SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
12 janvier 2009 12 januari 2009
________________
Question écrite n° 4-2541 Schriftelijke vraag nr. 4-2541

de Sabine de Bethune (CD&V)

van Sabine de Bethune (CD&V)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Violence liée à l'honneur - Suivi Eergerelateerd geweld - Opvolging 
________________
violence domestique
crime contre les personnes
Comité d'avis pour l'égalité des chances entre les femmes et les hommes
coutumes et traditions
huiselijk geweld
misdaad tegen de personen
Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen
gebruiken en tradities
________ ________
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
18/5/2009Antwoord
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
18/5/2009Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1219 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1219
________ ________
Question n° 4-2541 du 12 janvier 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2541 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La violence liée à l'honneur désigne tant les formes psychiques que physiques de violence résultant de ce que l'on appelle une atteinte à l'honneur familial. Les crimes d'honneur sont commis en réaction à une atteinte - ou présomption d'atteinte - à l'honneur. Les auteurs sont incités à commettre un acte de violence par la conception collective de leur société selon laquelle l'honneur de la famille est souillé.

Le 25 juin 2008, Le Comité d'avis pour l'égalité des chances du Sénat a voté un avis au sujet de cette problématique (voir document Sénat nº 4-379/1- 2007/2008). Il ressort des auditions préalables qu'il n'existe pas dans notre pays de statistiques officielles relatives aux crimes d'honneur, à la violence liée à l'honneur ou aux mariages forcés. On a cependant constaté qu'en Belgique et ailleurs en Europe, la violence liée à l'honneur et le nombre de crimes d'honneur sont actuellement en augmentation.

Dans le cadre de ces exposés, le Comité d'avis a effectué une visite de travail à la police de La Haye qui, sous la direction de la Multi-Etnisch Politiewerk Unit, a réalisé de 2004 à 2006 un projet pilote sur la violence liée à l'honneur. L'objectif général de ce projet était double. Il s'agissait, d'une part, d'assurer le mieux possible la prévention et la protection des victimes potentielles de la violence liée à l'honneur et, d'autre part, de tenter de comprendre les causes et la nature des affaires liées à l'honneur auxquelles la police est confrontée dans la pratique.

Dans ce cadre, je souhaite une réponse aux questions suivantes.

Le ministre est-il au courant de l'accroissement de la problématique de la violence liée à l'honneur ?

Comment cette problématique est-elle suivie dans sa politique ?

Est-il disposé à lancer un projet pilote comme aux Pays-Bas, afin d'avoir une idée plus précise de la problématique en Belgique ?

 

Eergerelateerd geweld omvat zowel psychische als lichamelijke vormen van geweld waaraan een zogezegde schending van de - familiale - eer aan de grondslag ligt. Misdaden in het kader van eerwraak worden gepleegd als reactie op een schending - of vermoeden hiervan - van de eer. De daders worden aangezet tot het plegen van geweld door de collectieve opvatting van zijn of haar gemeenschap dat de familie-eer geschonden is.

Het Adviescomité Gelijke Kansen van de Senaat stemde een advies inzake deze problematiek op 25 juni 2008 (zie stuk Senaat nr. 4-379/1 - 2007/2008). Uit de voorafgaande hoorzittingen bleek dat er in ons land geen officiële statistieken bestaan inzake eremoorden, eergerelateerd geweld of gedwongen huwelijken. Wel werd er gesteld dat thans bij ons in België en elders in Europa eergerelateerd geweld toeneemt en eermoorden meer voorkomen.

In het kader van deze uiteenzettingen werd door het Adviescomité ook een werkbezoek gebracht aan de politie van Den Haag die onder leiding van de unit Multi-Etnisch Politiewerk tussen 2004 en 2006 een pilootproject uitvoerde naar "eergerelateerd geweld". De algemene doelstelling van dit project was tweeledig : enerzijds werd gestreefd naar een zo goed mogelijke preventie en bescherming van potentiële slachtoffers van eergerelateerd geweld. Anderzijds werd getracht inzicht te verschaffen in de achtergronden en de aard van eergerelateerde zaken waarmee de politie in de praktijk te maken krijgt.

In verband met deze problematiek had ik de geachte minister graag de volgende vragen gesteld :

Is hij op de hoogte van de toenemende problematiek van eergerelateerd geweld ?

Hoe wordt deze problematiek binnen zijn beleid opgevolgd ?

Is hij bereid een pilootproject op te zetten zoals in Nederland, teneinde een beter inzicht te krijgen in de problematiek in België ?

 
Réponse reçue le 18 mai 2009 : Antwoord ontvangen op 18 mei 2009 :

Le Plan d’action national contre la violence conjugale (PAN) 2004-2007 se concentrait uniquement sur un type de violence, à savoir la violence entre partenaires. Bien entendu, la violence entre partenaires liée à l’honneur est comprise mais aucune action spécifique n’a été entreprise en la matière dans le PAN actuel. Au cours des discussions relatives à l’actualisation du PAN 2004-2007, il a été décidé de s’étendre aux autres sortes de violence (comme les mutilations génitales, le mariage forcé et la violence liée à l’honneur). Plusieurs réunions interministérielles ont été organisées à cet effet en 2008 sous l’impulsion de la ministre fédérale en charge de l’Égalité des chances, Joëlle Milquet.

Cependant, la problématique est apparue trop complexe pour être directement reprise dans une actualisation du PAN. Aucune spécification n’a donc été faite concernant la violence liée à l’honneur dans le PAN 2008-2009 (approuvé le 15 décembre 2008) Néanmoins, un groupe de travail a été mis en place pour préparer une introduction adéquate de thèmes comme la violence liée à l’honneur. Les résultats de ce groupe de travail sont attendus pour fin 2009.

En outre, un groupe de travail a été créé à l’initiative de l’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes. Il se spécialise dans la thématique de la violence liée à l’honneur. Plusieurs réunions ont déjà eu lieu en 2008. La police locale et fédérale, le Service public fédéral (SPF) Intérieur, le SPF Justice, les Communautés française et flamande, le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides et l’Institut pour l’Égalité des femmes et des hommes participent y sont représentés. Les recommandations du rapport du Comité consultatif de l'égalité des chances entre les femmes et les hommes du Sénat y sont bien entendu discutées.

L’objectif principal de ce groupe de travail est la réalisation de toutes ces recommandations et des résultats de recherche chez les différents participants. En outre, tous les résultats de ce groupe de travail ne pourront que contribuer à une actualisation optimale du plan d’action national fin 2009.

Het Nationaal Actieplan Partnergeweld (NAP) 2004-2007 concentreerde zich louter op één type geweld, namelijk het geweld onder partners. Hierin kan het partnergeweld met een eergerelateerde connotatie uiteraard ook bevangen liggen, maar er werden geen specifieke acties daaromtrent in dit NAP opgenomen. Tijdens de discussies in verband met de actualisering van het NAP 2004-2007 werd de uitbreiding naar andere soorten van geweld (zoals genitale mutilatie, gedwongen huwelijk en eergerelateerd geweld) geopteerd. Tijdens 2008 werden hiervoor meerdere interministeriële vergaderingen ingericht, onder impuls van federaal minister voor Gelijke Kansen, Joëlle Milquet.

Echter de problematiek bleek te complex om meteen opgenomen te worden in een actualisering van het NAP. Hierdoor werd ook in het NAP 2008-2009 (goedgekeurd op 15 december 2008) geen specificatie gemaakt naar eergerelateerd geweld. Desalniettemin werd er een werkgroep opgericht die een adequate opname van thema’s als eergerelateerd geweld dienen voor te bereiden voor een volgende versie het nationaal actieplan. De resultaten van deze werkgroep worden verwacht tegen het einde van 2009.

Bovendien werd er op initiatief van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen een werkgroep opgericht, die zich specialiseert in de thematiek van eergerelateerd geweld. Tijdens 2008 werden er reeds meerdere vergaderingen gehouden. De lokale en federale politie, de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken, de FOD Justitie, de Franse en Vlaamse Gemeenschap, het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen en uiteraard het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen zelf nemen deel in deze werkgroep. De aanbevelingen uit het rapport van het Adviescomité Gelijke Kansen van de Senaat komen hierin uiteraard aan bod.

De doelstelling van deze werkgroep is voornamelijk het in werking stellen van al deze aanbevelingen en onderzoeksresultaten bij de verschillende deelnemers van de werkgroep. Daarenboven kunnen al de vruchten van deze werkgroep alleen maar bijdragen in een optimale actualisering van het nationaal actieplan aan het einde van 2009.