SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
17 juin 2008 17 juni 2008
________________
Question écrite n° 4-1149 Schriftelijke vraag nr. 4-1149

de Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

van Jurgen Ceder (Vlaams Belang)

à la ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes

aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden
________________
Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS) - Informatie over pensioendossiers - Verantwoordelijkheid van openbare werkgevers Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS) - Informatie over pensioendossiers - Verantwoordelijkheid van openbare werkgevers 
________________
Service des pensions du secteur public
régime de retraite
fonction publique
collecte de données
Pensioendienst voor de overheidssector
pensioenregeling
overheidsapparaat
verzamelen van gegevens
________ ________
17/6/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 17/7/2008)
28/7/2008Antwoord
17/6/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 17/7/2008)
28/7/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-1149 du 17 juin 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-1149 d.d. 17 juni 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans un récent rapport, la Cour des comptes a attiré l’attention sur des problèmes récurrents lors de la constitution de dossiers de pension du secteur public. La Cour demande en particulier une responsabilisation du dernier employeur.

Le dernier employeur public doit introduire une demande de pension pour ses agents. Il est tenu de certifier formellement les données qui y sont reprises, mais aucune sanction n’est prévue s’il commet des erreurs. Le fait que les employeurs publics, qui relèvent parfois de niveaux de pouvoir différents, ne sont pas réellement responsables de la qualité des données transmises au SdPSP (et, à plus long terme, à l’asbl Sigedis) risque d’entraîner des erreurs.

D’une part, le SdPSP devrait bénéficier d’un pouvoir contraignant plus important à l’égard des employeurs publics du pensionné mais, d’autre part, le dernier employeur devrait également être responsabilisé de sorte qu’il soit obligé de constituer un dossier de pension complet.

Dans la réponse du prédécesseur de la ministre aux observations de la Cour des comptes, ce problème spécifique n’a pas été abordé.

Quelles mesures la ministre a-t-elle déjà prises pour responsabiliser le dernier employeur ?

 

In een recent rapport heeft het Rekenhof gewezen op steeds terugkerende problemen bij het correct samenstellen van pensioendossiers in de overheidssector. Het Hof vraagt in het bijzonder een responsabilisering van de laatste werkgever.

De laatste openbare werkgever moet voor zijn personeelsleden een pensioenaanvraag indienen. Hij is ertoe gehouden de vermelde gegevens formeel te certificeren, maar er is geen sanctie ingeval hij vergissingen begaat. Het feit dat openbare werkgevers, die onder diverse bestuursniveaus ressorteren, niet ter verantwoording kunnen worden geroepen op het vlak van de kwaliteit van de gegevens die ze aan de PDOS bezorgen (en, op langere termijn, aan de VZW SIGeDIS) houdt een ernstig risico op vergissingen in.

Enerzijds zou PDOS meer dwingend gezag moeten krijgen ten aanzien van de openbare werknemers van de gepensioneerde, maar anderzijds zou ook de laatste werkgever geresponsabiliseerd moeten worden, zodat hij gedwongen wordt een volledig pensioendossier aan te leggen.

In het antwoord van de voorganger van de geachte minister op de bemerkingen van het Rekenhof werd niet ingegaan op dit specifieke probleem.

Welke maatregelen heeft de geachte minister reeds genomen om te komen tot een responsabilisering van de laatste werkgever?

 
Réponse reçue le 28 juillet 2008 : Antwoord ontvangen op 28 juli 2008 :

En réponse à votre question, j'ai l'honneur de vous communiquer ce qui suit.

L'article 37 de la loi générale du 21 juillet 1844 sur les pensions civiles et ecclésiastiques donne pouvoir au Roi de déterminer les pièces et documents qui doivent être produits en vue de justifier les droits à une pension de retraite ou de survie.

Cet article 37 permet aux pouvoirs et institutions publics d'établir, en lieu et place de tout ou partie des pièces et documents qui sont nécessaires pour fixer les droits à la pension de leurs anciens membres du personnel et des ayants droit de ceux-ci, des états récapitulatifs individuels reprenant les données relatives à la carrière et au traitement de leurs membres du personnel.

Si ces états récapitulatifs individuels ont été établis conformément à un protocole conclu entre le Service des pensions du Secteur public (SdPSP) et le pouvoir ou l'institution public concerné, ces états récapitulatifs individuels ont, pour les services prestés auprès des pouvoirs et organismes concernés, force probante jusqu'à preuve du contraire.

Ce protocole contient une description précise de la forme et du contenu des éléments qui doivent être repris dans l'état récapitulatif individuel; il précise également la manière dont ces états récapitulatifs sont transmis au SdPSP.

Ce protocole peut être adapté à tout moment si les données reprises dans l'état récapitulatif ne répondent plus aux besoins.

Dans le rapport d'audit, la Cour des comptes suggère de se servir de ces protocoles mais la question se pose de la faisabilité de la conclusion d'un protocole par employeur.

Il convient davantage de miser sur la concertation avec les employeurs et sur la sensibilisation des services du personnel de ces employeurs via la formation dont il est question dans vos questions parlementaires nos 4-1147 et 4-1150 du 17 juin 2008.

Le fonctionnement et les possibilités de contrôle du SdPSP changeront d'ailleurs dès que le projet Capelo sera opérationnel. Le projet Capelo concerne la création d'une banque de données de la carrière qui a été mise sur pied en collaboration avec l'ASBL SIGEDIS. Cette banque de données sera complétée trimestriellement via la déclaration DMFA.

Dans cette nouvelle organisation, chaque employeur, et pas uniquement le dernier, sera responsabilisé et les données de carrière et de traitement qui sont pris en compte pour le calcul de la pension pourront immédiatement être contrôlés.

Pour être complet, il faut ajouter que l'arrêté royal du 8 mai 1936 relatif au mode de justification des droits à pension pris en exécution de l'article 37 de la loi générale, devra être complètement reconsidéré dans le cadre du projet Capelo.

In antwoord op uw vraag heb ik de eer u het volgende mee te delen.

Artikel 37 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen machtigt de Koning om de stukken en bescheiden te bepalen die moeten worden overgelegd tot bewijs van de rechten op een rust- of overlevingspensioen.

Dit artikel 37 laat toe dat openbare machten of instellingen, ter vervanging van het geheel of een deel van de stukken of bescheiden die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de rechten op pensioen van hun gewezen personeelsleden en van hun rechthebbenden, individuele verzamelstaten kunnen opmaken die de loopbaan- en weddengegevens van hun personeelsleden bevatten.

Indien deze individuele verzamelstaten worden opgemaakt in overeenstemming met een protocol dat werd afgesloten tussen de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) en de betrokken openbare macht of instelling, hebben deze individuele verzamelstaten, voor de diensttijd die bij de desbetreffende machten of instellingen werd gepresteerd, tot bewijs van het tegendeel, wettelijke bewijskracht.

Dit protocol bevat een nauwkeurige omschrijving van de vorm en de inhoud van de elementen die moeten opgenomen worden in de individuele verzamelstaat; het bepaalt eveneens de wijze waarop deze verzamelstaten aan de PDOS worden overgemaakt.

Dit protocol kan op elk ogenblik worden aangepast indien de gegevens vermeld in de individuele verzamelstaat niet meer beantwoorden aan de behoeften.

In het auditrapport suggereert het Rekenhof gebruik te maken van deze protocols, maar de vraag rijst of het haalbaar is een protocol per werkgever af te sluiten.

Er dient meer te worden ingezet op het overleg met de werkgevers en op de sensibilisering van de personeelsdiensten van deze werkgevers via de vorming waarover sprake is in uw parlementaire vragen nrs. 4-1147 en 4-1150 van 17 juni 2008.

De werking en de controlemogelijkheden van de PDOS zullen immers veranderen op het ogenblik dat het Capeloproject operationeel wordt. Het Capelo-project betreft de oprichting van een loopbaangegevensbank die in samenwerking met de VZW SIGEDIS wordt opgezet. Deze loopbaangegevensbank zal trimestrieel worden aangevuld via de DMFA-verklaring.

In deze nieuwe organisatie zal elke werkgever en dus niet alleen de laatste werkgever worden geresponsabiliseerd en zullen de loopbaan- en weddenelementen die in aanmerking komen voor de pensioenberekening onmiddellijk kunnen worden nagekeken.

Volledigheidshalve moet hieraan worden toegevoegd dat het koninklijk besluit van 8 mei 1936, betreffende de wijze om van de rechten op pensioen te laten blijken, in uitvoering van artikel 37 van de algemene wet, in het kader van het Capelo-project volledig zal moeten worden herbekeken.