BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2017-2018
________
29 november 2017
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1665

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________
Taalwetgeving - Naleving - Taalverhoudingen binnen de diensten van Volksgezondheid
________
taalgebruik
ministerie
volksgezondheid
overheidsapparaat
tweetaligheid
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
________
29/11/2017Verzending vraag
18/5/2018Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1665 d.d. 29 november 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uiteraard zijn de naleving van de taalwetgeving en het respect voor de taalverhoudingen binnen de federale overheidsadministraties zaken die de gemeenschappen aanbelangen. Zonder het correct naleven van de taalwetgeving en zonder het correct weerspiegelen en respecteren van de verschillende talen en taalgroepen, is er geen federaal samenleven mogelijk. De taalwetgeving is zowat het cement in dit land tussen de verschillende gemeenschappen, gewesten en de federale overheid. Zonder de naleving van de taalwetgeving is er geen samenhang mogelijk en dreigt het wederzijds samenleven onmogelijk te worden en het wederzijds respect te verdwijnen.

De gewesten hebben bovendien een taak inzake het naleven van de taalwetgeving. De gemeenschappen zijn dan weer bevoegd voor de luister en het gebruik der talen.

Dit is dus een bij uitstek transversale aangelegenheid.

Een van de kernpunten in heel de taalwetgeving en in de federale constructie is dat de federale overheid en het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad correct tweetalig dienen te zijn. In de administratie van de federale overheid is van de diensten een volkomen tweetalige dienstverlening vereist. Elke inwoner van het land moet in zijn taal terecht kunnen bij de federale diensten.

Hoe ziet de taalaanhorigheid eruit binnen de verschillende diensten van Volksgezondheid? Zijn er taalkaders? Waarop zijn deze gebaseerd? Hoe zien die eruit? Is in elke dienst gewaarborgd dat deze ook correct tweetalig is? Hoe is het nog altijd mogelijk dat binnen de diensten die zich richten naar de inwoners van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad een groot deel van uw administratie zeer gebrekkig Nederlands kent, laat staan Nederlandstalig is. Hoe vaak gebeurt het niet dat Nederlandstalige inwoners van Brussel moeten wachten tot de "Flamand de service" vrij is om de informatie in het Nederlands te kunnen geven?

Hoe komt het dat sommige diensten binnen Volksgezondheid, die zich onder andere wenden tot internationale organisaties, eentalig Franstalig opereren? Is het normaal dat dit land zich in het buitenland blijft opstellen als een eentalig Franstalig land?

Welke inspanningen zullen er gedaan worden om de perfecte tweetaligheid of drietaligheid van centrale diensten en Brusselse diensten te waarborgen? Hoeveel procent van de Franstaligen krijgen een tweetaligheidspremie? Hoeveel procent van de Nederlandstaligen? Wie controleert deze tweetaligheid op het terrein?

Hoe gaat de minister erop toezien dat de spoeddiensten van de ziekenhuizen eindelijk tweetalig worden?

Is de minister bereid om de correcte naleving van de taalwetgeving te controleren en te stimuleren? Is de minister bereid daarvoor samen te werken met de gemeenschappen? Zal de minister initiatieven nemen ter zake, en zo ja, welke?

Antwoord ontvangen op 18 mei 2018 :

De federale overheidsdienst (FOD) beschikt over een taalkader, opgemaakt overeenkomstig de richtlijnen van het vademecum van de Vaste Commissie voor taaltoezicht (VCT) en overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de gecoördineerde wetten SWT (samengevatte wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken).

Dit taalkader zorgt ervoor dat de openbare dienst over voldoende personeel beschikt om de dossiers in de juiste taal te behandelen.

De trappen I en II van het taalkader zijn in gelijke percentages verdeeld. In de trappen III, IV en V zijn de percentages samengesteld op basis van een raming van het volume te behandelen zaken in het Nederlands en het Frans, dienst per dienst en dit op basis van de wettelijke criteria zodat op iedere trap van de hiërarchie een globaal percentage kan worden vastgesteld. Zo is het volume behandelde zaken in het Nederlands en het Frans in feite de grondslag voor de verhoudingen van de taalkaders.

Momenteel ziet het taalkader er uit als volgt :

Trappen

Contractueel en Statutair

NL

%

FR

%

Totaal

I

AS IS

4

57,14 %

3

42,86 %

7

TO BE

3,5

50 %

3,5

50 %

II

AS IS

28

49,1 %

29

50,88 %

57

TO BE

28,5

50 %

28,5

50 %

III

AS IS

284

51,36 %

269

48,64 %

553

TO BE

293

52,97 %

260

47,01 %

IV

AS IS

70

57,9 %

51

42,15 %

121

TO BE

64

52,97 %

57

47,01 %

V

AS IS

34

48,6 %

36

51,43 %

70

TO BE

37

52,97 %

33

47,01 %

Totaal

420

52,0 %

388

48,0 %

808

De FOD doet inspanningen om via de aanwervings- en bevorderingspolitiek het kleine onevenwicht dat in bepaalde trappen op bepaalde tijdstippen bestaat weg te werken.

Bovendien oefent de VCT een jaarlijkse controle van de taalkaders uit.

In de directe contacten met de burger worden de taalwetten gerespecteerd, wat weliswaar niet uitsluit, dat het occasioneel kan voorkomen dat de burger bij zijn eerste contact een medewerker van een andere taalrol dan de zijne treft. Hierop wordt de burger doorverbonden en doorgestuurd naar een ambtenaar die niet tot zijn taalrol behoort. Wat de tweetaligheid van de dienstverlening van de FOD Volksgezondheid betreft zijn er echter geen of nauwelijks klachten te noteren.

De algemene mededelingen die de centrale diensten rechtstreeks aan het publiek richten, worden zowel in het Nederlands als in het Frans gesteld. De attesten, visa, verklaringen, erkenningen , vergunningen, enz., worden gesteld in de taal van gebruiker.

Het centraal onthaal van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu wordt bemand door tweetalig personeel.

De diensten, zoals bijvoorbeeld Medex, die in rechtstreeks contact komen met het publiek, hebben afdelingen in de provincies. Voor de inwoners van Brussel is er zowel een Nederlandstalige, als een Franstalige afdeling voorzien.

Binnen de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu genieten 567 ambtenaren van één van de taaltoelagen, zoals voorzien in het koninklijk besluit van 13 juli 2017. Hiervan genieten 125 ambtenaren de taalpremie overeenkomstig artikel 12 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001(tweetaligheid), verdeeld over 93 Nederlandstaligen en 31 Franstaligen.

De Europese en internationale dimensie op vlak van volksgezondheid, veiligheid van voedselketen en leefmilieu wordt steeds belangrijker. Een groot deel van het beleid rond leefmilieu, gezondheid en voedselveiligheid in ons land vindt zijn oorsprong in internationale conventies en verdragen.

Er zijn bijgevolg vele contacten met deze internationale instellingen en deelnames aan internationale bijeenkomsten. Hierbij is de voertaal doorgaans Engels. Er is een aanbeveling waarbij de leden hun eigen moedertaal kunnen spreken, indien vertaling is voorzien, wat voor het Nederlands niet altijd het geval is.