SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
17 novembre 2008 17 november 2008
________________
Question écrite n° 4-1989 Schriftelijke vraag nr. 4-1989

de Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro)

van Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro)

à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Egalité des chances

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen
________________
Prisons - Personnes sous surveillance électronique ou en détention limitée - Allocation de chômage Gevangenissen - Mensen onder elektronisch toezicht of beperkte detentie - Werkloosheidsvergoeding 
________________
établissement pénitentiaire
emprisonnement
régime pénitentiaire
peine de substitution
réinsertion sociale
assurance chômage
détenu
strafgevangenis
gevangenisstraf
strafstelsel
vervangende straf
reclassering
werkloosheidsverzekering
gedetineerde
________ ________
17/11/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/12/2008)
4/1/2009Antwoord
17/11/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/12/2008)
4/1/2009Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-501 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-501
________ ________
Question n° 4-1989 du 17 novembre 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-1989 d.d. 17 november 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Une détention limitée est une manière d'exécuter une peine privative de liberté autorisant le condamné à quitter régulièrement l'établissement pénitentiaire pour une durée maximale de douze heures par jour. La détention limitée peut être accordée au condamné pour des raisons professionnelles, de formation ou familiales qui exigent sa présence en dehors de la prison.

La surveillance électronique est une manière d'exécuter une peine privative de liberté grâce à laquelle le condamné purge l'ensemble ou une partie de sa peine hors de la prison selon un plan d'exécution bien établi, dont le respect est notamment contrôlé par des moyens électroniques.

La détention limitée et la surveillance électronique peuvent être accordées au condamné qui, à six mois près, se trouve dans les conditions de temps pour l'octroi de la libération conditionnelle, ou à la personne qui a été condamnée à une ou plusieurs peines de privation de liberté dont la partie exécutoire ne dépasse pas trois ans.

En ce sens, les deux formules servent donc à (ré)insérer progressivement le condamné dans la société. C'est très important pour éviter la récidive. Cette réinsertion peut bien entendu engendrer des frais pour l'intéressé: vêtements civils, alimentation, transport, logement, etc. Il est en outre confronté à un handicap: trouver un travail (fixe) n'est certainement pas une sinécure, étant donné sa situation particulière.

L'article 67 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage suspend toutefois le droit à une allocation de chômage durant la période pendant laquelle une personne purge une peine de privation de liberté et reste inscrit au rôle d'une institution pénitentiaire.

Selon la logique sous-jacente à cette disponistion, on ne peut demander une allocation de chômage que si on est disponible sur le marché du travail. Les condamnés qui bénéficient des systèmes de la détention limitée ou de la surveillance électronique sont toutefois dans la plupart des cas disponibles sur le marché du travail. Selon l'esprit de la loi, ils devraient donc avoir droit à une allocation de chômage, à condition bien sûr de satisfaire aux autres conditions, telles qu'un nombre suffisant de jours ouvrés durant la période de réference.

La ministre juge-t-elle opportun de permettre l'octroi d'une allocation de chômage aux condamnés en détention limitée ou sous surevillance électronique ? Si oui, quelles démarches entreprend-on à cet effet et quels sont les délais prévus ?

 

De beperkte detentie is een wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf die de veroordeelde toelaat om op regelmatige wijze, de strafinrichting te verlaten voor een bepaalde duur van maximum twaalf uur per dag. De beperkte detentie kan aan de veroordeelde worden toegekend om professionele, opleidings- of familiale belangen te behartigen die zijn aanwezigheid buiten de gevangenis vereisen.

Het elektronisch toezicht is een wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf waardoor de veroordeelde het geheel of een gedeelte van zijn vrijheidsstraf buiten de gevangenis ondergaat volgens een bepaald uitvoeringsplan, waarvan de naleving onder meer door elektronische middelen wordt gecontroleerd.

De beperkte detentie en het elektronisch toezicht kunnen worden toegekend aan de veroordeelde die zich, op zes maanden na, in de tijdsvoorwaarden bevindt voor de toekenning van de voorwaardelijke invrijheidstelling, of veroordeeld is tot één of meer vrijheidsstraffen waarvan het uitvoerbare gedeelte niet meer dan drie jaar bedraagt.

In die zin dienen beide formules dus om de veroordeelde geleidelijk aan te (her)integreren in de samenleving. Dat is heel belangrijk om recidivisme te vermijden. Met die herintegratie gaan uiteraard kosten gemoeid voor de betrokkene, zoals kosten voor burgerkledij, voeding, vervoer, eventueel huisvesting, enz. Zij worden ook met de handicap geconfronteerd dat het vinden van (vast) werk voor hen zeker geen sinecure is, gezien hun bijzondere situatie.

Artikel 67 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering schort evenwel het recht op een werkloosheidsuitkering op tijdens de periode waarin een persoon een vrijheidsstraf ondergaat en ingeschreven blijft op de rol van een strafinrichting.

De logica hierachter is dat men slechts beroep kan doen op een werkloosheidsuitkering indien men beschikbaar is voor de arbeidsmarkt. Veroordeelden die onder het systeem van beperkte detentie of elektronisch toezicht vallen, zijn evenwel in de meeste gevallen beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Volgens de geest van de wet zouden zij dus recht moeten hebben op een werkloosheidsuitkering, uiteraard indien aan de andere voorwaarden (zoals voldoende gewerkte dagen tijdens de referentieperiode) is voldaan.

Acht de geachte minister het opportuun om de uitkering van werkloosheidsvergoedingen mogelijk te maken voor veroordeelden onder het systeem van beperkte detentie of elektronisch toezicht ? Zo ja, welke stappen worden hiervoor genomen en wat is de timing ?

 
Réponse reçue le 4 janvier 2009 : Antwoord ontvangen op 4 januari 2009 :

L'article 67 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage est interprété par l'Office national de l'emploi (ONEM) de manière telle que la surveillance électronique ne constitue en principe pas un obstacle à l'octroi d'allocations de chômage. Le droit aux allocations de chômage est uniquement dénié si les conditions dans lesquelles la surveillance est effectuée limitent la disponibilité pour le marché du travail.

L'article 67 précité ne permet par contre pas d'octroyer des allocations en cas de détention limitée, étant donné que cette forme d'exécution de peine comporte par définition une forte limitation de la disponibilité pour le marché du travail.

De cette manière, il est tenu compte de la politique en matière de réinsertion des détenus dans la société. Une extension plus importante se heurterait toutefois aux principes de l'assurance-chômage.

Artikel 67 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering wordt door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) zo geïnterpreteerd dat elektronisch toezicht in principe geen belemmering vormt voor de toekenning van werkloosheidsuitkeringen. Enkel indien de voorwaarden waaronder het toezicht wordt toegekend de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt beperkt, wordt het recht op werkloosheidsuitkeringen ontzegd.

Het voormelde artikel 67 laat daarentegen niet toe om uitkeringen toe te kennen in geval van beperkte detentie aangezien deze vorm van strafuitvoering per definitie een emstige beperking van de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt inhoudt.

Op deze wijze wordt rekening gehouden met de politiek inzake herintegratie van gedetineerden in de maatschappij. Een verdere uitbreiding zou evenwel ingaan tegen de beginselen van de werkloosheidsverzekering.