BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2017-2018
________
13 oktober 2017
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1582

de Bert Anciaux (sp.a)

aan de minister van Justitie
________
Verkeersveiligheid - Snelheidsovertredingen - Bestraffing - Toegelaten snelheden - Feitelijke verhoging
________
opnameapparaat
snelheidsvoorschriften
verkeersveiligheid
overtreding van het verkeersreglement
________
13/10/2017Verzending vraag
23/2/2018Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1583
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1582 d.d. 13 oktober 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het verkeersreglement en het handhaven van de naleving ervan is een gedeelde bevoegdheid van de federale overheid en de Gewesten. Op de autosnelwegen blijft het een federale bevoegdheid. Op de gewestwegen kunnen de Gewesten een eigen politiek ontwikkelen rond de toegelaten snelheden. Maar het gaat over meer. Flitspalen en het beteugelen van de snelheidsovertredingen is eveneens een bevoegdheid van de Gewesten en de federale overheid. De bevoegdheidsafbakening is niet altijd zo helder. Het is dus een transversale aangelegenheid.

Onlangs werden er afspraken gemaakt vanaf welke snelheid er beboet wordt of vanaf welke overschrijding van de maximale toegelaten snelheid er geflitst en beboet wordt. Uiteraard heeft dit rechtstreeks gevolgen op de verkeersveiligheid, een bevoegdheid van de Gewesten.

Op de autosnelwegen is de maximaal toegelaten snelheid 120 km per uur. In de realiteit zou je dat niet zeggen. Bij een snelheid van 120 km per uur wordt je voortdurend voorbij gereden. Maar de federale overheid ondergraaft uiteraard ook haar eigen regels door niet te beboeten bij een overschrijding van deze snelheid. Dat is volledig onbegrijpelijk. Ook bij de toegelaten maximumsnelheid op gewestwegen van 70 km per uur zal er niet beboet of geflitst worden bij een snelheid van meer dan 70 km per uur. Idem voor de bebouwde kom waar maar 50 km per uur toegelaten is of binnen de zone 30.

1) Wat zijn vandaag de tolerantiedrempels die afgesproken werden om niet te beboeten boven de maximum toegelaten snelheden ?

2) Ondergraaft de overheid haar eigen geloofwaardigheid niet indien men pas begint te flitsen of te beboeten indien het veel meer is dan de toegelaten snelheid ? Hoe kan een minister van Justitie dit verantwoorden, wetende dat de verkeersveiligheid enorm afneemt bij het overschrijden van de maximum toegelaten snelheid ?

3) Heeft hij niet de facto de maximum toegelaten snelheid op autosnelwegen, gewestwegen, binnen de bebouwde kom of binnen zone 30's, verhoogd en daardoor de verkeersonveiligheid doen toenemen ?

4) Is dit alles in overleg gebeurd met de minister van Mobiliteit ? Is daarover een overleg geweest met de minister van Binnenlandse Zaken ?

5) Zijn de Gewesten betrokken geweest bij het vastleggen van de onbestrafte marges bovenop de maximum toegelaten snelheden ?

Antwoord ontvangen op 23 februari 2018 :

Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord op parlementaire schriftelijke vraag nr. 6-1583 met hetzelfde onderwerp.