BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2021-2022
________
9 november 2021
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-1400

de Tom Ongena (Open Vld)

aan de minister van Defensie
________
Defensie - Luchtmacht - Keuringstesten - Toelatingsvoorwaarden - Stand van zaken
________
luchtmacht
medisch onderzoek
aanwerving
________
9/11/2021Verzending vraag
10/12/2021Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-1400 d.d. 9 november 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Medische keuringstesten zijn een integraal onderdeel bij de rekrutering van nieuwe leden bij Defensie. Deze testen zijn logischerwijze verschillend per onderdeel.

Bij de luchtmacht in het bijzonder is het bijvoorbeeld van dusdanig belang dat de ogen goed functioneren. Toch blijkt dat de vastgelegde criteria op zich al vrij verouderd zijn. Bij de luchtmacht dateren deze aanwervingscriteria voor piloten van 1969 en hebben ze een kleine herziening gekend in 2005. Deze zijn dus op een aantal vlakken verouderd.

In tegenstelling tot landen rondom ons hanteren we bijvoorbeeld nog steeds een nultolerantie omtrent afwijkingen op de ogen. Indien men dit voorbeeld naast de buurlanden legt wordt duidelijk hoe streng (en mogelijk ook achterhaald) deze criteria zijn.

België: nultolerantie voor alle toestellen, een bril of lenzen zijn niet toegestaan voor het uitoefenen van een functie als piloot op eender welk toestel.

Nederland: een bril of lenzen is geen probleem, je oogafwijking mag niet groter zijn dan -2 of +2.

Frankrijk: geen speciale vereisten bekend, men bekijkt situatie per situatie maar bril en contactlenzen zijn toegestaan.

Engeland: de vereisten voor het gezichtsvermogen variëren voor verschillende rollen. Voor vliegtuigbemanning kan een vereiste worden toegestaan om een bril of contactlenzen te dragen.

Duitsland: geen speciale vereisten bekend, men bekijkt situatie per situatie maar bril en contactlenzen zijn toegestaan.

Dit bovenstaande voorbeeld toont aan dat België niet op Europees niveau meespeelt met de vereisten van de afwijkingen op de ogen om piloot van Defensie te worden en dus eigenlijk gaat discrimineren op basis van het al dan niet dragen van een bril of lenzen om een functie als piloot uit te oefenen bij Defensie.

Piloten die daarentegen de keuringstest doorstonden en pas later problemen ontwikkelen worden in de praktijk geheroriënteerd naar andere posten.

Indien men tijdens de keuring in dit voorbeeld dergelijke zaken vaststelt, wordt men onherroepelijk permanent «definitief ongeschikt» verklaard, wat in sommige gevallen tot persoonlijke drama's leidt.

De vraag is dus in hoeverre het huidige model van keuringstesten en toelatingsvoorwaarden nog realistisch zijn.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: Defensie is een federale aangelegenheid, maar het luik onderwijs is materie van de Gemeenschappen.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Hoe beoordeelt u de huidige criteria die Defensie oplegt voor de medische keuring? Zijn er zaken die aan herziening toe zijn volgens u? Indien ja, welke? Indien nee, waarom?

2) Welke criteria gebruikt men, uitgesplitst naar onderdeel en sinds wanneer gelden ze?

3) Zijn er andere landen van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) waarbij de keuringscriteria ongeveer dezelfde zijn als de onze? Met welk NAVO-land verschillen onze criteria het meest?

4) Plant u een actualisering van de criteria? Indien ja, wanneer? Indien nee, waarom?

5) Wanneer men in het bijzonder naar de criteria van de luchtmacht kijkt, is er een reden dat men in tegenstelling tot omringende landen extra streng controleert op gebied van ogen en zicht?

6) Welke andere nultoleranties zijn er nog binnen andere onderdelen van Defensie? Vindt u deze nultoleranties nog verantwoord in deze tijden?

7) In hoeverre kunnen de verschillende ministeries van Onderwijs van de Gemeenschappen ingrijpen om deze keuringstesten en toelatingsvoorwaarden (in het bijzonder voor cadetten) aan te passen?

Antwoord ontvangen op 10 december 2021 :

1) Er moet inderdaad een herziening van de selectiecriteria plaatsvinden. In 2020 werd hiervoor een werkgroep opgericht ter herziening van de criteria. Deze werkgroep is belast met het consulteren van verschillende experten in verschillende medische domeinen en het verzamelen van aanbevelingen met betrekking tot de ongeschiktheidscriteria in hun domein. Via deze weg is het de bedoeling om de selectiecriteria volledig te herzien en te moderniseren, om deze in overeenstemming te brengen met de nieuwe vereisten en mogelijkheden en de vooruitgang in de moderne geneeskunde. In dit kader worden contacten gelegd met andere NAVO-lidstaten om de Belgische criteria af te stemmen op die van andere landen. Er zijn onder meer bilaterale contacten voorzien met onze Duitse en Franse buren. De resultaten van dit overleg zullen geïntegreerd worden in de aanbevelingen. De werkzaamheden van deze werkgroep zijn nog lopende.

2) Het koninklijk besluit van 11 maart 2003 tot vaststelling van de criteria voor medische geschiktheid voor militaire dienst, omvat de algemene criteria. Dit koninklijk besluit bevat met name een tabel waarin alle criteria voor ongeschiktheid worden beschreven. Naast deze algemene criteria zijn er nog de meer specifieke criteria beschreven in volgende koninklijke besluiten:

– koninklijk besluit van 28 augustus 1981 betreffende het medisch geschiktheidsprofiel;

– koninklijk besluit van 17 september 2005 betreffende de geschiktheid voor luchtdienst;

– koninklijk besluit van 23 december 1991 betreffende de medische geschiktheid voor dienst op zee;

– koninklijk besluit van 3 maart 1999 betreffende de medische geschiktheid als parachutist of commando;

– koninklijk besluit van 28 januari 2000 betreffende de medische geschiktheid voor duikactiviteiten en voor droge duiken.

3) Elk land heeft zijn specificiteit met betrekking tot de reeks criteria. België is in sommige gevallen meer en in andere minder flexibel. Zo is België in het kader van de gezichtsscherpte vrij streng in vergelijking met onze buurlanden. Dit komt door het wervingssysteem. België werft meer bepaald piloten aan die allen aan dezelfde basisvoorwaarden moeten voldoen. De strengste criteria, met name deze voor jachtpiloten, worden daarvoor gebruikt. De wet van de kleine getallen verhindert ons dus om te differentiëren in de selectie. België leunt vrij dicht aan bij de wervingscriteria die in Spanje, Noorwegen en Zweden worden gehanteerd. Andere landen, zoals Frankrijk, werven veel meer piloten aan en kunnen daardoor reeds differentiëren tijdens de wervingsfase.

4) De werkgroep analyseert momenteel in samenwerking met experts van verschillende origine elk criterium. Dit gebeurt op basis van benchmarking met andere landen enerzijds en in samenwerking met bepaalde specialisten uit de academische en medische wereld anderzijds. De conclusies van deze werkgroep worden tegen eind 2022 verwacht.

5) In België worden piloten medisch geselecteerd om als jachtpiloot te dienen. In een latere fase is het mogelijk om helikopterpiloot of piloot van transportvliegtuigen te worden. Op vlak van gezichtsvermogen zijn de laatste twee, volgens het voornoemd koninklijk besluit van 17 september 2005, minder veeleisend. Zoals vermeld in punt 3, is deze wijze van selecteren voornamelijk te wijten aan de wet van de kleine getallen.

6) Er bestaan tijdens de selectie meerdere redenen die een afwijzing tot gevolg kunnen hebben. Drugsgebruik is daar een voorbeeld van.

Alle criteria staan in detail vermeld in de tabel van het voornoemd koninklijk besluit van 11 maart 2003 en de andere, hoger vermelde, koninklijke besluiten.

In de toekomst moeten bepaalde criteria worden gehandhaafd, andere moeten worden herzien, vooral in het licht van de ontwikkelingen in de moderne geneeskunde.

Zo is en blijft de afwezigheid van een nier een uitsluitingscriterium, gezien de complicaties die dit kan veroorzaken bij uitval van de resterende nier.

Sommige afwijkingen van de wervelkolom hebben echter tot nu toe automatisch geleid tot ongeschiktheid. Op basis van een studie over dit onderwerp, kan dit wellicht enigszins versoepeld worden.

Evenzo zullen de criteria voor ongeschiktheid als gevolg van scoliose moeten versoepeld worden. Wat betreft de criteria voor intra-oculaire implantaten, wordt nog onderzocht of de criteria kunnen versoepeld worden.

Sinds 2011 passen we een minder strikte interpretatie toe voor bepaalde ongeschiktheidscriteria (daar waar de definitie van de criteria dit toelaat). Dit liet ons toe om de attritie bij de selectie op medisch vlak terug te brengen van 36 % in 2010 naar ongeveer 15 % sinds 2017.

7) De rekrutering van de luchtkadetten in het kader van het volgen van een opleiding binnen een vereniging zonder winstoogmerk staat los van de ministeries van onderwijs.