BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2020-2021
________
9 november 2020
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-799

de Rik Daems (Open Vld)

aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing
________
Coronacrisis - Huiselijk geweld - Geweld tegen vrouwen - Politie - Slachtofferhulp - Klachten - Cijfers - Aanpak - Maatregelen - Overleg met de Europese Unie (EU) of buurlanden (Covid-19)
________
epidemie
huiselijk geweld
officiële statistiek
geografische spreiding
slachtofferhulp
________
9/11/2020Verzending vraag
10/12/2020Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 7-652
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-799 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De coronacrisis heeft mondiaal tot een forse stijging inzake huiselijk geweld geleid. Australische onderzoekers kwamen tot die conclusie in hun wetenschappelijke studie: «Family violence and COVID-19: Increased vulnerability and reduced options for support». Zo leiden maatschappelijke onzekerheid, minder sociale ondersteuning en controle tot een stijging van geweld, zeker in onstabiele huiselijke situaties. Dit waren enkele bevindingen:

– in Australië daalde de algemene criminaliteit tijdens de lockdown met 40 %, terwijl oproepen voor huiselijk geweld stegen met 5 %. Google Australië registreerde een stijging van 75 % van zoekacties naar hulp bij huiselijk geweld;

– in Wuhan, waar de pandemie begon, waren er in februari 2020 driemaal meer gevallen van huiselijk geweld vergeleken met het jaar voordien;

– in Frankrijk stegen de meldingen van huiselijk geweld met 32 tot 36 %.

De onderzoekers besluiten dat leven in afzondering, geassocieerd met psychische en economische stressfactoren, samen met alcoholconsumptie, kan leiden tot explosieve situaties. Betrouwbare cijfers ontbreken voor België, maar op basis van de huidige gegevens lijkt het belangrijk om beschermende maatregelen te nemen.

Zo nemen sommige lokale politiediensten al via hun dienst voor slachtofferhulp proactief contact op met mensen die de afgelopen drie maanden een klacht hebben ingediend op het politiebureau in verband met huiselijk geweld. Op deze manier kan de evolutie van hun situatie in quarantaine worden gevolgd. Ze nemen ook contact op met de verschillende verenigingen die betrokken zijn bij huiselijk geweld op het grondgebied om hen te laten weten dat slachtoffers niet moeten aarzelen om naar de politie te gaan.

Waarom stel ik u een vraag over dit onderwerp? De Belgische Staat wordt namelijk verplicht om een geïntegreerd, omvattend en gecoördineerd beleid inzake huiselijk geweld en geweld tegen vrouwen uit te rollen omwille van het Verdrag van Istanbul (Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld), dat in 2016 door België werd geratificeerd. Zo moeten de politiediensten een begeleidende, onderzoekende en beschermende rol op zich nemen.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: het betreft hier een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen waarbij de rol van de Gemeenschappen vooral ligt in de bijstand aan personen i.e. het gelijkekansenbeleid. Slachtofferhulp van de politie en de behandeling van klachten is echter een federale bevoegdheid (Justitie).

Graag had ik hieromtrent dan ook een antwoord gekregen op volgende vragen:

1) Hoeveel personen hebben een klacht ingediend in verband met huiselijk geweld sinds de lockdownmaatregelen van kracht zijn gegaan (18 maart 2020)? Is dit een stijging of een daling ten opzichte dezelfde periode in 2019?

2) Wat zijn de verhoudingen tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië?

3) Hoeveel klachten werden er sinds 18 maart 2020 opgevolgd door de politie via hun dienst voor slachtofferhulp? Is dit een stijging of een daling ten opzichte dezelfde periode in 2019?

4) Hoe wordt dit probleem in het buitenland aangepakt? Is er overleg geweest met de Europese Unie (EU) of buurlanden om dit probleem aan te pakken? Zo ja, wat is eruit voortgekomen? Zo neen, waarom niet?

5) Wereldwijd is er een sterke stijging in huiselijk geweld en geweld tegen vrouwen aantoonbaar. Hoe gaat u ervoor zorgen dat de cijfers weer dalen? Zijn er beleidsmaatregelen getroffen om proactief het geweld op te sporen of aan te pakken?

Antwoord ontvangen op 10 december 2020 :

1), 2) & 3) De Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) is een politiedatabank waarin feiten geregistreerd worden op basis van processen-verbaal die voortvloeien uit de missies van de gerechtelijke en bestuurlijke politie. Zij laat toe om tellingen uit te voeren op verschillende statistische variabelen, zoals het aantal geregistreerde feiten, de modus operandi, de voorwerpen gehanteerd bij het misdrijf, de gebruikte vervoermiddelen, de bestemmingen-plaats, enz.

Op basis van de informatie in de ANG (als bron van de politiële criminaliteitsstatistieken) is het te voorbarig om reeds conclusies te trekken naar de impact van de maatregelen in het raam van Covid-19 op de aangiftes van intrafamiliaal geweld.

Hiervoor zijn er verschillende redenen. Ten eerste wordt er bij feiten van intrafamiliaal geweld (vaak) pas laattijdig aangifte gedaan. Ten tweede dient vermeld te worden dat de thematiek van intrafamiliaal geweld een lage aangiftebereidheid kent.

Tot slot, worden de politiële criminaliteitsstatistieken per kwartaal gepubliceerd. Daarbij is een snelle, betrouwbare vrijgave van gevalideerde gegevens van primordiaal belang. Voor de criminaliteitsstatistieken per kwartaal betekent dit concreet dat betrouwbare cijfers in principe beschikbaar zijn na een wachtperiode van een viertal maanden om volledig beeld te hebben. Deze bufferperiode wordt gehanteerd omdat een voldoende hoge volledigheid van de databank nodig is om zinvolle analyses te kunnen maken.

Concreet betekent dit voor de statistieken van het tweede trimester van 2020 dat deze cijfers zich baseren op de databankafsluiting van oktober 2020. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het afsluiten van de databank en de daaruit voortvloeiende kwaliteitscontroles eveneens tijd in beslag nemen, zodat de gegevens niet onmiddellijk beschikbaar zijn na de databankafsluiting. De cijfers zullen dus in principe raadpleegbaar zijn vanaf eind januari 2021.

4) Op 21 augustus 2020 werd een raadpleging binnen de Europese Unie (EU) gedaan onder de vorm van een verzoek («request») dat naar de lidstaten werd verstuurd via het secretariaat van het Europees Netwerk voor criminaliteitspreventie (EUCPN).

Dit verzoek strekte ertoe een idee te krijgen van de door de lidstaten ontwikkelde initiatieven met de volgende doeleinden:

– het indienen van klachten vergemakkelijken voor de slachtoffers van huiselijk geweld;

– de behandeling, door de politie, van de slachtoffers van huiselijk geweld bij het indienen van een klacht verbeteren, teneinde een secundaire victimisatie te voorkomen;

– een multidisciplinaire opvang / ondersteuning van de slachtoffers of daders van huiselijk geweld verzekeren op lokaal of regionaal niveau.

Mijn administratie is de Europese werkwijze waarover zij informatie ontvangen heeft, aan het analyseren.

Ik kan u evenwel reeds enkele elementen van antwoord die door bepaalde lidstaten werden doorgestuurd, meedelen.

Om het indienen van een klacht te vergemakkelijken, zijn er meerdere projecten in ontwikkeling, zoals:

– een nieuw opleidingsprogramma en een sensibiliseringscampagne om de kennis over het psychologisch mechanisme dat huiselijk geweld veronderstelt, te vergroten;

– vernieuwende oplossingen om de slachtoffers te helpen om dit geweld op afstand en discreet te melden aan de politiemacht (digitale brigade; digitaal platform voor seksueel en gendergerelateerd geweld);

– de mogelijkheid om klacht in te dienen buiten de zones die voorbehouden zijn aan de politiemacht (ziekenhuis, handelscentrum);

– een betere begeleiding ondersteund door de medische omgeving, de verenigingen en de maatschappelijk werkers.

Wat de preventie van recidive betreft, worden verschillende instrumenten ontwikkeld, zoals een vereenvoudigde risicotaxatieproces dat enerzijds een snelle analyse en een opvang die passend is voor de door de slachtoffers gegeven antwoorden mogelijk maakt; en anderzijds, een analyseproces dat de politieagenten helpt bij het inschatten van het gevaar van een interventie in het huis van een slachtoffer van huiselijk geweld.

Wat de opvolging van huiselijk geweld betreft, bestaat er een onderzoeks- en innovatieproject, IMPRODOVA genoemd. Dit project wordt gefinancierd door de EU en heeft als doel «goede praktijken» inzake de opvolging van huiselijk geweld door de politiemacht op te sporen en te bestuderen met als doel ze te delen met de verschillende Europese landen.

5) Naast de bepalingen voorzien door het Verdrag van Istanbul dat u aanhaalt, is intrafamiliaal geweld op Belgisch niveau één van de fenomenen opgenomen in de Kadernota Integrale Veiligheid (KIV) 2016-2019 dat het strategisch referentiekader vastlegt van het veiligheidsbeleid, voor alle actoren die ertoe kunnen bijdragen in functie van hun bevoegdheden, verantwoordelijkheden of maatschappelijke doelstellingen.

België heeft eveneens een Nationaal Actieplan (NAP) ter bestrijding van alle vormen van gendergerelateerd geweld dat geheel in lijn is met het bovenvermelde Verdrag van de Raad van Europa. Dit NAP wordt gecoördineerd door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

Op basis van de opdrachten die omschreven zijn in de KIV en in het NAP, zijn er verschillende maatregelen die door de algemene directie Veiligheid en Preventie (ADVP) van de federale overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken worden uitgevoerd, namelijk:

De ADVP kent in het kader van haar opdracht ter ondersteuning van het lokaal preventiebeleid subsidies toe aan honderd negen gemeenten door middel van strategische veiligheids- en preventieplannen (SVPP) met het oog op het ontwikkelen van preventieprojecten rond verschillende fenomenen, waaronder intrafamiliaal geweld en partnergeweld. In casu hebben een dertigtal steden en gemeenten intrafamiliaal geweld als prioriteit opgenomen in hun SVPP en hebben zij preventieprojecten gericht op dit fenomeen ontwikkeld, bijvoorbeeld sensibiliseringscampagnes, animaties in scholen, organisatie van workshops voor vrouwen, oprichting van opvangplaatsen voor slachtoffers en daders, enz.

Naast deze financiële ondersteuning biedt de ADVP via haar website www.besafe.be thematische ondersteuning aan alle steden en gemeenten. Hier zijn immers een cartografie en fiches van lokale preventieprojecten inzake intrafamiliaal geweld terug te vinden. Bovendien wordt er ook specifieke informatie over verschillende aspecten van gendergerelateerd geweld aangeboden, bijvoorbeeld omtrent eergerelateerd geweld, seksueel geweld, enz.

Daarnaast heeft de ADVP heeft een studie gefinancierd betreffende daderprofilering bij partnergeweld met als doel de oorzaken van partnergeweld volgens het daderperspectief in kaart te brengen. Op basis van dit door de Katholieke Universiteit Leuven (KUL) uitgevoerde onderzoek met als titel: «De opbouwende oorzakelijke keten van partnergeweld vanuit een situationeel daderperspectief», zal het daderperspectief worden aangewend om het huidige preventiebeleid inzake partnergeweld te evalueren, evenals te komen tot beleidsaanbevelingen ter zake.

Zoals reeds toegelicht in de beleidsverklaring van 6 november 2020 zal ook aan de slachtoffers van seksueel en intrafamiliaal geweld een bijzondere aandacht worden besteed. De politionele slachtofferbejegening zal volwaardig deel uitmaken van de politionele processen en het ketengerichte multidisciplinaire beleid voor dit fenomeen.

Ook de Europese aanbevelingen van het evaluatieverslag 2020 van GREVIO (Group of Experts on Action against Women an Domestic Violence) worden grondig bestudeerd en desgevallend verwerkt. Hiervoor zal nagegaan worden welke aanbevelingen in de praktijk kunnen worden gebracht om huiselijk geweld te vermijden en te bestrijden. In die context draagt de politie op het terrein actief bij aan de uitrol en de uitbouw van de ketengerichte en multidisciplinaire slachtofferzorg voor de slachtoffers van seksueel en huiselijk geweld in samenwerking met de zorgcentra voor seksueel geweld, de Family Justice Centers, Child Focus en andere.

Daarnaast zal ingezet worden op communicatie. Door affiches te hangen in infrastructuren en op politievoertuigen dragen we bij aan een betere sensibilisering voor dit fenomeen. Ook zorgt de politie voor een billijke en correcte informatie aan de slachtoffers die aangifte doen. Samen met alle relevante partners in de multidisciplinaire aanpak van slachtoffers van seksueel en huiselijk geweld zal een «ronde tafel» georganiseerd worden, om de gerechtvaardigde verwachtingen van de partners beter in beeld te brengen en deze op te volgen.

We kunnen volgende verbeterinitiatieven vermelden, samen met Justitie:

– actief meewerken aan een betere beeldvorming voor dit fenomeen;

– een risicotaxatietool implementeren in de werkprocessen. Deze tool moet de politiemensen op het terrein digitaal zicht geven op potentiële tussenkomsten voor partner- en intrafamiliaal geweld.

Met het oog op een betere ondersteuning op het terrein, zal de politie de aandacht voor dit fenomeen actualiseren en versterken in de basis-, functionele en voortgezette opleidingen, en dit rekening houdend met de nieuwe regelgevende teksten en goede praktijken. In ditzelfde kader wil de politie de netwerken voor alle gendergerelateerde materies via de referentiepersonen bij de geïntegreerde politie en de referentiemagistraten sterker activeren en voeden.

Uiteraard zal ik bij aanpak van dit fenomeen, overleg plegen en samenwerken worden met staatssecretaris Schlitz, bevoegd voor gendergelijkheid, gelijke kansen en diversiteit.