SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
27 février 2009 27 februari 2009
________________
Question écrite n° 4-3058 Schriftelijke vraag nr. 4-3058

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

au ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Comportement au volant en Belgique - Étude AXA - Différences entre les Régions - Mesures Rijgedrag in België - AXA-studie - Verschillen tussen de gewesten - Maatregelen 
________________
code de la route
circulation routière
infraction au code de la route
sécurité routière
statistique officielle
répartition géographique
sciences du comportement
verkeersregels
wegverkeer
overtreding van het verkeersreglement
verkeersveiligheid
officiële statistiek
geografische spreiding
gedragswetenschap
________ ________
27/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 2/4/2009)
22/4/2009Antwoord
27/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 2/4/2009)
22/4/2009Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3059
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-740
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3059
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-740
________ ________
Question n° 4-3058 du 27 février 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3058 d.d. 27 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'étude approfondie réalisée pour le compte de la compagnie d'assurances AXA sur le comportement des Belges au volant a récemment été publiée. Il est frappant de constater des différences significatives entre le nord et le sud du pays en ce qui concerne le constat et la verbalisation des infractions au Code de la route.

Au moins 25 % des Flamands interrogés disent avoir déjà été verbalisés parce qu'ils avaient enfreint le Code de la route. En revanche, seulement 15 % des automobilistes wallons ont déclaré avoir déjà été verbalisés par les services compétents après une infraction.

Cette enquête dévoile une problématique connue depuis plus longtemps. En Wallonie et à Bruxelles, le constat des infractions au Code de la route et la sanction du contrevenant ne se déroulent pas comme il conviendrait. En revanche, la Flandre fournit des efforts particuliers pour constater et sanctionner autant que possible les infractions au Code de la route. Cette situation donne lieu à une discrimination entre les diverses entités fédérées.

Le ministre est-il informé de la discrimination qui existe entre le nord du pays d’une part, et le sud du pays et la Région bruxelloise d’autre part, en matière de sanction des infractions au Code de la route ?

A-t-il une idée du nombre total d’infractions au Code de la route constatées en 2008 en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?

A-t-il une idée du nombre total d’amendes routières perçues en 2008 en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?

Pour quels montants des amendes routières ont-elles été encaissées en 2008 en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?

Quels efforts ont-ils été fournis en 2008 pour augmenter la probabilité de voir sanctionnés les contrevenants au Code de la route ?

Quels efforts ont-ils été fournis en 2008 pour rattraper le retard de la Wallonie et de Bruxelles en matière de constat d’infractions au Code de la route ?

 

Recent verscheen de uitgebreide studie die in opdracht van verzekeraar AXA werd uitgevoerd en peilde naar het verkeersgedrag van de Belgen. Een opvallende vaststelling was dat er tussen het noorden en het zuiden van het land grote verschillen naar voor komen met betrekking tot de vaststelling en bekeuring van verkeersovertredingen.

Zeker 25 procent van de ondervraagde Vlamingen stelde reeds te zijn bekeurd omdat ze de verkeersregels overtraden. Daarentegen verklaarde maar 15 procent van de Waalse automobilisten dat ze reeds door de bevoegde diensten werden beboet na een overtreding.

Deze bevraging legt een problematiek bloot die al langer is gekend. De vaststelling van verkeersovertredingen en de sanctionering van de overtreder loopt in Wallonië en Brussel niet zoals het hoort. Vlaanderen onderneemt daarentegen wel bijzondere inspanningen om verkeersovertredingen zoveel als mogelijk vast te stellen en te sanctioneren. Deze situatie leidt tot een tweedeling die niet correct is en een discriminatie teweeg brengt tussen de diverse landsdelen.

Is de geachte minister op de hoogte van de tweedeling die bestaat tussen het noordelijke landsgedeelte enerzijds en het zuidelijke landsgedeelte en het Hoofdstedelijk Gewest Brussel anderzijds inzake het sanctioneren van verkeersovertredingen ?

Heeft hij zicht op het totaal aantal verkeersovertredingen die in het jaar 2008 werden vastgesteld in Vlaanderen, Wallonië en Brussel ?

Heeft hij zicht op het totaal aantal verkeersboetes die in het jaar 2008 werden geïnd in Vlaanderen, Wallonië en Brussel ?

Voor welk bedragen werden er in 2008 verkeersboetes geïnd in Vlaanderen, Wallonië en Brussel ?

Welke inspanningen werden in 2008 ondernomen om de pakkans van verkeersovertreders te verhogen ?

Welke inspanningen werden in 2008 ondernomen om de achterstand van Wallonië en Brussel inzake vaststelling van verkeersovertredingen in te halen ?

 
Réponse reçue le 22 avril 2009 : Antwoord ontvangen op 22 april 2009 :

Ces questions relèvent de la compétence du secrétaire d' État à la Mobilité.

Deze vragen behoren tot de bevoedheid van de Staatssecretaris van Mobiliteit.