| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2008-2009 | Zitting 2008-2009 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 7 septembre 2009 | 7 september 2009 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 4-4291 | Schriftelijke vraag nr. 4-4291 | ||||||||
de Helga Stevens (Indépendant) |
van Helga Stevens (Onafhankelijke) |
||||||||
à la ministre de l'Intérieur |
aan de minister van Binnenlandse Zaken |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Comité permanent P - Plaintes - Appréciation du bien-fondé | Vast Comité P - Klachten - Beoordeling van de gegrondheid | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Comités permanents de contrôle des services de police et de renseignements police rapport d'activité |
Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten politie verslag over de werkzaamheden |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 4-4291 du 7 septembre 2009 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 4-4291 d.d. 7 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Le rapport annuel 2007-2008 du Comité permanent P indique que, durant la période 2004-2007, 85% en moyenne des plaintes traitées par le biais d'une enquête ont été déclarées « non fondées ou non établies ». 15 % seulement des plaintes ont été considérées comme fondées. En 2007, l'année la plus récente pour laquelle des données sont disponibles, 13,4 % des plaintes seulement ont été déclarées fondées. Je souhaite poser les questions suivantes à cet égard : 1. Comment la ministre explique-t-elle le pourcentage structurellement peu élevé de plaintes déclarées fondées par le Comité P ? 2. De quelles possibilités d'appel l'auteur d'une plainte dispose-t-il après que sa plainte a été rejetée par le Comité P car “non fondée ou non établie” ? 3. Dans combien de réponses à des plaintes introduites, le Comité P a-t-il appelé l'auteur un “plaignant professionnel” ? ( Je souhaiterais un aperçu des cinq dernières années, ventilé par année). 4. Sur quels motifs spécifiques le Comité P se base-t-il pour qualifier de “plaignants professionnels” les auteurs d'une plainte dans la réponse qu'il leur envoie ? 5. Dans combien de réponses à des plaintes introduites le Comité P a-t-il invité l'auteur à réfléchir sérieusement à l'avenir avant d'introduire une plainte ? Dans combien de ces réponses annonçait-on que le Comité P entreprendrait des démarches (juridiques ou non) en cas de récidive d'introduction de plainte ? (Je souhaiterais obtenir un aperçu des cinq dernières années, ventilé par année) ? 6. Sur quels motifs spécifiques le Comité P se base-t-il pour inviter les auteurs d'une plainte à bien réfléchir à l'avenir sur l'introduction d'une plainte ? 7. Sur quels motifs spécifiques le Comité P se base-t-il pour annoncer à l'auteur d'une plainte que le Comité P entreprendrait des démarches (juridiques ou non) en cas de récidive d'introduction de plainte ? Quelle définition le Comité P donne-t-il dans ce contexte du terme “récidive d'introduction de peine” ? 8. Quelles démarches juridiques et/ou non juridiques concrètes le Comité P entreprend-il en cas de récidive d'introduction de plainte ? Une base juridique est-elle prévue à cet égard ? 9. Dans combien de cas le Comité P a-t-il déjà entrepris des démarches juridiques ou non en réaction à une récidive d'introduction de plainte ? Quel fut chaque fois le résultat de ces démarches ? |
Het jaarverslag 2007-2008 van het Vast Comité P vermeldt dat er in de periode 2004-2007 gemiddeld 85 procent van de via een klachtenonderzoek behandelde klachten 'zonder grond of niet bewezen' werden verklaard. Slechts 15 procent van de klachten werden als gegrond beschouwd. In 2007, het meest recente jaar waarvoor gegevens voorhanden zijn, werden zelfs maar 13,4 procent van de klachten gegrond verklaard. Hierover had ik graag volgende vragen voorgelegd: 1. Welke verklaring heeft de geachte minister voor het structureel lage percentage door het Comité P gegrond geachte klachten? 2. Welke beroepsmogelijkheden heeft de indiener van een klacht nadat zijn/haar klacht door het Comité P als 'zonder grond of niet bewezen' werd afgewezen? 3. In hoeveel antwoorden op ingediende klachten heeft het Comité P de indiener een 'beroepsklager' genoemd? (graag een overzicht voor de laatste vijf jaar, uitgesplitst per jaar) 4. Op welke specifieke gronden gaat het Comité P ertoe over om indieners van een klacht te typeren als 'beroepsklager' in het aan de indiener gestuurde antwoord? 5. In hoeveel antwoorden op ingediende klachten heeft het Comité P de indiener aangemaand om in de toekomst grondig na te denken over het indienen van een klacht? In hoeveel van die antwoorden werd aangekondigd dat het Comité P (al dan niet juridische) stappen zal ondernemen in geval van 'recidiverend klachtengedrag'? (graag een overzicht van de laatste vijf jaar, uitgesplitst per jaar) 6. Op welke specifieke gronden gaat het Comité P ertoe over om indieners van een klacht te aan te manen om in de toekomst grondig na te denken over het indienen van een klacht? 7. Op welke specifieke gronden gaat het Comité P ertoe over om aan de indiener van een klacht aan te kondigen dat het Comité P (al dan niet juridische) stappen zal ondernemen in geval van 'recidiverend klachtengedrag'? Welke definitie geeft het Comité P in deze context aan de term 'recidiverend klachtgedrag'? 8. Welke concrete juridische en/of niet-juridische stappen onderneemt het Comité P in geval van 'recidiverend klachtgedrag'? Is hiervoor een juridische basis voorzien? 9. In hoeveel gevallen heeft het Comité P reeds juridische respectievelijk niet-juridische stappen ondernomen in reactie op 'recidiverend klachtgedrag'? Wat was telkens de uitkomst van het ondernemen van deze stappen? |
||||||||
| Réponse reçue le 24 novembre 2009 : | Antwoord ontvangen op 24 november 2009 : | ||||||||
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. Cette question parlementaire ne relève pas de notre compétence. L’objet de la question concerne un organe parlementaire et ne dépend pas du Service public fédéral (SPF) Intérieur. |
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag. Deze parlementaire vraag valt niet onder onze bevoegdheid. Het onderwerp van de vraag betreft een parlementair orgaan en hangt niet af van de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken. |