SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
1 décembre 2009 1 december 2009
________________
Question écrite n° 4-5117 Schriftelijke vraag nr. 4-5117

de Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

van Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Asbl Smals - Utilisation d'avances - Dérogation aux règlements de collaboration - Mesures vzw Smals - Gebruik van voorschotten - Afwijking van de samenwerkingsreglementen - Maatregelen 
________________
société sans but lucratif
paiement à l'avance
Cour des comptes (Belgique)
sécurité sociale
informatique
organisatie zonder winstoogmerk
vooruitbetaling
Rekenhof (België)
sociale zekerheid
informatica
________ ________
1/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 1/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
1/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 1/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5114
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5115
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5116
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5114
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5115
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-5116
________ ________
Question n° 4-5117 du 1 décembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-5117 d.d. 1 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans le cadre d’un marché public, il ne peut être procédé à des paiements que pour des services faits et acceptés et les avances ne sont autorisées que dans des cas exceptionnels. Ce principe est totalement inversé à l’égard de l’association sans but lucratif (asbl) Smals, l'entreprise informatique des Institutions publiques de sécurité sociale. En effet, l’asbl dispose d’un capital de fonctionnement propre trop faible pour pouvoir préfinancer l’exécution des marchés. C’est la raison pour laquelle le règlement de collaboration prévoit une technique d’avances, qui diffère en fonction de la nature du marché.

Il est souvent dérogé au régime général tel que stipulé dans le règlement de collaboration, tant à l’égard de chaque institution qu’en fonction du marché concerné. L’asbl est évidemment libre de fixer à chaque fois les conditions de paiement sur mesure. Cette méthode présente toutefois l’inconvénient de compliquer le suivi des factures en raison d’un ensemble relativement confus de régimes applicables, par exemple paiement après service fait, paiement d’avances forfaitaires ou de décomptes provisoires et définitifs, paiement sur une base mensuelle ou trimestrielle.

Les problèmes relatifs à l’imputation de telles provisions et au décompte final sont plus fondamentaux.

Outre les avances pour des marchés déjà en cours, certaines factures contiennent des provisions pour des marchés dont il n’est pas encore certain qu’ils seront effectivement exécutés ni à quel moment. Il est probable que l’objectif soit de constituer des provisions pour risques et charges mais, dans les factures, il y a confusion avec les avances, de sorte qu’elles ne peuvent pas être identifiées avec certitude comme étant des provisions.

Le décompte des coûts effectués pour un marché exécuté n’est souvent élaboré que longtemps (jusqu’à deux ans) après l’expiration de l’exercice auquel les prestations ont trait, sans que la justification y afférente ne permette encore de relier ces montants aux avances déjà versées.

1. Quelles mesures ont-elles déjà été prises pour rationaliser ce système confus d'avances et de provisions pour les institutions placées sous la tutelle de la ministre ? La situation actuelle manque de transparence.

2. Quelles mesures ont-elles déjà été prises pour ces institutions afin de réduire la période entre le décompte et l'exécution d'un marché ? Cet intervalle excessivement long nuit également à la transparence.

 

Bij een overheidsopdracht mogen betalingen alleen gebeuren voor verstrekte en aanvaarde diensten en worden voorschotten slechts bij wijze van uitzondering toegestaan. Dat beginsel wordt ten aanzien van de vereniging zonder winstoogmerk (vzw) Smals, het eigen informaticabedrijf van de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid, volledig omgekeerd. In de vzw is immers te weinig eigen werkingskapitaal voorhanden om de uitvoering van de opdrachten te kunnen voorfinancieren. Daarom is in het samenwerkingsreglement een techniek van voorschotten uitgewerkt die verschilt naargelang van de aard van de opdracht.

Van de algemene regeling zoals overeengekomen in het samenwerkingsreglement wordt echter dikwijls afgeweken, zowel ten aanzien van elke instelling afzonderlijk als op basis van de voorliggende opdracht. Het staat uiteraard vrij de betalingsvoorwaarden telkens op maat uit te werken. Het nadeel is echter dat de follow-up van de facturen wordt bemoeilijkt door een onoverzichtelijk geheel van regelingen, bijvoorbeeld betaling na verstrekte dienst; betaling van forfaitaire voorschotten of van voorlopige en definitieve afrekeningen; maandelijkse of driemaandelijkse betaling. Meer fundamenteel zijn de problemen met betrekking tot de aanrekening van zogenaamde provisies en de uiteindelijke afrekening:

Naast voorschotten voor reeds lopende opdrachten worden op sommige facturen provisies aangerekend voor opdrachten waarvan nog niet vaststaat of en wanneer ze effectief zullen worden uitgevoerd. Mogelijk gaat het hier om de aanleg van voorzieningen voor risico’s en kosten, maar op de facturen worden ze vermengd met voorschotten zodat ze niet met zekerheid als voorzieningen kunnen worden geïdentificeerd;

De afrekening van de kosten gedaan voor een uitgevoerde opdracht gebeurt vaak pas lang na het einde van het boekjaar waarop de prestaties betrekking hebben (tot twee jaar nadien), zonder dat de verantwoording ervan de mogelijkheid biedt de bedragen nog terug te koppelen aan de reeds betaalde voorschotten.

1. Welke maatregelen werden al genomen om dit onoverzichtelijke systeem van voorschotten en provisies te stroomlijnen voor de instellingen die onder het toezicht staan van de minister? De huidige toestand is te weinig transparant.

2. Welke maatregelen werden al genomen voor die instellingen om de periode tussen de afrekening en de uitvoering van een opdracht in te korten? Ook die onredelijk lange tussentijd komt de transparantie niet ten goede.