par le bureau de chômage de Bruxelles.

3a et b). Non

1a). De afhandeling via verplaatsing van het werk van dossiers van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad of van een ander taalgebied gebeurt hoofdzakelijk door medewerkers van de speciale ploeg van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), die behoren tot het hoofdbestuur van de RVA met zetel te 1000 Brussel. Zij voeren deze taken uit in een werkloosheidsbureau dicht bij hun woonplaats.

Tot op heden gebeurde de verplaatsing van werk naar een ander taalgebied enkel voor dossiers van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.

Het gaat enkel om encodage van gegevens. Er wordt daarenboven zoveel mogelijk rekening gehouden met de taal van het dossier. Mijn inziens vindt er geen inbreuk op de taalwetgeving plaats.

1b). Bij deze procedure wordt de beslissing tot ontzegging of beperking van de werkloosheidsuitkeringen steeds genomen door de directeur van het voor de werknemer bevoegde werkloosheidsbureau, dit om mogelijke betwistingen te vermijden.

1c). Tot op heden ontving de RVA hierover geen enkele klacht.

2). Het gros van bedoelde dossiers werd behandeld door medewerkers van de speciale ploeg van het hoofdbestuur van de RVA.

Het aantal dossiers behandeld door RVA-diensten die niet in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad gelokaliseerd zijn blijft dus beperkt. In 2009 ging het (tot 31 augustus) om 1 800 dossiers, hetzij 1,18 % van de door het werkloosheidsbureau te Brussel afgewerkte dossiers.

3 a en b). Neen