SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
4 septembre 2008 4 september 2008
________________
Question écrite n° 4-1426 Schriftelijke vraag nr. 4-1426

de Margriet Hermans (Open Vld)

van Margriet Hermans (Open Vld)

au ministre du Climat et de l'Energie

aan de minister van Klimaat en Energie
________________
Nanotechnologie - Nanoparticules - Produits de consommation et denrées alimentaires - Risques éventuels Nanotechnologie - Nanodeeltjes - Consumentenproducten en voeding - Mogelijke risico’s 
________________
nanotechnologie
santé publique
protection du consommateur
sécurité du travail
bien de consommation
produit alimentaire
nanotechnologie
volksgezondheid
bescherming van de consument
arbeidsveiligheid
consumptiegoederen
voedingsproduct
________ ________
4/9/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 9/10/2008)
22/9/2008Antwoord
4/9/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 9/10/2008)
22/9/2008Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1424
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1425
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1427
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1424
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1425
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1427
________ ________
Question n° 4-1426 du 4 septembre 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-1426 d.d. 4 september 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

On fonde souvent de grands espoirs sur la nanotechnologie. On affirme fréquemment qu’avec la biotechnologie, elle entraînera la révolution industrielle du 21e siècle.

Cependant, les avis divergent sur la valeur concrète de ces espérances.

En outre, les développements de la nanotechnologie vont de pair avec une discussion sur les risques éventuels pour la santé et l’environnement, et sur une multitude de questions éthiques.

Ainsi, le Bureau européen des unions de consommateurs s’inquiète des risques de l’utilisation de la nanotechnologie dans des produits de consommation comme les vêtements, la nourriture et les crèmes solaires.

Les travailleurs seraient aussi en danger lors d’exposition à certaines nanoparticules sur le lieu de travail.

Aux Pays-Bas, le ministre compétent a adressé une lettre à ce sujet à la Deuxième Chambre affirmant que les risques de la nanotechnologie sont encore insuffisamment connus. Pourtant, il se peut que des centaines de produits aient été autorisés sur le marché.

J’aimerais dès lors obtenir une réponse détaillée aux questions suivantes :

1) Est-il possible d’indiquer approximativement combien de produits de consommation, dans notre pays, contiennent des ingrédients fabriqués grâce à la nanotechnologie ? Quelle est la politique de la ministre à l’égard de l’autorisation de mise sur le marché de ces produits ?

2) Comment les risques de l’exposition à des nanoparticules sont-ils évalués pour le consommateur, et ce à la lumière entre autres de la position du ministre compétent des Pays-Bas (document 29 338 de la Chambre, nº 70, 2007 – 2008) ?

3) L’Agence pour la sécurité de la chaîne alimentaire est-elle informée des produits fabriqués grâce à la nanotechnologie ? Comment cette agence juge-t-elle si ces produits peuvent être autorisés sur le marché ?

4) Comment le consommateur sera-t-il informé des dangers éventuels de la nanotechnologie ? La ministre est-elle favorable à l’obligation, pour les producteurs qui utilisent la nanotechnologie, de le mentionner sur les étiquettes ? Peut-elle donner des explications à ce sujet ?

5) La ministre pense-t-elle comme moi que nous devons appliquer le principe de précaution en ce qui concerne les denrées alimentaires, tout comme pour les antennes UMTS ? Peut-elle donner des explications détaillées à ce sujet ?

 

De verwachtingen rondom nanotechnologie zijn vaak hooggespannen. Niet zelden wordt beweerd dat zij samen met de biotechnologie zal zorgen voor de industriële revolutie van de eenentwintigste eeuw.

Over het realiteitsgehalte van deze verwachtingen lopen de meningen echter uiteen.

Bovendien gaan de ontwikkelingen in de nanotechnologie gepaard met een discussie over mogelijke risico’s voor gezondheid en milieu en over tal van ethische vragen.

Zo maakt de Europese consumentenbond zich ongerust over de risico’s van het gebruik van nanotechnologie in consumentenproducten zoals kleding, voedsel en zonnebrandcrèmes.

Ook de werknemers zouden gevaar kunnen lopen bij blootstelling aan bepaalde nanodeeltjes op de werkvloer.

In Nederland richtte de bevoegde minister hieromtrent een brief aan de Tweede Kamer waarin wordt aangegeven dat de risico’s van nanotechnologie nog onvoldoende bekend zijn. Toch werden er mogelijk honderden producten op de markt toegelaten.

Graag had ik hieromtrent dan ook een gedetailleerd antwoord ontvangen op volgende vragen:

1) Is het mogelijk bij benadering aan te geven hoeveel consumentenproducten in ons land ingrediënten bevatten die met behulp van nanotechnologie worden gemaakt? Wat is het beleid van de geachte minister ten aanzien van de toelating van deze producten op de markt?

2) Hoe worden de risico’s geschat in ten aanzien van de consument wat betreft de blootstelling aan nanodeeltjes en dit in het licht van onder meer het standpunt van de bevoegde minister in Nederland (Kamerstuk 29 338, nr. 70, vergaderjaar 2007-2008)?

3) Is het Federaal agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen op de hoogte van welke producten worden gemaakt met behulp van nanotechnologie? Hoe wordt door dit agentschap afgewogen of deze producten kunnen worden toegelaten op de markt?

4) Hoe gaat de consument voorgelicht worden over de mogelijke gevaren van nanotechnologie? Is de geachte minister er voorstander van dat producenten die werken met nanotechnologie hiervan melding moeten maken op de etiketten? Kan dit toegelicht worden?

5) Is de geachte minister het met me eens dat we het voorzorgsprincipe moeten toepassen wat betreft voeding, net zoals bij UMTS masten? Kan dit uitvoerig toegelicht worden?

 
Réponse reçue le 22 septembre 2008 : Antwoord ontvangen op 22 september 2008 :

J'informe l'honorable membre que cette question ne relève pas de mes compétences mais de celles de ma collègue, la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique, qui est également interrogée (question écrite nº 4-1425).

Ik deel aan het geachte lid mee dat deze vraag niet tot mijn bevoegdheden behoort maar tot die van mijn collega, de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, die eveneens wordt ondervraagd (schriftelijke vraag nr. 4-1425).