BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2014-2015
________
18 maart 2015
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-492

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Justitie
________
Gevangenissen - Sportieve activiteiten - Samenwerking met de Gemeenschappen
________
gedetineerde
strafgevangenis
sportmanifestatie
sociale integratie
gemeenschappen van België
officiële statistiek
________
18/3/2015Verzending vraag
7/4/2015Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-492 d.d. 18 maart 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het ondersteunen van sportieve activiteiten behoort tot de bevoegdheid van de Gemeenschappen, maar in wat volgt gaat het over een gedeelde verantwoordelijkheid. De federale overheid, en in concreto de minister van Justitie, is verantwoordelijk voor de penitentiaire instellingen. Er kan niets gebeuren zonder de goedkeuring van de diensten en de ambtenaren die onder Justitie vallen. Naast de Gemeenschappen draagt Justitie natuurlijk een even grote verantwoordelijkheid en vereisen sportieve activiteiten de medewerking en goedkeuring van Justitie.

Het is van wezenlijk belang dat in de penitentiaire instellingen die onder Justitie vallen ook activiteiten van sportieve aard georganiseerd worden. Het is een wezenlijk onderdeel van een resocialiseringsproces. De gedetineerden dienen voorbereid te worden om later terug te kunnen keren in de samenleving. Daarom zijn zulke activiteiten een opdracht en een wezenlijk onderdeel van de taken van het gevangeniswezen.

Voor deze activiteiten hebben de diensten van Justitie zeker interesse en bestaat er zeker een samenwerking met de Gemeenschappen. Het is belangrijk te weten of de diensten van Justitie bijgevolg informatie kunnen verstrekken over deze samenwerking, die essentieel is voor een goede resocialisering.

Vandaar wens ik volgende vragen te stellen:

1) Hoeveel sportieve activiteiten werden er georganiseerd in de jaren 2012, 2013 en 2014? Graag ontving ik een overzicht per gevangenis.

2) Welke sportorganisaties stonden in voor deze sportieve activiteiten? Graag ontving ik een overzicht per jaar en per instelling.

3) Stimuleert het ministerie de gevangenissen om sportieve activiteiten te organiseren? Zijn hiervoor werkingsmiddelen? Graag ontving ik een overzicht per gevangenis en per jaar.

4) Hoeveel gedetineerden en hoeveel geïnterneerden namen deel aan deze activiteiten? Graag ontving ik een overzicht per gevangenis en per jaar.

5) Werden mensen van buiten de gevangenissen uitgenodigd om aan deze activiteiten deel te nemen of om ernaar te komen kijken? Zo ja, waar en wanneer? Over hoeveel genodigden ging het dan?

6) Zijn er grote verschillen tussen de verschillende strafinrichtingen, en zo ja, waaraan is dit te wijten?

7) Is de minister het met mij eens dat deze sportieve activiteiten een positieve impuls kunnen vormen voor de herintegratiekansen van de gedetineerden en geïnterneerden?

Antwoord ontvangen op 7 april 2015 :

1) tot 6) De gevraagde gegevens behoren tot de bevoegdheid van de Gemeenschappen. Zij staan in voor de organisatie en de werking van de sportieve activiteiten in de penitentiaire instellingen.

7) Zoals bepaald in het Justitieplan van 18 maart 2015 (zie punt nr. 228, blz. 74), moet de penitentiaire administratie ervoor instaan dat de gedetineerde een zo ruim mogelijke toegang krijgt tot vormingsactiviteiten, waaronder sport. Sport kan een positief element zijn binnen de voorbereiding van de gedetineerde of geïnterneerde op diens integratie in de maatschappij.