BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2017-2018
________
8 december 2017
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1699

de Rik Daems (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel
________
Bitcoin - Marktautoriteit - Wettelijke betaling - Rechten als consument
________
elektronisch betaalmiddel
deviezen
financiële voorschriften
elektronische handel
elektronische bankhandeling
rechtstoestand
computercriminaliteit
bescherming van de consument
virtuele munteenheid
________
8/12/2017Verzending vraag
10/1/2019Rappel
10/1/2019Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1700
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1701
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1699 d.d. 8 december 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Franse Autorité des marchés financiers (AMF) heeft samen met de ACPR (Autorité de contrôle prudentiel et de résolution) op 5 december 2017 een waarschuwing verspreid ten aanzien van de spaarders.

Zij stellen dat de aan- en verkoop van bitcoins volledig buiten elke gereglementeerde markt geschiedt. De kopers van bitcoins stellen zich bloot aan zeer hoge risico's in geval van een neerwaartse correctie en ze kunnen zich op generlei wijze beroepen op de bescherming van het geïnvesteerde kapitaal. Zij dringen aan op extreme waakzaamheid alvorens men een deel van zijn vermogen in bitcoins investeert. Tevens wordt duidelijk aangegeven dat bitcoins op generlei wijze kunnen worden gelijkgesteld met muntvaluta of met een betalingsmiddel in de juridische zin van het woord.

De AMF en de ACPR benadrukken dat bitcoins nooit onder de bescherming en de wetgeving inzake betalingen kunnen vallen en dus ook niet onder de daaruit voortvloeiende garanties van het consumentenrecht.

Wat betreft het transversaal karakter van de schriftelijke vraag : de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die worden gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019 en werden besproken tijdens een interministeriële conferentie waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Cybercrime is één van de transversale prioriteiten. De beleggingen in zogenaamde « cryptocurrency » vallen hieronder. Het betreft aldus een transversale aangelegenheid met de gewesten waarbij de rol van de gewesten vooral ligt in het preventieve aspect.

Daarom heb ik de volgende vragen:

1) Wat vindt u van het initiatief van de Franse AMF (Autorité des marchés financiers) en de ACPR (Autorité de contrôle prudentiel et de résolution) om potentiële kopers van bitcoins te waarschuwen voor het hoge risico dat deze aankoop inhoudt, alsook te waarschuwen voor het feit dat de bitcoin niet wordt erkend als wettelijk betaalmiddel en de betaling met bitcoins geen bescherming biedt inzake de rechten van de consument die voortvloeien uit het gebruik van een wettelijk betaalmiddel ? Overweegt de FSMA of een andere instelling een gelijkaardige waarschuwing uit te sturen ? Zo neen, waarom niet en kunt u dit toelichten ? Zo ja, in welke vorm ?

2) Kunt u de juridische positie van de bitcoin in ons land nader toelichten en dan meer specifiek voor wat betreft de volgende vraag : genieten de kopers die betalen met bitcoins in hun hoedanigheid van consument van goederen of diensten van de wettelijke bescherming inzake consumentenbescherming ? Zo ja, kunt u dit uitgebreid toelichten ? Zo neen, kunt u de juridische redenering nader toelichten? Wat zijn de praktische gevolgen inzake de rechten van de consument? Zou het niet goed zijn om hierover duidelijk te communiceren ?

3) Geldt een transactie met bitcoins als een wettelijke betalingswijze ? Zo neen, wat zijn hiervan de gevolgen ? Zo ja, kunt u uitgebreid toelichten wat dit voor de wettelijke rechten van de consument betekent ?

Antwoord ontvangen op 10 januari 2019 :

1) In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat de Nationale Bank van België (NBB) en de Autoriteit voor financiële diensten en markten (FSMA) in 2014 en 2015 al gezamenlijke waarschuwingen hebben gepubliceerd om de aandacht van de financiële consumenten te vestigen op de risico’s die aan virtuele munten zoals de Bitcoin zijn verbonden. In die waarschuwingen wijzen de NBB en de FSMA erop dat virtuele munten geen wettelijke betaalkracht hebben en evenmin een vorm van elektronisch geld zijn. Beide toezichthouders benadrukken verder dat er noch financieel toezicht, noch « oversight » wordt uitgeoefend op virtueel geld, en raden de financiële consumenten daarom aan extra voorzichtig te zijn.

Verder benadruk ik dat de FSMA in 2014 al de commercialisering aan niet-professionele cliënten heeft verboden van financiële producten waarvan het rendement rechtstreeks of onrechtstreeks van een virtuele munt afhangt, en dat zij in juli 2016, in het licht van de groeiende aandacht voor de vermeende virtuele munt OneCoin, opnieuw voor virtuele munten heeft gewaarschuwd.

Tot slot wijs ik erop dat ook op de website www.wikifin.be, het programma rond financiële educatie van de FSMA, informatie terug te vinden is over de aan virtuele munten verbonden risico’s.

2) & 3) Virtuele munten worden niet door een centrale bank of een erkend uitgever van elektronisch geld uitgegeven, en hebben geen wettelijke betaalkracht. Dit betekent dat niemand verplicht is om een betaling met virtueel geld te aanvaarden, en dat er voor virtueel geld geen wettelijke garantie bestaat dat het direct inwisselbaar is voor de oorspronkelijke waarde, in tegenstelling tot wat het geval is voor elektronisch geld.

Bovendien is aan virtueel geld een groot wisselkoersrisico verbonden : dit betekent dat de waarde waartegen virtueel geld in officiële munten (zoals de euro) kan worden gewisseld, erg wisselvallig is.

De wisselkoersschommeling van virtueel geld kan tot belangrijke financiële verliezen leiden : prijsschommelingen van vele tientallen procenten op één dag zijn immers geen uitzondering. Ook wordt opgemerkt dat geen toezicht wordt uitgeoefend op de koers van virtueel geld.

Tot slot herinner ik eraan dat beleggingen in virtueel geld geen bescherming genieten van het depositogarantiestelsel, dat het geld op een spaarrekening of belegd in kasbons of termijnrekeningen in beginsel beschermt tot 100 000 euro per persoon en per financiële instelling.

De « bitcoin » , is een « virtual currency » die volledig buiten de Europese wetgeving inzake betalingen of e-money valt en bijgevolg ook niet onder boek VII van het Wetboek van economisch recht.

Een onderneming die zich laat uitbetalen in cryptomunten zoals de bitcoin, dient echter wel de vigerende wetgeving na te leven zoals opgenomen in onder meer boek VI van het Wetboek van economisch recht, waarin de bepalingen omtrent het consumentenrecht zijn opgenomen.