BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2014-2015
________
23 april 2015
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-612

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Begroting, belast met de Nationale Loterij
________
Begrotingsnorm voor het jaar 2015 - Afspraken met de Brusselse Hoofdstedelijke regering voor de 19 Brusselse gemeenten
________
rijksbegroting
EU-controle
begrotingsbeleid
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
gemeente
gemeentebegroting
________
23/4/2015Verzending vraag
29/5/2015Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-590
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-612 d.d. 23 april 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Door de federale overheid werden met Europa afspraken gemaakt aangaande de te halen begrotingsnorm voor het jaar 2015.

Daar België een federale staat is, met naast de federale overheid ook nog Gewesten en Gemeenschappen en bovendien ook nog de lokale en provinciale besturen, dient de Europese afspraak ook door alle bevoegde beleidsverantwoordelijken ondersteund te worden.

Daarvoor is natuurlijk een overleg noodzakelijk met alle bevoegde entiteiten.

De Brusselse Hoofdstedelijke regering is bevoegd voor de 19 Brusselse Gemeenten.

1. Wat is de begrotingsdoelstelling die met de EU werd overeengekomen voor heel België voor 2015?

2. Hoe werd de Brusselse Hoofdstedelijke regering betrokken bij het vastleggen van deze begrotingsdoelstelling met de EU?

3. Welke begrotingsinspanning zal de Waalse regering op zich nemen voor het jaar 2015?

4. Werd deze doelstelling afgesproken met de Brusselse Hoofdstedelijke regering als verantwoordelijke voor de 19 Brusselse gemeenten?

5. Wanneer had dit overleg plaats?

6. Werd deze beslissing en deze afspraak genoteerd binnen de beslissingen van de federale regering en zo ja, wanneer?

7. Werd deze beslissing en deze afspraak genoteerd binnen de beslissingen van de Brusselse Hoofdstedelijke regering en zo ja, wanneer?

Antwoord ontvangen op 29 mei 2015 :

Op 30 april 2015 heeft de federale regering het stabiliteitsprogramma van België voor de periode 2015-2018 overgemaakt aan Europa. Het stabiliteitsprogramma 2015-2018 werd opgemaakt op basis van het advies van de afdeling Financieringsbehoeften van de overheid van de Hoge Raad van Financiën van 27 maart 2015 over de globale begrotingsdoelstelling en de verdeling ervan over de verschillende overheidsniveaus. Na overleg met de Gemeenschappen en Gewesten nam het overlegcomité van 29 april 2015 akte van het stabiliteitsprogramma 2015-2018 dat zowel een structureel begrotingsevenwicht voorziet voor de gezamenlijke overheid in 2018 alsook een structureel begrotingsevenwicht voorziet in de begrotingstrajecten van elk van de entiteiten tegen ten laatste 2018.

In het voorgestelde traject verbetert het structureel saldo voor 2015 met 0,7 % van het bbp ten opzichte van de realisaties 2014. Concreet geeft dit voor de gezamenlijke overheid dat een structureel saldo wordt vooropgesteld in 2015 van -2,0 % van het bbp. Het nominaal saldo zou dan op basis van de huidige parameters uitkomen op een tekort van 2,5 % van het bbp in 2015. Het is evenwel het structurele saldo dat doorslaggevend is.

De verdeling van het traject over entiteit I (federale overheid en sociale zekerheid) en entiteit II (Gemeenschappen en Gewesten en lokale overheden) is voor 2015 als volgt vastgelegd (in % van bbp) :


2014

2015

Entiteit I



 - structureel saldo

-2,3

-1,7

 - verbetering


0,62

Entiteit II



 - structureel saldo

-0,5

-0,4

 - verbetering


0,10

Gezamenlijke overheid



 - structureel saldo

-2,8

-2,0

 - verbetering


0,72

Voor de Gemeenschappen en Gewesten is er overeengekomen dat zij desgevallend hun eigen trajecten kunnen aanpassen rekening houdende met het advies van de HRF, met de notificatie van het overlegcomité van 29 april dat voorziet in het bereiken van een structureel evenwicht voor elke entiteit ten laatste in 2018 en met de macro-economische context.