SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
11 février 2008 11 februari 2008
________________
Question écrite n° 4-328 Schriftelijke vraag nr. 4-328

de Helga Stevens (CD&V N-VA)

van Helga Stevens (CD&V N-VA)

au ministre de l'Emploi

aan de minister van Werk
________________
Gardiens d’enfants - Chômage - Indemnités Onthaalouders - Werkloosheid - Uitkeringen 
________________
chômage
garde d'enfants
répartition géographique
Office national de sécurité sociale
revenu
prestation sociale
werkloosheid
kinderoppas
geografische spreiding
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
inkomen
sociale uitkering
________ ________
11/2/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 13/3/2008)
19/3/2008Dossier gesloten
11/2/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 13/3/2008)
19/3/2008Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-656 Heringediend als : schriftelijke vraag 4-656
________ ________
Question n° 4-328 du 11 février 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-328 d.d. 11 februari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L’arrêté royal du 26 mars 2003 portant exécution de l’article 7, §1er, alinéa 3, q, de l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, relatif aux gardiens d’enfants, a instauré, à partir du 1er avril 2003, une indemnité pour les gardiens d’enfants. Cette indemnité consiste en une compensation partielle de la perte de revenus qu’un gardien ou une gardienne d’enfants subit par la suite de circonstances indépendantes de sa volonté en raison de l’absence temporaire d’enfants qu’il ou elle accueille habituellement.

1. Quel est le montant total des indemnités par an et par région ?

2. Combien de gardiens d’enfants sont-ils inscrits comme « travailleur salarié » à l’ONSS, par an et par région ?

3. Combien de gardiens d’enfants ont-ils demandé l’indemnité, par an et par région ?

 

Op 26 maart 2003 werd er bij het koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, §1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders vanaf 1 april 2003 een opvanguitkering voor onthaalouders gecreëerd. Deze vergoeding voorziet een gedeeltelijke compensatie van het inkomensverlies dat de onthaalouders door omstandigheden buiten zijn of haar wil lijdt ingevolge de tijdelijke afwezigheid van kinderen die hij of zij normaal ontvangt.

1. Wat zijn de totaalbedragen van opvanguitkeringen per jaar en per gewest?

2. Hoeveel onthaalouders zijn er bij de RSZ ingeschreven als “werknemer” per jaar en per gewest?

3. Hoeveel onthaalouders hebben er beroep gedaan op opvanguitkeringen per jaar en per gewest?