BELGISCHE SENAAT | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zitting 2018-2019 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15 januari 2019 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-2239 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de François Desquesnes (cdH) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Landbouwinkomsten - Fiscaal regime - Forfaitair stelsel - Aangiften - Aantal - Evolutie -GLB - Premies - Gedeeltelijke belastingvrijstelling - Behoud | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
landbouwsector landbouwbedrijfsinkomen belasting forfaitaire belasting officiële statistiek |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1901 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-2239 d.d. 15 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Frans) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het landbouwbeleid is grotendeels overgedragen aan de Gewesten, maar het specifieke belastingsstelsel voor de landbouwsector blijft een federale bevoegdheid. De rendabiliteit van de landbouw wordt sterk beïnvloed door het fiscaal regime, temeer daar het een specifieke optie bevat voor de primaire productie, namelijk het forfaitair stelsel. Er werd een nueuw akkoord gesloten tussen de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën en de representatieve landbouworganisaties met betrekking tot de forfaitaire barema's voor de landbouwinkomsten voor 2017. De schalen zijn bekend en weerspiegelen de in 2017 vastgestelde evoluties. In de vakpers lezen we dat dit leidt tot een stijging van de semi-brutowinst voor melkveehouders en varkenshouders. 1) In hoeveel aangiften wordt geopteerd voor het forfaitair stelsel en wat is de evolutie daarvan in de voorbije vijf jaar ? Hoe evolueert dit cijfer in elk van de drie Gewesten in ons land ? 2) Zullen de gedeeltelijke belastingvrijstellingen behouden blijven voor de premies vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) voor het komende aanslagjaar ? |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antwoord ontvangen op 18 februari 2019 : | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1)
2) Het is mij niet duidelijk welke premies in de vraag worden bedoeld. In de veronderstelling dat het gaat over de vergoeding verkregen tot uitvoering van de Europese regelgeving die een ondersteuning voorziet om de melkproductie te reduceren, kan ik verduidelijken dat deze van inkomstenbelastingen vrijgesteld wordt onder de voorwaarden van artikel 2 van de wet van 25.12.2017 houdende diverse fiscale bepalingen III. Concreet houdt dit in dat deze vergoeding wordt vrijgesteld, ongeacht het betrokken aanslagjaar, indien zij wordt betaald voor één of meerdere van de vier perioden (van 01.10.2016 tot 31.03.2017) van reductie tijdens dewelke de melkproducent zich op vrijwillige basis verbindt zijn productie te verminderen. |