BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2018-2019
________
18 februari 2019
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-2352

de Rik Daems (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking
________
No-deal-Brexit - Fiscaliteit - Overgangsrecht
________
uittreding uit de EU
Verenigd Koninkrijk
lidmaatschap van de Europese Unie
fiscaliteit
________
18/2/2019Verzending vraag
8/4/2019Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-2352 d.d. 18 februari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Nederlandse staatssecretaris van Financiën gaf onlangs aan dat er een tijdelijk fiscaal overgangsrecht komt voor bedrijven en burgers. Dit komt er grosso modo op neer dat in het geval van een no deal Brexit voor de belastingen wordt gedaan alsof het Verenigd Koninkrijk (VK) de Europese Unie nog niet verlaten heeft. Het overgangsrecht geldt in principe voor de rest van het jaar in Nederland.

De gevolgen zijn groot. Zo verwijs ik naar de Belgen die woonachtig zijn in het Verenigd Koninkrijk, maar waarvan hun inkomen (deels) hier belast is (buitenlandse belastingplichtigen). De fiscale terugtrekking heeft ook gevolgen voor de fiscale eenheid van vennootschapsbelasting. Het VK wordt immers bij een no deal Brexit een derde land. De wijziging doet zich bovendien voor in de loop van een belastingjaar, wat de zaken nog ingewikkelder maakt. Een overgangsbepaling is dus essentieel ingeval van een no deal Brexit voor burgers en vennootschappen.

Transversaal karakter van de vraag : het Vlaams Gewest is bevoegd voor ondernemen. De Brexit heeft zware implicaties op de wijze hoe ondernemingen zich moeten organiseren en de federale fiscale wetgeving heeft daar een grote impact op.

Ik had dan ook volgende vragen :

1) Kan u meedelen in hoeverre u voor de bedrijven een overgangsrecht voorziet in het kader van de beginselen van contingency planning vanwege de Europese Commissie ingeval van een no deal Brexit ? Bent u het met me eens dat we er alles moeten aan doen om in het lopende boekjaar uit te gaan van de continuïteit van de lopende stelsels ? Bent u het eens met de aanpak van Nederland waarbij men de bepalingen zo veel mogelijk laat doorlopen in het lopend boekjaar ? Zo ja, kan u dit toelichten ? Zo neen, waarom niet ? Kan u de inhoud dan toelichten wat betreft de fiscale overgangsbepalingen voor bedrijven ?

2) Kan u meedelen in hoeverre u voor de natuurlijke personen een overgangsrecht voorziet in het kader van de beginselen van contingency planning vanwege de Europese Commissie ingeval van een no deal Brexit ? Bent u het met me eens dat we er alles aan moeten doen om in het lopende fiscale jaar uit te gaan van de continuïteit van de lopende stelsels ? Bent u het eens met de aanpak van Nederland waarbij men de bepalingen zo veel mogelijk laat doorlopen in het lopend boekjaar ? Zo ja, kan u dit toelichten ? Zo neen, waarom niet ? Kan u de inhoud dan toelichten wat betreft de fiscale overgangsbepalingen voor natuurlijke personen ?

3) Voorziet u nog andere fiscale overgangsbepalingen ? Kan u dit toelichten ?

Antwoord ontvangen op 8 april 2019 :

De regering wenst een overgangsperiode voor te stellen waarin het Verenigd Koninkrijk met een lidstaat van de Europese Unie gelijkgesteld wordt in het geval van een exit zonder akkoord. Deze overgangsperiode zou beperkt worden tot 31 december 2019 en onderworpen aan een voorwaarde van wederkerigheid vanwege het Verenigd Koninkrijk. Ze zou van toepassing zijn op alle federale fiscale bepalingen (uitgezonderd de btw en douane en accijnzen), en er zou een delegatie aan de Koning gegeven worden om deze overgangsperiode, in geval van een positieve evaluatie, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad te kunnen verlengen.

Amendementen in die zin zijn op de Ministerraad van 1 maart 2019 goedgekeurd en ter advies verzonden aan de Raad van State. Nadien zouden ze aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd moeten worden als amendementen op het wetsontwerp betreffende de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (stuk Kamer, nr. 54-3554).

Deze aanpassing beoogt vanzelfsprekend enkel de bepalingen die onder de bevoegdheid van de Federale Staat vallen.