SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
11 mai 2009 11 mei 2009
________________
Question écrite n° 4-3450 Schriftelijke vraag nr. 4-3450

de Sfia Bouarfa (PS)

van Sfia Bouarfa (PS)

au ministre de la Coopération au développement

aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking
________________
Organisation de coopération et de développement économiques (OCDE) - Comité d'aide au développement (CAD) - Aide au développement - Objectif d'attribuer 0,7% du PIB - Situation pour la Belgique - Crise économique et financière - Impact Organisatie voor Economische samenwerking en ontwikkeling (OESO) - Comité voor Ontwikkelingssamenwerking (DAC) - Ontwikkelingssamenwerking - Doelstelling om 0,7% van het bbp te besteden - Situatie voor België - Economische en financiële crisis - Gevolgen 
________________
OCDE
Comité d'aide au développement
aide au développement
budget de l'État
récession économique
crise monétaire
OESO
Commissie voor ontwikkelingsbijstand
ontwikkelingshulp
rijksbegroting
economische recessie
monetaire crisis
________ ________
11/5/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/6/2009)
12/6/2009Antwoord
11/5/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/6/2009)
12/6/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-3450 du 11 mai 2009 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-3450 d.d. 11 mei 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

L'Organisation de coopération et de développement économiques (OCDE), regroupe trente pays membres, tous attachés à la démocratie et à l'économie de marché. Ses travaux couvrent tout le champ économique et social, de la macroéconomie à l'enseignement, au développement, à la science et à l'innovation. Le Comité d'aide au développement (CAD) de l'OCDE est la principale instance internationale en charge de la fixation des bonnes pratiques en matière de politique d'aide au développement.

Les pays membres du CAD, dont la Belgique fait partie, s'étaient engagés en 2000 à attribuer au moins 0,7 % de leur produit intérieur brut (PIB) à l'aide publique au développement en 2010.

Aujourd'hui, à un an de cette échéance, la Belgique ne consacre toujours que 0,4 % de son PIB à la coopération au développement et semble encore loin d'atteindre l'objectif de 0,7 % de son PIB d'ici 2010.

Dans ce contexte, quelles mesures avez-vous prises ou allez-vous prendre pour atteindre cet objectif?

Ensuite, au vu de la conjoncture actuelle, quel est l'impact de la crise économique et financière sur les moyens que la Belgique alloue aux pays les plus pauvres? Cette crise signifie-t-elle également une diminution de l'aide apportée par la Belgique aux pays du Sud?

 

De Organisatie voor Economische samenwerking en Ontwikkeling (OESO) telt dertig lidstaten die de democratie en de markteconomie hoog in het vaandel dragen. Haar werking beslaat heel het sociaaleconomische veld, zowel de macro-economie als onderwijs, ontwikkeling, wetenschap en vernieuwing. Het Comité voor Ontwikkelingssamenwerking (DAC) van de OESO is de belangrijkste internationale instelling belast met de bepaling van de goede praktijken inzake ontwikkelingshulp.

De landen die lid zijn van het DAC, waaronder België, hadden zich er in 2000 toe verbonden om in 2010 ten minste 0,7% van hun bruto binnenlands product (bbp) te besteden aan ontwikkelingssamenwerking.

België besteedt vandaag, een jaar vóór de vervaldag, nog altijd niet meer dan 0,4% van zijn bbp aan ontwikkelingssamenwerking en lijkt nog ver verwijderd van de in 2010 te bereiken 0,7%.

Welke maatregelen hebt u genomen of zult u nemen om het gestelde doel alsnog te bereiken?

Welke gevolgen heeft de economische en financiële crisis op de middelen die België aan de armste landen toekent, gelet op de huidige conjunctuur? Betekent die crisis ook een vermindering van de hulp van België aan de landen van het Zuiden?

 
Réponse reçue le 12 juin 2009 : Antwoord ontvangen op 12 juni 2009 :
  1. L’engagement d’atteindre l’objectif de 0,7 % du RNB en 2010 avait été confirmé dans l’accord gouvernemental de mars 2008 et le budget 2008 avait été augmenté à 1 milliard 110 millions. Ceci était une augmentation de 244 millions soit 28 % comparé aux réalisations en 2007.

    En 2008, l’aide publique belge s’élevait à 0,48 % du RNB.

    La dynamique de la croissance a été confirmée en 2009 : malgré la situation budgétaire difficile, le budget fédéral de la coopération au développement avait augmenté de 252 millions d’euros (= presque 23 %) à presque 1 milliard 362 millions d’euros.

  2. Pour ce qui me concerne, la crise économique et financière ne peut certainement pas avoir un impact négatif sur les moyens que la Belgique alloue aux pays du Sud. Dés lors, je demanderai au Conseil des ministres l’augmentation budgétaire nécessaire pour atteindre le 0,7 % du RNB en 2010.

  1. De verbintenis om in 2010 de doelstelling van 0,7 % van het BNI te halen werd verankerd in het regeerakkoord van maart 2008. Het budget 2008 werd opgetrokken tot 1 miljard 110 miljoen, zijnde een stijging met 244 miljoen oftewel 28 %, vergeleken bij de maatregelen in 2007.

    In 2008 bedroeg de Belgische officiële ontwikkelingshulp 0,48 % van het BNI.

    De groeidynamiek zette zich door in 2009 : niettegenstaande de moeilijke budgettaire situatie steeg het federale budget van Ontwikkelingssamenwerking met 252 miljoen euro (= bijna 23 %) tot bijna 1 miljard 362 miljoen euro.

  2. Wat mij betreft, mag de economische en financiële crisis geen nadelige impact hebben op de middelen die België aan de landen van het zuiden verstrekt. Ik zal de ministerraad dan ook vragen de vereiste budgetverhoging door te voeren om de doelstelling van 0,7 % van het BNI in 2010 te halen.