BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2014-2015 | ||||
________ | ||||
3 november 2014 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-202 | ||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
||||
aan de eerste minister |
||||
________ | ||||
Protocol - Herziening - Rangorde van de gewesten en gemeenschappen - Evaluatie - Overleg | ||||
________ | ||||
protocol verhouding land-regio |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-202 d.d. 3 november 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
Alle officiële plechtigheden worden georganiseerd door de diensten van het Protocol. De regels van het protocol werden ingesteld om rangordes te bepalen tussen hoogwaardigheidsbekleders van ons land. Uiteraard betreffen die regels eveneens de rol en de aanwezigheid van de leden van de Gewest- en Gemeenschapsregeringen en -parlementen, naast uiteraard de leden van Kamer en Senaat en de leden van de federale regering. In het verleden werd steeds vastgesteld dat de vertegenwoordigers van de deelstaatregeringen en -parlementen steevast achter de federale collega's kwamen. Na de zesde staatshervorming lijkt dit niet geheel terecht meer te zijn, daar het gewicht van de bevoegdheden nu ontegensprekelijk bij de gemeenschappen en gewesten ligt. 1) Wat zal de Eerste minister doen om die regels te evalueren en te herzien? 2) Hoe zal hij daarover overleg plegen met de Gemeenschappen en Gewesten? Wanneer zal dit overleg plaatsvinden? 3) Is de Eerste minister het met mij eens dat er dringend een herziening van de protocolregels dient plaats te vinden en dat de deelstaten daarin een correcte en essentiële plaats moeten krijgen? |
||||
Antwoord ontvangen op 5 december 2014 : | ||||
De vraag wordt toegezonden aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken daar ze tot zijn bevoegdheden behoort. |