BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2014-2015
________
29 april 2015
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-627

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën
________
Bestendiging van het armoedebeleid - Samenwerkingsakkoord met de Gewesten en Gemeenschappen van 1998
________
armoede
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
________
29/4/2015Verzending vraag
29/5/2015Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-627 d.d. 29 april 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 1998 werd een samenwerkingsakkoord gesloten tussen de federale overheid en de Gemeenschappen betreffende de bestendiging van het armoedebeleid.

1. Welke concrete acties werden er in 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 in het kader van dit samenwerkingsakkoord opgezet met de Franse Gemeenschap?

2. Welke concrete acties werden er in 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 in het kader van dit samenwerkingsakkoord opgezet met de Vlaamse Gemeenschap?

3. Welke concrete acties werden er in 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 in het kader van dit samenwerkingsakkoord opgezet met de Duitstalige Gemeenschap?

4. Welke concrete acties werden er in 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 in het kader van dit samenwerkingsakkoord opgezet met de Commission communautaire française (Cocof) in Brussel?

5. Welke concrete acties werden er in 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 in het kader van dit samenwerkingsakkoord opgezet met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

6. Over welk bedrag beschikt de staatssecretaris om in het kader van dit samenwerkingsakkoord projecten op te zetten tijdens dit werkjaar?

7. Werden er op deze begrotingspost besparingen opgelegd?

8. Meent de staatssecretaris dat dit samenwerkingsakkoord nog zin heeft en zullen er voor deze samenwerking ook de nodige budgetten worden uitgetrokken tijdens de rest van deze legislatuur?

9. Hoe evalueert de staatssecretaris dit samenwerkingsakkoord?

Antwoord ontvangen op 29 mei 2015 :

Wat betreft de vragen 1 tot en met 5. dient er opgemerkt te worden dat er in het kader van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid uit 1998 er geen concrete acties met de onderscheiden Gemeenschappen en Gewesten uitgevoerd worden. Alle partijen die het samenwerkingsakkoord ondertekenden verbonden zich ertoe om bij te dragen, elkeen binnen hun bevoegdheden aan een « Verslag over bestaansonzekerheid, armoede, sociale uitsluiting en ongelijke toegang tot de rechten ». Dit wordt tweejaarlijks tegen de maand november opgemaakt door het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting.

Het tweejaarlijkse verslag had in 2013 als thema « De sociale bescherming en armoede ».

Het tweejaarlijkse verslag had in 2011 als thema « Het recht op wonen » en « Toekomstperspectieven voor jongeren ».

6. Artikel 6 van het samenwerkingsakkoord bepaalt de subsidie die elk van de betrokken partijen jaarlijks moet verstrekken aan het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting. Voor de federale overheid bedraagt dit voor het jaar 2015 480 000 euro.

7. Het krediet 2016 is gelijk aan het krediet 2015.

8. Het uitgangspunt van het samenwerkingsakkoord met name er dat voortdurende en gecoördineerde inspanningen nodig zijn van elke overheid apart en van allen samen, voor het uitstippelen, het uitvoeren en het evalueren van het beleid tot voorkoming van bestaansonzekerheid, tot bestrijding van de armoede en tot integratie van de personen in de samenleving is ook vandaag nog actueel en zinvol. Ook in de toekomst zullen er hiervoor budgetten voorzien worden.

9. Zoals hierboven aangegeven blijft het uitgangspunt van het samenwerkingsakkoord actueel. Het multi-dimensionele en complexe karakter van de armoedeproblematiek vereist een globale, geïntegreerde en gecoördineerde benadering. Een wettelijke verankering waarbij de samenwerking over alle bevoegdheidsniveaus heen wordt opgelegd en waarbij de dialoog en de participatie, inzonderheid de participatie van mensen die in armoede leven, centraal staat is een krachtig instrument om deze principes voor langere periode te garanderen. Ter illustratie kan verwezen worden naar het Nationaal Kinderarmoedeplan dat in 2014 in samenwerking met de Gemeenschappen en Gewesten werd opgesteld in de schoot van de Interministeriële Conferentie Integratie in de maatschappij. Een nieuw Kinderarmoedeplan is momenteel in opmaak waarvoor de samenwerking vanuit het Federale niveau met de Gemeenschappen en Gewesten wordt gezocht via de Interministeriële Conferentie Integratie in de maatschappij.