BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2014-2015
________
1 april 2015
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-575

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel
________
Aanwerving van personen van etnisch-cultureel diverse afkomst - Racisme - Strijd - Praktijktesten - Organisatie - Samenwerking tussen de federale overheid en de Gewesten
________
arbeidsmarkt
bestrijding van discriminatie
migrant
racisme
________
1/4/2015Verzending vraag
11/9/2017Rappel
16/11/2018Rappel
14/1/2019Rappel
23/5/2019Einde zittingsperiode
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-575 d.d. 1 april 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Steeds meer onderzoeken wijzen overduidelijk uit dat er een ernstig probleem van racisme aanwezig is bij de aanwerving van personen van etnisch-cultureel diverse afkomst. Mensen met een migratieachtergrond, ook al wonen ze hier al verschillende generaties, worden nog steeds gediscrimineerd door vele werkgevers.

Een van de instrumenten om deze discriminatie tegen te gaan is het organiseren van praktijktesten om op die manier de werkgevers die discrimineren op basis van afkomst te kunnen aanklagen.

De Gewesten zijn, onder meer via de regionale diensten voor arbeidsbemiddeling, rechtstreeks verantwoordelijk voor grote takken binnen de arbeidsmarktregeling. Ook de federale overheid blijft een grote rol spelen in de tewerkstellingspolitiek en binnen de stelsels van werkloosheid.

De federale overheid en de Gewesten hebben er belang bij om een stevig antidiscriminatiebeleid op het vlak van de arbeidsmarkt te ontwikkelen.

1) Is de minister bereid om het systeem van de praktijktest wettelijk te verankeren, zodat de Gewesten dit kunnen gebruiken in hun strijd tegen discriminaties op het werk en bij aanwervingen ?

2) Is de minister bereid hierover overleg te plegen met de verantwoordelijke gewestelijke ministers voor Tewerkstelling ?

3) Kan de minister, in samenspraak met de minister van Justitie, een sluitend wettelijk instrument aanreiken om deze praktijktest een stevige juridische basis te geven ?