SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
24 janvier 2008 24 januari 2008
________________
Question écrite n° 4-217 Schriftelijke vraag nr. 4-217

de Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

van Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
Musée royal de l’armée et d’histoire militaire - Comptes - Dépassements de crédits Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis - Rekeningen - Overschrijdingen van kredieten 
________________
musée
comptabilité
budget
contrôle budgétaire
gestion comptable
Cour des comptes (Belgique)
établissements scientifiques et culturels fédéraux
museum
boekhouding
begroting
begrotingscontrole
financiële administratie
Rekenhof (België)
federale wetenschappelijke en culturele instellingen
________ ________
24/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
22/2/2008Antwoord
24/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
22/2/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-217 du 24 janvier 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-217 d.d. 24 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les comptes du Musée royal ont été transmis tardivement au ministre des Finances. Le compte pour l’année 2003 a également été transmis tardivement à la Cour des comptes. Mais plus grave encore que ces dépassements de délai, ce sont les manquements sur le fond. Le compte d’exécution du budget ne peut pas être rattaché au budget du Musée de l’armée. En 2004, les crédits destinés aux rémunérations, aux frais de fonctionnement et aux dépenses pour ordre ont été dépassés. Certaines dépenses d’investissement ont été classifiées indûment à titre de dépenses de fonctionnement ou de dépenses fonctionnelles et d’exploitation. Les recettes en espèces ne sont pas enregistrées dans un livre de caisse.

La Cour des comptes a souligné que, sur la base de l’article 12 de l’arrêté royal du 20 mars 2003 fixant les règles organiques de la gestion financière et matérielle du Musée royal de l’armée et d’histoire militaire, un établissement scientifique ressortissant au ministre de la Défense, un service de l’État à gestion séparée, des comptables auxiliaires peuvent être désignés pour garder, traiter et gérer certains comptes et caisses sous la responsabilité du comptable du musée.

Quelles mesures ont-elles déjà été prises afin de prévenir de tels dépassements de crédit à l’avenir ? Les erreurs commises dans la classification des dépenses d’exploitation ont-elles entre-temps été rectifiées ? Des comptables auxiliaires ont-ils été désignés ? Dans l’affirmative, quel est leur nombre ? À quelle date ?

 

De rekeningen van het Legermuseum werden laattijdig voorgelegd aan de minister van Financiën. De rekening voor het jaar 2003 werd ook laattijdig aan het Rekenhof toegezonden. Maar nog erger dan die overschrijdingen van de termijnen, zijn de inhoudelijke tekortkomingen. De uitvoeringsrekening van de begroting kan niet worden aangesloten bij de begroting van het Legermuseum. In 2004 werden de kredieten overschreden voor de bezoldigingen, de werkingskosten en de uitgaven voor orde. Sommige investeringsuitgaven werden ten onrechte geclassificeerd als werkingsuitgaven of als functionele en exploitatie-uitgaven. De ontvangsten in speciën worden niet in een kasboek geregistreerd. Het Rekenhof heeft er nochtans op gewezen dat op grond van artikel 12 van het koninklijk besluit van 20 maart 2003 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van het Koninklijk Museum voor het Leger en de Krijgsgeschiedenis, wetenschappelijke instelling die ressorteert onder de Minister van Landsverdediging, als Staatsdienst met afzonderlijk beheer op grond waarvan hulprekenplichtigen kunnen worden aangewezen om sommige rekeningen en kassen te bewaren, te behandelen en te beheren onder de verantwoordelijkheid van de rekenplichtige van het museum.

Welke maatregelen zijn reeds genomen om zulke kredietoverschrijdingen in de toekomst te voorkomen? Zijn de fouten bij de classificatie van de exploitatie-uitgaven intussen rechtgezet? Zijn er hulprekenplichtigen aangewezen? Zo ja, hoeveel? Op welke datum?

 
Réponse reçue le 22 février 2008 : Antwoord ontvangen op 22 februari 2008 :

L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Comme mentionné dans les réponses à la question écrite no 4-216 de l'honorable membre, le Musée a entrepris des actions pour éliminer les manquements constatés par la Cour des comptes.

Le compte d'exécution du budget 2004 n'a pas pu être relié au budget car l'ajustement du budget, bien qu'il ait été approuvé par la Commission de gestion, n'a pas été publié au Moniteur belge. C'est pourquoi la Cour a estimé que cet ajustement n'existait pas. L'absence d'ajustement est aussi la cause du dépassement de certains crédits. Pour éviter ce type d'erreur, les ajustements budgétaires seront présentés dans les délais voulus.

Dans la structure du budget tel qu'il a été accepté au début 2003, il existe deux programmes, à savoir un programme de subsistance et un programme de fonctionnement et d'exploitation. Dans ce dernier on a budgété aussi des dépenses d'investissement telles que l'acquisition de pièces de collection, d'ouvrages ou des travaux en rapport avec les expositions. Il en résulte qu'il y avait nécessairement une différence entre les dépenses d'investissement imputées au programme de subsistance et l'accroissement réel des actifs corporels. Afin d'éviter cela, une nouvelle structure du budget a été présentée à la Commission de gestion lui permettant de vérifier dans quelle mesure il y a concordance entre l'inventaire annuel et le montant des investissements repris dans la comptabilité.

Compte tenu de remarques antérieures de la Cour concernant les recettes en espèces, toutes les liquidités existant à la fin de l'année sont inscrites dans la comptabilité. Ceci s'effectue après que le comptable ait prélevé, en présence d'un témoin, les fonds présents dans les troncs, les distributeurs de boisson ainsi que le produit des audio guides. Il n'est donc pas nécessaire de désigner des comptables auxiliaires.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vraag.

Zoals reeds vermeld in de antwoorden op de schriftelijke vraag nr. 4-216 van het geachte lid heeft het Museum stappen gezet om de door het Rekenhof vastgestelde tekortkomingen weg te werken.

De uitvoeringsrekening 2004 kon niet aangesloten worden bij de begroting omdat de aanpassing van deze begroting, alhoewel goedgekeurd door de Beheerscommissie nooit in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd werd. Derhalve heeft het Hof deze aanpassing als onbestaande verklaard. Het gebrek aan aanpassing is ook de oorzaak van de overschrijding van sommige kredieten. Om dit soort fouten te vermijden zullen de aangepaste begrotingen ten gepaste tijd voorgelegd worden.

In de structuur van de begroting zoals aanvaard begin 2003 zijn er twee programma's opgenomen, namelijk een bestaansmiddelen programma en een exploitatie en functioneringsprogramma. In dit laatste werden ook investeringsuitgaven zoals het aanschaffen van collectiestukken, boeken of werken in verband met de tentoonstellingen, gebudgetteerd. Er was dus een verschil tussen het bedrag van de investeringen aangerekend in het bestaansmiddelen programma en de werkelijke groei van de vaste activa. Om dit te verhelpen werd een aangepaste structuur van de begroting voorgelegd aan de Beheerscommissie die kan nagaan in welke mate er overeenstemming is tussen de jaarlijkse inventaris en het bedrag van de investeringen in de boekhouding.

Rekening houdend met de vorige opmerkingen van het Hof in verband met de ontvangsten in speciën worden alle bestaande gelden op het einde van het jaar opgenomen in de boekhouding. Dit gebeurt nadat de rekenplichtige in aanwezigheid van een getuige de gelden uit de collectebussen, de drankautomaten en de opbrengst van de audiogidsen afgehaald heeft. Het is bijgevolg overbodig hulprekenplichtigen aan te duiden.