SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
28 octobre 2008 28 oktober 2008
________________
Question écrite n° 4-1873 Schriftelijke vraag nr. 4-1873

de Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

van Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

à la ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes

aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden
________________
Pensions - Anciens gendarmes - Calcul - Conformité avec les prescriptions légales Pensioenen - Voormalige rijkswachters - Berekening - Overeenstemming met wettelijke voorschriften 
________________
régime de retraite
police
fonctionnaire
force paramilitaire
Cour des comptes (Belgique)
carrière professionnelle
données personnelles
enregistrement des données
base de données
Service des pensions du secteur public
pensioenregeling
politie
ambtenaar
paramilitaire troepen
Rekenhof (België)
beroepsloopbaan
persoonlijke gegevens
invoer van gegevens
gegevensbank
Pensioendienst voor de overheidssector
________ ________
28/10/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2008)
9/1/2009Antwoord
28/10/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2008)
9/1/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-1873 du 28 octobre 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-1873 d.d. 28 oktober 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les pensions de la police intégrée sont établies selon les règles applicables aux fonctionnaires de l’administration générale de l’État. Les documents nécessaires à l'établissement de la carrière doivent par conséquent être rassemblés selon les règles contenues dans l’arrêté royal du 8 mai 1936, pris en exécution de la loi du 21 juillet 1844 sur les pensions civiles et ecclésiastiques.

La Cour des comptes a cependant constaté que les anciens gendarmes, qui relevaient des

lois militaires avant le 1er avril 2001, et les anciens membres de la police judiciaire introduisent leurs demandes de pension conformément à l’arrêté royal n° 16.775 du 14 novembre 1923, bien que ce texte ne leur soit plus applicable depuis la loi du 30 mars 2001 relative à la pension du personnel des services de police et de leurs ayants droit. Ces demandes sont appuyées par un extrait de la matricule délivré par les services généraux de la police fédérale. Cet extrait mentionne uniquement les services admissibles, sans pièces justificatives jointes. L'extrait est également accompagné d’un relevé des traitements des cinq dernières années.

Sur le plan légal, cette situation n'est pas tout à fait conforme. Depuis l'entrée en vigueur de la loi précitée du 30 mars 2001, l’envoi

d’un extrait de la matricule par la police fédérale n'est plus conforme sur le plan légal au mode de justification d’une demande de pension publique. En outre, cet extrait de la matricule ne peut pas être assimilé à l’état récapitulatif que mentionne l’article 37 de la loi du 21 juillet 1844, à défaut pour le Service des pensions du secteur public (SPSP) d’avoir conclu avec les employeurs de la police intégrée un protocole qui en déterminerait avec précision la forme, le contenu et le mode

de transmission. Par ailleurs, lorsque la demande de pension est seulement appuyée par un extrait de la matricule, le SPSP est privé de la possibilité, qui lui est offerte pour la plupart

des autres pensions publiques, de confronter les données qui y figurent avec les pièces justificatives établies dans le courant de la carrière et qui les accréditent.

Quelles mesures la ministre a-t-elle déjà prises pour mettre la procédure de calcul de la pension des anciens gendarmes et des anciens membres de la police judiciaire en conformité avec les prescriptions légales?

Quelles mesures ont-elles déjà été prises à titre subsidiaire pour donner au SPSP la possibilité d'exécuter les contrôles nécessaires ?

 

De pensioenen van de geïntegreerde politie worden op dezelfde manier vastgesteld als die van de ambtenaren van de diensten van algemeen bestuur van de Staat. De benodigde documenten in verband met de loopbaan moeten bijgevolg verzameld worden volgens de regels vervat in het koninklijk besluit van 8 mei 1936 dat werd genomen in uitvoering van de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen.

Het Rekenhof heeft echter vastgesteld dat voormalige rijkswachters, die vóór 1 april 2001 ressorteerden onder de militaire wetten, en de voormalige leden van de gerechtelijke politie hun pensioenaanvraag indienen overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 16.775 van 14 november 1923, hoewel die tekst niet meer op hen van toepassing is sinds de wet van 30 maart 2001 betreffende het pensioen van het personeel van de politiediensten en hun rechthebbenden. Bij die aanvragen moet een uittreksel uit het stamboek gevoegd zijn, uitgereikt door de algemene diensten van de federale politie. Dat uittreksel vermeldt enkel de in aanmerking komende diensten, zonder bijgevoegde bewijsstukken. Bij het uittreksel hoort ook een overzicht van de wedden van de laatste vijf jaar.

Wettelijk gezien is die situatie niet helemaal conform. Sinds de inwerkingtreding van de bovenvermelde wet van 30 maart 2001 volstaat het wettelijk gezien niet meer dat de federale politie een uittreksel uit het stamboek opstuurt als bewijsstuk in het kader van een pensioenaanvraag. Het door de federale politie uitgereikte uittreksel uit het stamboek kan ook niet worden gelijkgesteld met de verzamelstaat vermeld in artikel 37 van de wet van 21 juli 1844, als de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) en de werkgevers van de geïntegreerde politiediensten geen protocol hebben gesloten waarin de vorm, de inhoud en de wijze van overzending precies vastgelegd zijn. Als de pensioenaanvraag enkel gestaafd wordt met een uittreksel uit het stamboek, heeft de PDOS bovendien niet de mogelijkheid de gegevens erin te toetsen aan de bewijsstukken die tijdens de loopbaan zijn opgesteld en die deze gegevens bewijzen. Voor de meeste andere overheidspensioenen kan dat wel.

Welke maatregelen heeft de geachte minister reeds genomen om de procedure voor het berekenen van het pensioen van voormalige rijkswachters en voormalige leden van de gerechtelijke politie in overeenstemming te brengen met de wettelijke voorschriften ?

Welke maatregelen werden er bijkomend reeds genomen om PDOS de mogelijkheid te bieden de noodzakelijke toetsingen uit te voeren ?

 
Réponse reçue le 9 janvier 2009 : Antwoord ontvangen op 9 januari 2009 :

En réponse à votre question, je vous communique ce qui suit.

Comme vous le précisez, la Cour des comptes a constaté, dans son cent soixante-quatrième cahier, que la constitution des dossiers de pension des anciens gendarmes, qui relevaient des lois militaires avant le 1er avril 2001, et les anciens membres de la police judiciaire n’est pas tout à fait conforme aux dispositions légales et que cela limite les possibilités de vérification du Service des Pensions du secteur public (SdPSP).

Bien que mon intention ne soit aucunement de réfuter cette remarque, il convient également de se référer aux constatations de l’audit de la Cour des comptes dans son rapport du mois de mars 2008, transmis à la Chambre des représentants, relatif à la fiabilité des données relatives au calcul du montant des pensions publiques. A la page 18 de ce rapport, la Cour des comptes indique que : « Dans le secteur des pensions militaires, les dossiers concernant les membres de la police fédérale ne posent généralement pas de problème, le service chargé de l’envoi des dossiers de pension ayant succédé à celui largement centralisé de l’ancienne gendarmerie ».

Cette constatation d’audit de la Cour des comptes est entérinée par la constatation que la cellule de contrôle de la Cour des comptes qui, sur place auprès du SdPSP, donne son visa aux dossiers de pensions concernés n’a à ce jour fait aucune remarque à ce sujet.

Néanmoins, je peux vous signaler que le problème susvisé sera résolu par la réalisation du projet Données individuelles sociales (SIGeDIS). Une partie importante du projet SIGeDIS est en effet le projet Capelo, qui consiste en la création d’une banque de données centrale des carrières pour le secteur public pour la fin de l’année 2010. A côté de la création de cette banque de données, le deuxième grand défi de ce projet est le transfert des données historiques, parmi lesquelles également celles des anciens gendarmes.

Il va de soi qu’afin de réaliser ce deuxième défi, une base légale devra être créée en fonction du projet.

De plus, je peux vous informer que mon prédécesseur, monsieur Christian Dupont, a attiré l’attention de monsieur l’Admi­nistrateur général du SdPSP sur la nécessité de conclure avec les divers employeurs publics, des protocoles prévoyant la transmission de données de carrière exhaustives et d’assurer une vérification soigneuse des informations qui seront obtenues par le canal de SiGeDIS.

Le fait de savoir s’il est réalisable et encore souhaitable de conclure séparément avec chaque employeur du secteur public un protocole fera, vu le nombre d’employeurs, l’objet d’une étude ultérieure.

In antwoord op uw vraag heb ik u het volgende mee te delen.

Zoals door u gesteld heeft het Rekenhof in zijn honderdvierenzestigste boek opgemerkt dat de samenstelling van de pensioendossiers van de voormalige rijkswachters, die vóór 1 april 2001 ressorteerden onder de militaire wetten, en de voormalige leden van de gerechtelijke politie niet helemaal conform de wettelijke bepalingen is en dat dit de controlemogelijkheden van de Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS) beperkt.

Hoewel het geenszins mijn bedoeling is deze opmerking te weerleggen is het nuttig eveneens te verwijzen naar de auditbevindingen van het Rekenhof in zijn verslag aan de Kamer van volksvertegenwoordigers van maart 2008 inzake de betrouwbaarheid van de gegevens inzake berekening van de overheidspensioenen. Op bladzijde 18 van dit verslag vermeldt het Rekenhof dat “wat de militaire pensioenen betreft, de dossiers van de federale politie meestal geen probleem doen rijzen, omdat de dienst die de pensioendossiers verzendt, die taak heeft overgenomen van de dienst bij de vroegere rijkswacht, die al gecentraliseerd was”.

Deze auditbevinding van het Rekenhof sluit aan bij de vaststelling dat de controlecel van het Rekenhof die de betrokken pensioen-dossiers ter plaatse bij de Pensioendienst voor de overheidssector viseert, tot op heden geen enkele opmerking dienaangaande heeft gemaakt.

Niettemin kan ik u meedelen dat bovenvermeld probleem zijn oplossing zal vinden bij de verwezenlijking van het Sociale individuele gegevens (SIGeDIS)-project. Een belangrijk deelproject van SIGeDIS is immers het project Capelo, namelijk de creatie van een centrale loopbaangegevensbank voor de overheidssector tegen eind 2010. Naast de creatie van deze gegevensbank is de tweede grote uitdaging in dit project de overdracht van de historische gegevens, waaronder ook deze van de voormalige rijkswachters.

Het spreekt vanzelf dat om deze tweede uitdaging te verwezenlijken een wettelijke basis zal moeten worden gecreëerd in functie van het project.

Tot slot kan ik u meedelen dat mijn voorganger, de heer Christian Dupont, de aandacht van de administrateur-generaal van de PDOS heeft gevestigd op het feit dat hij met de verschillende openbare werkgevers protocollen moet sluiten die voorzien in het overzenden van volledige loopbaangegevens en dat hij de informatie die via SIGeDIS wordt verkregen, zorgvuldig moet verifiëren.

Of het haalbaar en nog wenselijk is om met elke werkgever van de openbare sector afzonderlijk een protocol af te sluiten zal, gelet op het aantal werkgevers, het voorwerp uitmaken van een verder onderzoek.