BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2021-2022
________
2 juni 2022
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-1664

de Els Ampe (Open Vld)

aan de eerste minister, belast met Buitenlandse Zaken en Europese Zaken
________
Donaties of overheidsgiften in landen buiten de Europese Unie (EU) - Regels voor overheidsbedrijven, parastatale instellingen of bedrijven die een openbare dienst vervullen - Democratische toets - Criteria - Ontwikkeling - Cijfers
________
overheidsbedrijf
openbaar vervoer
Cuba
investering in het buitenland
democratie
gift
norm
________
2/6/2022Verzending vraag
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1665
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1666
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-1664 d.d. 2 juni 2022 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB) heeft dertig buiten gebruik gestelde bussen aangeboden aan Cuba. Het gaat om twintig Van Hool A330 D1 bussen en tien Mercedes Citaro bussen. Het gaat om Euro 4-bussen, die in het kader van de lage-emissiezone (LEZ) vanaf 1 januari 2022 niet meer toegelaten zijn in het Brusselse Gewest.

De bussen staan momenteel te wachten in de exportterminal voor tweedehands auto's in de haven van Antwerpen, in Beveren om precies te zijn, om aan boord te gaan van een schip naar Havana (cf. https://www.dhnet.be/regions/bruxelles/bruxelles-mobilite/la-stib-a-offert-trente-bus-a-cuba-627924d39978e23d193a60ab).

Van hieruit worden Europese auto's verscheept die niet meer aan de emissienormen voldoen. Zo worden jaarlijks ongeveer een miljoen Europese auto's verscheept naar West-Afrika, zo bleek vorig jaar uit een reportage van een VRT-documentaire gemaakt door «Vranckx en De Nomaden». En dat terwijl dat een grote impact heeft op de gezondheid van de mensen daar en op het milieu.

De gift van de MIVB aan Cuba situeert zich echter in een heel andere context: het Brussels Gewest lost hiermee eindelijk een belofte in die meer dan twintig jaar geleden aan Cuba werd gedaan.

In 1999 ondertekenden het Brussels Gewest en Havana een kaderovereenkomst voor samenwerking, die onder meer een schenking van bussen inhield. Pas vorig jaar, tijdens het bezoek van Brussels minister-president Rudi Vervoort aan Cuba, in het kader van de zestiende editie van de «Semana Belga», herinnerden de Cubaanse autoriteiten de socialistische vertegenwoordiger aan de oude Brusselse belofte.

Het probleem was dat de MIVB al van plan was de bussen te verkopen. In het algemeen verkoopt het bedrijf zijn afgedankte bussen aan een Nederlands bedrijf dat gespecialiseerd is in recyclage. Dit bedrijf verkoopt de bussen vervolgens aan andere landen waar men zich minder bewust is van zaken als milieu en veiligheid.

Bijna tegelijkertijd heeft Cuba een nieuw Wetboek van strafrecht aangenomen dat als doel heeft het socialistische regime te beschermen door protesten zwaar te bestraffen. Het nieuwe wetboek kwam er na de ongekende opstanden in de zomer van 2021 en bestraft onder meer politieke activiteiten op het internet, demonstraties en buitenlandse financiering van bepaalde activiteiten. De nieuwe wet komt er minder dan een jaar na de historische maatschappelijke opstanden van 11 en 12 juli 2021, waarbij één dode en tientallen gewonden vielen. Meer dan 1 300 mensen werden gearresteerd, van wie velen een gevangenisstraf tot dertig jaar kregen opgelegd.

Wat betreft het transversaal karakter van de schriftelijke vraag: mobiliteit is een gedeelde bevoegdheid tussen het Federale niveau en de deelstaten. Naast ontwikkelingshulp spelen meerdere factoren een rol bij economische en sociale ontwikkeling. Deze factoren vallen onder andere beleidsdomeinen, zowel op supranationaal, federaal als regionaal vlak. Dit gegeven motiveert het transversale karakter van deze vragen.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Zijn er reeds regels van kracht voor overheidsbedrijven, parastatale instellingen of bedrijven die een openbare dienst vervullen over donaties of overheidsgiften in landen buiten de Europese Unie (EU)? Zo ja, welke, wat houden ze in, en wat zijn de beperkingen?

2) In hoeverre wordt in het bijzonder gekeken naar het democratische gehalte van de landen van de ontvangers van de giften? Met andere woorden, worden dergelijke landen en hun regimes onderworpen aan een democratische toets? Indien ja, worden er criteria gehanteerd hieromtrent? Zo ja, kan u ze oplijsten per bedrijf? Zo neen, zijn er andere criteria die voorrang krijgen en kan u deze oplijsten?

3) Hoeveel overheidsgiften werden er gemaakt aan landen buiten de EU in de jongste drie jaar? Wat werd er precies gegeven? Wat was de totale hoeveelheid hiervan? Hoeveel bedroeg de totale waarde? Naar welke landen werd het verstuurd? Hoe scoren deze landen op de «democracy-index»?

4) Is het naar uw mening aangewezen om in de toekomst rekening te houden met het feit dat het land dat de giften ontvangt, democratisch is of inspanningen hiertoe levert? In het bijzonder op gebieden zoals persvrijheid, gegarandeerde vrijemeningsuiting, vrijheid van vereniging, enz. Zijn er hiertoe reeds stappen gezet? Wat houden ze in? Worden er nog eventuele verdere stappen ondernomen?

5) Bent u het idee genegen om in functie hiervan een democratische toets te gebruiken in de toekomst of eventueel zelf een democratisch toetsingsinstrument uit te werken? Indien ja, zou u kunnen toelichten hoe het werkt en wat de criteria zijn waarop men meet? Indien neen, waarom niet en heeft u alternatieven?