SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
17 juillet 2009 17 juli 2009
________________
Question écrite n° 4-3852 Schriftelijke vraag nr. 4-3852

de Joris Van Hauthem (Vlaams Belang)

van Joris Van Hauthem (Vlaams Belang)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Prisons espagnoles - Belges condamnés - Transfèrement en Belgique - Accord avec l'Espagne Spaanse gevangenissen - Veroordeelde Belgen - Overbracht naar België - Akkoord met Spanje 
________________
accord bilatéral
exécution de la peine
Espagne
transfèrement de détenus
bilaterale overeenkomst
voltrekking van de straf
Spanje
overbrenging van gedetineerden
________ ________
17/7/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 20/8/2009)
4/9/2009Antwoord
17/7/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 20/8/2009)
4/9/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-3852 du 17 juillet 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3852 d.d. 17 juli 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Comme dans d'autres pays, il y a en Espagne un certain nombre de Belges condamnés pour un fait punissable. Normalement, ces personnes peuvent être transférées vers la Belgique après leur condamnation mais cela semble parfois poser quelques problèmes.

1. Rencontre-t-on des difficultés avec les instances espagnoles en la matière et, dans l'affirmative, de quelle nature?

2. De quelles possibilités le ministre dispose-t-il pour :

a) aboutir à un accord avec l'autorité espagnole sur le transfèrement, vers la Belgique, des Belges condamnés en Espagne pour que ceux-ci purgent leur peine dans notre pays ?

b) après un accord concernant un tel transfèrement, accélérer au maximum le transfert réel des Belges condamnés ?

 

Zoals in een aantal andere landen, zijn er ook in Spanje een aantal Belgen veroordeeld voor een strafbaar feit. Normaliter kunnen deze personen na hun veroordeling worden overgebracht naar België, maar dat blijkt soms nogal problematisch te zijn.

1. Worden er ter zake moeilijkheden ondervonden met de Spaanse instanties en zo ja van welke aard?

2. Over welke mogelijkheden beschikt de geachte minister om:

a) op succesvolle wijze tot een akkoord te komen met de Spaanse overheid over het overkomen naar België van in Spanje veroordeelde Belgen om hier hun straf uit te zitten?

b) na akkoord met betrekking tot een dergelijk overkomen, de feitelijke overdracht van de veroordeelde Belgen maximaal te bespoedigen in de tijd?

 
Réponse reçue le 4 septembre 2009 : Antwoord ontvangen op 4 september 2009 :

1. Par rapport aux demandes de transfèrement émanant d’autres pays, les demandes de transfèrement de ressortissants belges condamnés en Espagne ne suscitent pas de problèmes particuliers. L’Espagne refuse très rarement une demande de transfèrement. Certes, la procédure de transfèrement espagnole est assez formelle et prend beaucoup de temps. L’accord définitif pour le transfèrement doit en effet être donné par l’ensemble du conseil des ministres. Entre l’accord de la Belgique et l’accord définitif de l’Espagne, il s’écoule dès lors quatre à cinq mois. Ces phases sont précédées respectivement par la constitution et la traduction de la demande de transfèrement espagnole, puis du dossier de transfèrement belge.

2. a) et b) L’Espagne et la Belgique définissent chacune les modalités de déroulement de la procédure de transfèrement selon leur droit interne. Le transfèrement proprement dit repose sur la Convention du Conseil de l’Europe du 21 mars 1983. En attendant la mise en œuvre de la décision-cadre de l’Union européenne de décembre 2008, chaque transfèrement est et demeure le résultat d’un accord entre deux états souverains. La Convention ne crée par ailleurs aucune obligation de transfèrement. Le transfèrement est une faveur, pas un droit subjectif. Outre le consentement du détenu lui-même, l’accord des deux états est également requis. Pour la Belgique, l’objectif de reclassement prévu dans la Convention demeure essentiel. Cela signifie que dans certains cas, si une enquête approfondie révèle que les perspectives de reclassement sont insuffisantes, le transfèrement sera refusé. Par exemple, un belge qui n’a plus aucun lien avec la Belgique et/ou un environnement social significatif dans son pays depuis longtemps aura du mal à mettre en place un parcours de reclassement en Belgique.

Dans la majorité des cas, tant l’Espagne que la Belgique marquent leur accord pour le transfèrement. Dès que l’accord est définitif, le parquet de Bruxelles en assure l’exécution. Entre la réception de l’accord définitif espagnol et le transfèrement effectif, il s’écoule rarement plus d’un mois. La date du transfèrement est convenue entre les services de police belges et les services de police espagnols, en fonction également du personnel disponible, ce qui nécessite une certaine coordination. En outre, le détenu doit généralement être transféré de son lieu de détention situé ailleurs en Espagne vers Madrid.

Côté belge, la procédure de transfèrement se déroule actuellement avec la plus grande efficacité.

1. Overbrengingsverzoeken van Belgische onderdanen die in Spanje zijn veroordeeld, doen geen bijzondere problemen rijzen ten opzichte van overbrengingsverzoeken uit andere landen. Spanje weigert hoogst zelden een overbrengingsverzoek. Wel is het zo dat de Spaanse overbrengingsprocedure tamelijk formeel is en veel tijd vergt. Het definitieve akkoord met de overbrenging wordt immers door de gehele ministerraad gegeven. Tussen het Belgische akkoord en het Spaanse definitieve akkoord verlopen dan ook vier à vijf maanden. Aan die fasen gaat de samenstelling en vertaling van het Spaanse overbrengingsverzoek en het Belgische overbrengingsdossier vooraf.

2. a) en b) Spanje en België bepalen ieder volgens hun interne recht de wijze waarop de overbrengingsprocedure verloopt. De overbrenging zelf steunt op het Verdrag van de Raad van Europa van 21 maart 1983. In afwachting van de implementatie van het kaderbesluit van de Europese Unie van december 2008, is en blijft elke overbrenging het resultaat van een akkoord tussen twee soevereine staten. Het Verdrag schept ook geen enkele verplichting tot overbrenging. De overbrenging is een gunst, geen subjectief recht. Naast de toestemming van de gedetineerde zelf, is ook het akkoord van beide staten vereist. Voor België blijft het in het Verdrag opgenomen reclasseringsdoel essentieel. Dit wil zeggen dat in sommige gevallen de overbrenging wordt geweigerd omdat na omstandig onderzoek geen afdoende reclasseringsperspectieven voorhanden blijken te zijn. Een Belg die bijvoorbeeld al geruime tijd geen enkele band meer heeft met België en / of geen significant sociaal milieu meer heeft zijn land, kan moeilijk een reclasseringstraject in België uitbouwen.

In de meerderheid van de gevallen gaan zowel Spanje als België met de overbrenging akkoord. Van zodra het akkoord definitief is, zal het parket van Brussel zorg dragen voor de uitvoering. Tussen de aankomst van het finale Spaanse akkoord en de effectieve overbrenging verloopt zelden meer dan één maand tijd. De datum van de overbrenging wordt tussen de Belgische en de Spaanse politiediensten vastgelegd en dat vergt de nodige coördinatie, ook in functie van het beschikbare personeel. Bovendien zal de gedetineerde meestal van zijn detentieplaats elders in Spanje naar Madrid overgebracht moeten worden. De overbrengingsprocedure die zich aan Belgische zijde afspeelt, gebeurt thans op de meest efficiënte wijze.