SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
9 avril 2009 9 april 2009
________________
Question écrite n° 4-3315 Schriftelijke vraag nr. 4-3315

de Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

van Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

au ministre du Climat et de l'Energie

aan de minister van Klimaat en Energie
________________
Ondraf - Fonds à long terme NIRAS - Langetermijnfonds 
________________
Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles enrichies
Cour des comptes (Belgique)
déchet radioactif
déclassement de centrale
garantie
politique nucléaire
réserve comptable
Nationale Instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen
Rekenhof (België)
radioactief afval
stillegging van een centrale
garantie
nucleair beleid
boekhoudkundige reserve
________ ________
9/4/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/5/2009)
14/5/2009Antwoord
9/4/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/5/2009)
14/5/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-3315 du 9 avril 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3315 d.d. 9 april 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les principaux producteurs de déchets nucléaires sont tenus de souscrire une garantie contractuelle en faveur de l’Ondraf. Cette garantie doit, à tout moment, permettre à l’organisme de couvrir le montant des coûts fixes pour l’enfouissement à long terme des déchets non encore réceptionnés, mais pour lesquels les producteurs ont ainsi procédé à une réservation contractuelle. Cette garantie constitue donc bien une dette future et certaine pour les producteurs et une créance dans les mêmes termes pour l’Ondraf. Or, les comptes de l’organisme relatifs au fonds à long terme n’enregistrent que les seules provisions constituées sur la base des quantités déjà réceptionnées, en application des tarifs en vigueur.

Dans un souci de transparence, la Cour des comptes estime que l’Ondraf devrait tenir compte des garanties contractuelles souscrites dans sa comptabilité. Dans une réponse du ministre à la Cour des comptes, il a suggéré la solution suivante : afin de valoriser les montants afférents à la garantie contractuelle dans ses comptes annuels, l’Ondraf va examiner la possibilité d’exploiter la rubrique « droits et engagements hors bilan » de ses comptes annuels.

L'Ondraf a-t-il effectivement opté pour cette solution? Dans la négative, de quelle manière résout-on le manque de transparence?

 

De belangrijkste producenten van radioactief afval moeten een contractuele waarborg onderschrijven ten voordele van NIRAS. Die waarborg moet het de instelling op elk moment mogelijk maken de vaste kosten te dekken voor de langetermijnberging van afval dat NIRAS nog niet ontvangen heeft, maar waarvoor de producenten als het ware een contractuele reservering nemen. De waarborg is dus een toekomstige en vaststaande last voor de producenten en een toekomstige en vaststaande schuldvordering voor NIRAS. Op de rekeningen van NIRAS in verband met het Langetermijnfonds worden echter enkel voorzieningen geboekt die worden aangelegd op basis van reeds ontvangen volumes, met toepassing van de geldende tarieven.

Om de transparantie te vergroten, heeft het Rekenhof aanbevolen dat NIRAS die contractuele waarborgen zou opnemen in haar boekhouding. In een antwoord van de minister aan het Rekenhof werd een oplossing gesuggereerd : om de bedragen van die contractuele waarborg te valoriseren in haar jaarrekening, zou NIRAS nagaan of het mogelijk was daarvoor de rubriek "rechten en verbintenissen buiten balans" van de jaarrekeningen te gebruiken.

Heeft NIRAS inderdaad voor deze oplossing gekozen ? Zo nee, op welke manier wordt dit gebrek aan transparantie dan wel opgelost ?

 
Réponse reçue le 14 mai 2009 : Antwoord ontvangen op 14 mei 2009 :

Dans les comptes annuels de l’Ondraf, arrêtés le 31 décembre 2007, sur base de la convention du 23 juin 2005 entre l’État belge et l’Ondraf relative au suivi des fonds pour l’assainissement des passifs nucléaires BP1 et BP2, selon laquelle la responsabilité financière finale de l’État par rapport à l’assainissement des passifs concernés est confirmée et l’État s’engage à couvrir les coûts conformément aux règles de financement de l’Ondraf, l’organisme a inscrit dans les droits et obligations, en dehors du bilan, un montant de 205,7 millions d'euros. Ce montant inclut tant les coûts futurs de démantèlement des installations du site BP2, qui appartiennent au passif du même nom (197,3 millions d'euros) et pour lequel des provisions ne sont pas constituées dans le fonds, que les moyens encore à transférer au fonds à long terme pour l’entreposage et l’évacuation des lots de déchets historiques (8,4 millions d'euros). Dans les exercices suivants, cette méthode de travail sera encore appliquée et étendue aux autres contrats.

In de op 31 december 2007 afgesloten jaarrekeningen van NIRAS heeft de instelling, op basis van de overeenkomst van 23 juni 2005 tussen de Belgische Staat en NIRAS betreffende de opvolging van de fondsen voor de sanering van de nucleaire passiva BP1 en BP2, waarbij de financiële eindverantwoordelijkheid van de Staat ten aanzien van de sanering van de betrokken passiva bevestigd wordt en de Staat zich ertoe verbindt de kosten te dekken overeenkomstig de financieringsregels van NIRAS, in de buiten balans opgenomen rechten en verplichtingen van het fonds een bedrag geboekt van 205,7 miljoen euro. Dit bedrag behelst zowel de toekomstige kosten voor ontmanteling van de installaties van de site BP 2 die tot het gelijknamig passief behoren (197,3 miljoen euro) en waarvoor geen voorzieningen worden aangelegd in het fonds, als de nog te transfereren middelen naar het fonds op lange termijn voor de opslag en berging van historische afvalpartijen (8,4 miljoen euro). In de volgende boekjaren zal deze werkwijze verder toegepast en uitgebreid worden tot andere contracten.