BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2018-2019
________
29 januari 2019
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-2315

de Guy D'haeseleer (Vlaams Belang)

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking
________
Voetbalclubs uit eerste en tweede klasse en de lagere reeksen - Belasting over de toegevoegde waarde (BTW) - Bedrijfsvoorheffing - Achterstallen - Cijfers - Betwistingen - Afbetalingsplan
________
sport
beroepssport
sportorganisatie
BTW
loonbelasting
officiële statistiek
________
29/1/2019Verzending vraag
4/3/2019Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1283
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-2315 d.d. 29 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sport, cultuur en vrije tijd zijn een gemeenschapsbevoegdheid, de belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de bedrijfsvoorheffing zijn federale bevoegdheden. Bijgevolg betreft deze vraag een transversale bevoegdheid.

Diverse voetbalclubs uit eerste en tweede klasse hebben geruime tijd te kampen gehad met betalingsproblemen in verband met de verschuldigde BTW en bedrijfsvoorheffing.

De laatste jaren is er wat betreft de eersteklasseclubs een grote verbetering merkbaar in die zin dat er begin dit jaar enkel nog schuld openstond die betwist werd door de clubs.

Ik had dan ook graag de geachte minister volgende vragen gesteld :

1) Hoeveel bedraagt de totale schuld aan BTW van de clubs in eerste klasse op dit moment ? Hoeveel clubs zijn hierbij betrokken ?

2) Hoeveel bedraagt de totale schuld aan BTW van de clubs in tweede klasse op dit moment ? Hoeveel clubs zijn hierbij betrokken ?

3) Hoeveel bedraagt de totale schuld aan bedrijfsvoorheffing van de clubs in eerste klasse op dit moment ? Hoeveel clubs zijn hierbij betrokken ?

4) Hoeveel bedraagt de totale schuld aan bedrijfsvoorheffing van de clubs in tweede klasse op dit moment ? Hoeveel clubs zijn hierbij betrokken ?

5) Hoe groot is het bedrag van deze achterstallen dat betwist wordt ?

6) Hoeveel clubs hebben een afbetalingsplan afgesloten om de achterstallen te betalen ? Hoeveel clubs volgen dit afbetalingsplan niet ?

Antwoord ontvangen op 4 maart 2019 :

De antwoorden en de vermelde bedragen hebben betrekking op de situatie op 7 februari 2019.

1) Geen enkele voetbalclub in eerste klasse A heeft een btw-schuld waarvoor een invorderingsorder werd opgemaakt.

2) Voor de voetbalclubs in eerste klasse B bedraagt de totale btw-schuld waarvoor een invorderingsorder werd opgemaakt 45 673,51 euro. Dit betreft 2 voetbalclubs.

3) Voor de voetbalclubs in eerste klasse A bedraagt de totale schuld inzake ingekohierde bedrijfsvoorheffing 9,90 euro. Dit betreft 1 voetbalclub.

4) Voor de voetbalclubs in eerste klasse B bedraagt de totale schuld inzake ingekohierde bedrijfsvoorheffing 369.025,64 euro. Dit betreft 2 voetbalclubs.

5) Een bedrag van 330.883,13 euro inzake ingekohierde bedrijfsvoorheffing wordt betwist door 1 voetbalclub.

6) 1 voetbalclub heeft een afbetalingsplan inzake btw afgesloten en respecteert dit plan.