SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
11 mars 2009 11 maart 2009
________________
Question écrite n° 4-3153 Schriftelijke vraag nr. 4-3153

de Paul Wille (Open Vld)

van Paul Wille (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Prisons - Évasions - Mesures Gevangenissen - Ontsnappingen - Maatregelen 
________________
établissement pénitentiaire
détenu
Régie des Bâtiments
sécurité des bâtiments
équipement du bâtiment
strafgevangenis
gedetineerde
Regie der Gebouwen
veiligheid van gebouwen
technische voorzieningen van gebouwen
________ ________
11/3/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 9/4/2009)
12/10/2009Antwoord
11/3/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 9/4/2009)
12/10/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-3153 du 11 mars 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3153 d.d. 11 maart 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Il ressort des statistiques du département du ministre que 238 détenus se sont échappés des prisons belges durant les neuf dernières années. La prison de Termonde, qui a attiré l'attention avec une spectaculaire évasion de masse en 2006, est en tête de la liste avec trente-trois évasions. Elle est suivie par Merksplas avec trente-deux évasions, Lantin vingt-trois et Anvers dix-neuf.

Compte tenu de ce qui précède, je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1. Quelles sont les dispositions qui ont été prises, depuis l'évasion de masse, pour mieux éviter les évasions de la prison de Termonde  ?

2. Quelles sont les dispositions qui ont été prises, depuis l'évasion de masse, pour mieux éviter les évasions de la prison de Merksplas ?

3. Quelles sont les dispositions qui ont été prises, depuis l'évasion de masse, pour mieux éviter les évasions de la prison d'Anvers ?

4. Quel est la technique d'évasion la plus utilisée ?

5. À quel rang européen, la Belgique se situe-t-elle en matière d'évasions ? À quel point ces nombres d'évasions sont-ils comparables à ceux observés dans les autres pays européens ?

 

Uit cijfers van het departement van de geachte minister blijkt dat uit de Belgische gevangenissen in negen jaar tijd 238 gevangenen ontsnapt zijn. De gevangenis van Dendermonde, die bijzonder veel aandacht kreeg rond de opmerkelijke massa-ontsnapping in 2006, voert de lijst aan met in totaal 33 ontsnappingen. Tweede is Merksplas met 32 ontsnappingen, voor Lantin (23) en Antwerpen (19).

Gezien het korte voorgaande kader, kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen :

1. Welke maatregelen werden sinds de massa-ontsnapping genomen om de gevangenis van Dendermonde beter te beschermen tegen ontsnappingen ?

2. Welke maatregelen werden sinds de massa-ontsnapping genomen om de gevangenis van Merksplas beter te beschermen tegen ontsnappingen ?

3. Welke maatregelen werden sinds de massa-ontsnapping genomen om de gevangenis van Antwerpen beter te beschermen tegen ontsnappingen ?

4. Welke ontsnappingstechniek werd het vaakst gebruikt ?

5. Hoe scoort België op Europees niveau inzake ontsnappingen ? Hoe zijn deze cijfers proportioneel gezien ten opzichte van andere Europese landen ?

 
Réponse reçue le 12 octobre 2009 : Antwoord ontvangen op 12 oktober 2009 :

1. Un programme a été élaboré afin d’améliorer / de développer l’infrastructure pénitentiaire en général et l’infrastructure en matière de sécurité en particulier, ce en étroite collaboration entre le service Appui, Bâtiments et Sécurité (SABS) du Service Public Fédéral (SPF) Justice, la Régie des Bâtiments et la direction pénitentiaire locale.

Indépendamment de ce programme, le SABS procède également à des inspections préventives en matière de sécurité et, en fonction des conclusions, introduit ensuite des dossiers auprès de la Régie des Bâtiments en vue d’éventuels travaux d’aménagement d’infrastructure. Après chaque évasion, une équipe se rend en outre sur place afin de réaliser une analyse de la sécurité et d’évaluer si les procédures de sécurité doivent être adaptées et si des travaux d’infrastructure sont nécessaires.

Pour la prison de Termonde, les initiatives spécifiques sont notamment : le remplacement de portes, le remplacement du système interne de caméras de surveillance, le placement d’un fil électrisé, la rénovation des douches, la rénovation des préaux, etc.

2. Concernant spécifiquement la prison de Merksplas, les mesures suivantes ont notamment été prises : une clôture a été placée autour de la prison, les fenêtres ont déjà été en grande partie remplacées et sécurisées, quelques pavillons ont été pourvus de nouvelles portes et de nouvelles fenêtres intérieures, l’éclairage du périmètre a été amélioré, toutes sortes de petits travaux de protection (portes et fenêtres) ont été réalisés, etc.

3. Concernant spécifiquement la prison d’Anvers, les mesures suivantes ont notamment été prises : aménagement d’un nouveau préau A, début de la rénovation du préau B, protection supplémentaire des autres préaux, protection « anti-jets », remplacement de l'installation électrique basse tension, etc.

4. Aucun chiffre n’est disponible concernant le modus operandi spécifique des évasions. Par contre, il existe des chiffres concernant l’endroit spécifique à partir duquel ont eu lieu les évasions d’établissements fermés. Il en ressort que durant la période de 1995 à 2006 inclus, la plupart des évasions ont eu lieu au départ de la cellule (36 %), dans une moindre mesure au départ de l’atelier (21 %), d’endroits divers (cour, économat, etc.) (18 %), du préau (13 %), extra muros (transport etc.) (10 %) et pendant la visite (2 %).

5. Pour des données comparatives au niveau européen, je peux renvoyer aux enquêtes SPACE réalisées pour le Conseil de l’Europe. Le résultat de ces enquêtes peut être consulté via le site internet du Conseil de l'Europe (www.coe.int).

La direction générale EPI ne dispose pas de données comparatives propres en la matière.

1. Er werd een programma uitgewerkt om de gevangenisinfrastructuur in het algemeen en de veiligheidsinfrastructuur in het bijzonder te verbeteren / uit te bouwen. Dit gebeurde in nauw overleg tussen de Dienst Ondersteuning, Gebouwen en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie (DOGV), de Regie der Gebouwen en de lokale gevangenisdirectie.

Los daarvan doet de DOGV ook preventieve veiligheidsinspecties, waarna in functie van de conclusies dossiers worden ingediend bij de Regie der Gebouwen met het oog op eventuele infrastructurele aanpassingswerken. Na elke ontsnapping gaat er ook een equipe ter plaatse om een veiligheidsanalyse te maken en te evalueren of de veiligheidsprocedures moeten aangepast worden en of er infrastructuurwerken nodig zijn.

Specifieke initiatieven voor de gevangenis van Dendermonde zijn ondermeer: het vernieuwen van deuren, het vernieuwen van de CCTV-installatie (cameratoezicht), de plaatsing van schrikdraad, het vernieuwen van de douches, het vernieuwen van de wandelingen, enz.

2. Specifiek voor de gevangenis van Merksplas werden onder meer volgende maatregelen getroffen: er werd een draadomheining rond de gevangenis geplaatst, de ramen werden al voor een groot deel vernieuwd en beveiligd, enkele paviljoenen werden voorzien van nieuwe deuren en binnenramen, de verlichting van de perimeter werd verbeterd, allerhande kleinere beveiligingswerken (deuren en ramen) werden uitgevoerd, enz.

3. Specifiek voor de gevangenis van Antwerpen werden onder meer volgende maatregelen getroffen : inrichten van een nieuwe wandeling A, aanvang renovatie wandeling B, bijkomend beveiligen van de andere wandelingen, plaatsen van een overgooibeveiliging, vernieuwen zwakstroominstallatie, enz.

4. Over de specifieke modus operandi van de ontsnappingen zijn geen cijfers beschikbaar. Wel beschikbaar zijn cijfers met betrekking tot de specifieke locatie van waaruit ontsnappingen uit gesloten instellingen gebeurden. Hieruit blijkt dat over de periode van 1995 tot en met 2006 de meeste ontsnappingen gebeurden vanuit de cel (36 %), in mindere mate vanuit het atelier (21 %), gevolgd door ontsnappingen vanuit diverse locaties (koer, huishoudelijke dienst,…) (18 %), de wandeling (13 %), extra muros (transport, enz.) (10 %) tijdens bezoek (2 %).

5. Voor vergelijkend materiaal op Europees niveau kan ik verwijzen naar de SPACE-onderzoeken, uitgevoerd in opdracht van de Raad van Europa. Het resultaat van deze onderzoeken is te raadplegen via de website van de Raad van Europa (www.coe.int).

Het Directoraat-generaal EPI beschikt niet over eigen vergelijkend materiaal terzake.