BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2014-2015
________
3 november 2014
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-178

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen
________
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen - Bouwwerken - Infrastructuurwerken - Geraamde kostprijs - Overschrijdingen - Kostbeheersing - Garanties - Station van Bergen - Station van Luik Guillemins
________
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
spoorwegstation
overheidsopdracht voor werken
overheidsopdrachten
________
3/11/2014Verzending vraag
25/9/2015Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-178 d.d. 3 november 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Niemand kijkt nog raar op bij een bericht dat de uiteindelijke kostprijs bij het bouwen of verbouwen van een overheidsgebouw tomeloos en mateloos de oorspronkelijk geraamde kostprijs overtreft. De illustraties hierbij zijn hallucinant, zeker bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). Zo werd de bouw van het station van Bergen oorspronkelijk geraamd op 37 miljoen euro en uiteindelijk afgeleverd tegen een kostprijs van 150 miljoen euro, kortom een overtreffende trap met 305 %. Het station Guillemins in Luik werd gegund voor 150 miljoen euro en kwam uiteindelijk beschikbaar tegen de som van 312 miljoen euro, dus een prijstoename met 108 %.

Er staan bij de NMBS uiteraard - en gelukkig - permanent grote infrastructuurwerken geprogrammeerd, waarbij de vanzelfsprekende vraag rijst hoe onze gemeenschap zich kan beschermen tegen dergelijke kolderieke maar tegelijkertijd ook onaanvaardbare overschrijdingen van gegunde bouwwerken.

1) Hoe verklaart de geachte minister dat de NMBS, zo illustreren de stations van Bergen en Luik, er zo moeilijk of niet in slaagt om gegunde bouwwerken te laten afhandelen tegen de gegunde kostprijs?

2) Waar liep en loopt het fout, wie draagt daarvoor de aansprakelijkheden en staat de NMBS, bij uitbreiding onze gemeenschap, dan helemaal machteloos in dit spel van meerwerken, onvoorziene omstandigheden, nukken van charismatische architecten en andere calamiteiten enz.?

3) Heeft de NMBS ondertussen een systeem ontwikkeld om deze onbeheersbare ontsporing van geraamde kostprijzen te beheersen? Zo ja, kan de geachte minister dit illustreren door recente voorbeelden van grote bouw/verbouwwerken? Waar liggen de oorzaken van deze goede voorbeelden? Zijn er ook recente slechte voorbeelden, waar de NMBS weerom werd geconfronteerd met substantiële verhogingen van uiteindelijke kostprijzen?

4) Hoe verklaart de geachte minister deze "slechte" voorbeelden? In welke mate is hij tevreden met de wijze waarop de NMBS met deze dossiers omgaat? Kan hij de huidige aanpak als adequaat, efficiënt en vooral effectief bestempelen?

Antwoord ontvangen op 25 september 2015 :

1) tot 4) Ik dank u voor uw vraag, die mij de gelegenheid biedt om mijn visie met betrekking tot omvangrijke projecten van dit type te herhalen.

De jongste jaren werden in ons land stationsprojecten ontwikkeld die in bepaalde gevallen als faraonisch werden bestempeld Een aantal van die projecten zijn trouwens nog steeds in aanbouw.

Als federaal minister kan ik begrijpen en wens ik dat een nieuw station tevens de gelegenheid vormt voor een gemeente, een stad of een Gewest om een valorisatie van het patrimonium door te voeren, om bij te dragen tot de relance van socio-economische activiteiten, of soms om de kern te zijn van de economische ontwikkeling van een gemeente tot stad zoals in de landelijke gebieden. Ik zal die economische visie van de belangrijke rol van de stations blijven aanmoedigen.

Maar in een beperkte budgettaire context wil ik ook dat de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) een maximum aantal stations kan blijven renoveren.

Ik wil namelijk dat de NMBS en Infrabel hun beleid inzake de renovatie van de stations van ons land verderzetten en zich daarbij toeleggen op hun opdracht van openbare dienst. De stations moeten praktisch ingericht zijn en moeten toegankelijk zijn voor alle personen, inzonderheid voor de personen met een beperkte mobiliteit. Zij moeten proper zijn.

Wat ik daarentegen niet meer wil is dat enkele grootschalige projecten omvangrijke middelen opslorpen. Indien bepaalde Gewesten of bepaalde steden in de toekomst hun stations willen ombouwen tot ware kunstwerken, tot kathedralen van de 21ste eeuw of tot mega shopping centers, zullen zij meer moeten rekenen op hun medefinancieringscapaciteit.

Met betrekking tot het project van het nieuwe station van Luik-Guillemins bleven, volgens de NMBS, de budgetten beheerst van zodra de interventieomtrek definitief werd vastgelegd, en stemt het uitvoeringsbudget overeen met het budget zoals geraamd door de diensten van de NMBS en van Infrabel die instaan voor de opvolging van de uitvoering.

Het project betreffende het station van Bergen heeft aanzienlijk geëvolueerd sinds het begin en het kostenplaatje ervan is tevens gestegen.

Algemeen gesteld zal ik er eveneens op toezien dat het volgende beheerscontract een mechanisme vastlegt dat erop gericht is elke financiële uitschuiver ten laste van de belastingbetaler te voorkomen in het kader van de opmaak van dergelijke projecten.

De door de NMBS en Infrabel uitgevoerde investeringen dienen te stroken met de constante bekommernis voor de kwaliteit van de diensten die beide ondernemingen in het kader van hun opdracht van openbare dienstverlening moeten leveren.