BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2014-2015
________
26 maart 2015
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-559

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________
Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen - Werking - Fondsen voor bestaanszekerheid
________
fonds voor bestaanszekerheid
collectieve arbeidsovereenkomst
paritair comité
mijn
aarde en gesteenten
provincie Waals-Brabant
provincie Henegouwen
Luik
provincie Luxemburg
Namen
________
26/3/2015Verzending vraag
5/5/2015Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-517
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-559 d.d. 26 maart 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Fondsen voor bestaanszekerheid zijn rechtspersonen die op vrij initiatief van de sociale partners in een bedrijfstak worden opgericht door een algemeen bindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst teneinde met de geïnde werkgeversbijdragen taken van sociaal nut te vervullen. Ze worden autonoom en paritair beheerd door de vertegenwoordigers van de werkgevers en de werknemers van de betrokken bedrijfstak.

De belangrijkste aspecten met betrekking tot de werking van de fondsen voor bestaanszekerheid (oprichting, vaststelling statuten, statutenwijziging, vaststelling van de voordelen en van de werkgeversbijdragen,…) moeten worden vastgelegd in cao's, die door de Koning algemeen bindend worden verklaard.

Deze fondsen hebben als doel:

- sociale voordelen financieren, toekennen en uitkeren;

- de vakopleiding van de werknemers en van de jongeren financieren en organiseren;

- de veiligheid en de gezondheid van de werknemers in het algemeen financieren en verzekeren.

De voordelen die door deze sectorale fondsen worden toegekend, verschillen van sector tot sector. De financiering van de fondsen voor bestaanszekerheid gebeurt door bijdragen van de werkgevers die vallen onder de statuten van het fonds. De inning van de bijdragen kan rechtstreeks gebeuren door het fonds zelf of via de Rijksdienst voor sociale zekerheid.

De werking van de fondsen strekt zich uiteraard uit over bevoegdheden van de federale overheid (tewerkstelling, economisch beleid en sociale zekerheid), maar evengoed over bevoegdheden die vallen onder de Gewesten (economisch beleid, tewerkstellingsbeleid en beroepsopleiding) en de Gemeenschappen (vorming, welzijn op het werk, algemeen welzijnswerk, onderwijs).

Het is belangrijk is te weten of het Fonds voor bestaanszekerheid van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen eveneens rekening houdt met de besluitvorming van de Gewesten en Gemeenschappen en mee betrokken wordt bij de ontwikkeling van het beleid van deze Gewesten en Gemeenschappen. Het is ook belangrijk te weten of er op gewestelijk vlak cao's werden gesloten en of de sociale partners met alle overheden onderhandelingen hebben gevoerd in het kader van de uitvoering van de taken van het fonds?

Ik heb de volgende vragen voor de minister:

1) Welke contacten waren er al tussen de sociale partners en de Gewesten en Gemeenschappen over de werking en beheer van het Fonds voor bestaanszekerheid van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen?

2) Is de aanwending van het geld dat door het fonds beheerd wordt, mee bepaald door het respectieve Gewest en de respectieve Gemeenschap?

3) Welke cao's werden er in het kader van het fonds gesloten? Welke gewestelijke cao's werden er gesloten in het kader van het fonds?

4) Over hoeveel middelen beschikt het fonds? Werden daarover al afspraken gemaakt met de minister en met de bevoegde ministers van de Gewesten en Gemeenschappen? Wordt het fonds mee ingezet voor beleidsdoelstellingen van het bevoegde Gewest en/of de bevoegde Gemeenschap?

Antwoord ontvangen op 5 mei 2015 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Het antwoord op deze vragen valt onder de bevoegdheid van de minister van Werk.