SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
17 novembre 2008 17 november 2008
________________
Question écrite n° 4-1981 Schriftelijke vraag nr. 4-1981

de Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro)

van Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro)

au vice-premier ministre et ministre de la Justice et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen
________________
Casier judiciaire - Système différencié d'extraits du Casier judiciaire Strafregister - Gedifferentieerd systeem van afschriften 
________________
casier judiciaire
demande d'emploi
sanction pénale
réinsertion sociale
communication des données
échange d'information
Pays-Bas
strafblad
zoeken naar een baan
strafsanctie
reclassering
doorgeven van informatie
uitwisseling van informatie
Nederland
________ ________
17/11/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/12/2008)
5/1/2009Dossier gesloten
17/11/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/12/2008)
5/1/2009Dossier gesloten
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-500
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2573
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-500
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2573
________ ________
Question n° 4-1981 du 17 novembre 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-1981 d.d. 17 november 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Lorsque quelqu’un sollicite un emploi, l’employeur peut demander ce que l’on nomme un certificat de bonne vie et mœurs. Dans certains cas (par exemple lorsque l'emploi comporte des contacts avec des mineurs), il est même dans l'obligation de le faire. Le certificat est délivré par les communes. En 1997, on a voté une loi visant à remplacer le certificat par une consultation du Casier judiciaire central. Cette banque de données doit contenir toutes les condamnations pénales. Comme la mise en oeuvre de cette banque de données et la possibilité pour les communes de la consulter électroniquement se faisaient attendre, une circulaire a été émise qui informe les communes qu’en attendant cet accès au Casier judiciaire central, elles doivent continuer à travailler de la manière habituelle, en d’autres mots, en consultant le casier judiciaire communal.

Pour les personnes ayant un passé judiciaire, trouver un travail est une condition essentielle de leur réinsertion rapide et durable dans la société. Leur casier est en cela un handicap car il effraie d’éventuels employeurs. Pour l’instant, cette demande d’extrait de casier judiciaire lors d’une candidature à un emploi est un choix arbitraire de l’employeur. Pourtant la convention collective (CCT) n°38 prévoit dans son article 11 que la vie privée du candidat doit être respectée et que l’employeur ne peut poser des questions à ce sujet qu’en raison de la nature et des conditions d’exercice de l’emploi.

Aux Pays-Bas, il existe un système différencié : un organisme central (le Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag, COVOG) juge sur la base de la condamnation et de la fonction sollicitée s’il faut ou non délivrer une attestation sur le comportement. Ainsi, il n’est pas pertinent pour un candidat chauffeur de taxi de signaler qu’il a été condamné pour une fraude comptable, mais bien qu’il l’a été pour conduite sous influence.

Le système différencié permet dans certains cas de lever le « stigmate » de la condamnation. L’intention d’instaurer un système similaire a été exprimée également dans notre pays. Ainsi dans l’accord fédéral de gouvernement de 2003, le gouvernement se donnait-il pour objectif « de permettre un contenu différencié en fonction du destinataire de l’extrait du casier judiciaire ».

Cet objectif n’a finalement pas été réalisé, entre autres parce que le Casier judiciaire central n’est toujours pas opérationnel. Cet objectif ne figure plus dans le dernier accord de gouvernement.

Voici mes questions pour l’honorable ministre :

1. Où en est le Casier judiciaire central ? Quand les communes pourront-elles consulter ce registre pour délivrer un extrait de casier judiciaire ?

2. À l’exemple des Pays-Bas, ce gouvernement a-t-il l’intention d’instituer un système différencié pour la délivrance d’extraits du Casier judiciaire, autrement dit de tenir compte de la condamnation et de la nature de l’emploi sollicité ? Si oui, en quoi consistera ce système différencié en pratique et quel sera le calendrier de sa mise en oeuvre ?

 

Wanneer iemand gaat solliciteren voor een job, kan de werkgever een zogenaamd bewijs van goed gedrag en zeden opvragen. In sommige gevallen (wanneer men bijvoorbeeld wenst te werken met minderjarigen) is dit zelfs verplicht. Het bewijs wordt uitgereikt door de gemeenten. In 1997 werd een wet gestemd met als doel om het bewijs te vervangen door een raadpleging van het Centraal Strafregister. Die databank moet alle strafrechterlijke veroordelingen bevatten. Omdat de opstart en mogelijkheid tot digitale consultatie door de gemeenten maar bleef duren, werd een omzendbrief rondgestuurd die stelt dat de gemeenten, in afwachting dat ze toegang krijgen tot het Centraal Strafregister, moeten verder werken op de gewone manier, met andere woorden via consultatie van het gemeentelijk strafregister.

Voor mensen met een gerechtelijk verleden, is het vinden van een job een essentiële voorwaarde voor een vlotte en duurzame reïntegratie in de maatschappij. Hun strafblad is hierbij een handicap, want het schrikt potentiële werkgevers af. Momenteel bestaat er een zekere willekeur bij het opvragen van een uittreksel uit het strafregister bij sollicitaties. Nochtans voorziet de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) 38 in artikel 11 dat de privacy van de sollicitant maximaal moet gerespecteerd worden en de werkgever alleen omwille van de aard en uitoefeningsvoorwaarden van de functie hierover vragen mag stellen.

In Nederland bestaat een gedifferentieerd systeem, waarbij een centraal orgaan (het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag, COVOG) oordeelt op basis van de veroordeling én de functie waarvoor gesolliciteerd wordt, of er al dan niet een verklaring omtrent het gedrag wordt uitgereikt. Zo is het bijvoorbeeld voor een kandidaat taxi-chauffeur niet relevant of de sollicitant ooit een veroordeling opliep voor frauduleuze boekhouding, maar wel of hij ooit een veroordeling opliep voor rijden onder invloed.

Dit gedifferentieerd systeem helpt om in sommige gevallen de "stempel" van ex-gedetineerden te halen. Ook in ons land werd ooit de intentie geformuleerd om een dergelijk systeem in te voeren. Zo stelde het federaal regeerakkoord 2003 duidelijk de doelstelling "om in functie van de bestemmeling een gedifferentieerde inhoud van het uittreksel mogelijk te maken".

Die doelstelling werd uiteindelijk niet gerealiseerd, onder meer doordat het Centraal Strafregister nog steeds niet operationeel is. De doelstelling werd ook niet opnieuw opgenomen in het recentste regeerakkoord.

Mijn vragen aan de geachte minister :

1. Wat is de stand van zaken inzake het Centraal Strafregister ? Wanneer zullen de gemeenten dit register kunnen raadplegen voor de uitreiking van een uittreksel ?

2. Heeft deze regering de intentie om naar Nederlands voorbeeld een gedifferentieerd systeem in te voeren voor de uitreiking van afschriften uit het Strafregister, met andere woorden rekening houdend met de veroordeling en de aard van de job waarvoor wordt gesolliciteerd ? Zo ja, hoe ziet dit gedifferentieerd systeem er in de praktijk uit en wat is de timing van invoering ?